Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1878-1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

Scans (1427.77 MB)

ebook (28.28 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1878-1879)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Edison en zijne uitvindingen.

II.

Het gehucht waar Edison zijne woning heeft uitgekozen, ligt in de nabijheid van New-York aan de spoorbaan en telt slechts een zestal huizen, ouder welke dat van den uitvinder het grootste en best gelegen is. Hij leeft daar alleen voor zijne werktuigen, en tot zelfs in het kleinste hoekje van het huis kan men dat waarnemen. In de benedenverdieping denkt men zich thuis in eene fabriek van stoom- en andere werktuigen, en de bedrijvigheid, welke daar heerscht, geeft ons geen klein denkbeeld van het geheel; doch wij moeten naar boven klimmen om getuigen te zijn van de wonderen die, als zoo vele anderen, ons daarheen gelokt hebben.

Een enkele blik in de groote zaal overtuigt ons dat we hier Edisons heiligdom binnen treden.

De groote ruimte wordt ingenomen door een aantal tafels, waarop men stukken van de vreemdsoortigste werktuigen aantreft, terwijl de vloer als bezaaid is met allerlei benoodigdheden voor het daarstellen van electriciteit en voor scheikundige proeven.

Het zonderlingste gezicht heeft men echter in de kassen met glazen deuren, die langs de wanden der zaal zijn aangebracht. Daarin zijn eene menigte afgewerkte machines geborgen, van welker doel en werking men zich met den besten wil der wereld geene verklaring kan geven; daarom zullen wij ons tot den uitvinder zelven wenden, die, we weten het van velen welke hem reeds bezochten, steeds gereed is iedereen te woord te staan en de noodige ophelderingen te geven.

We beginnen met eene machine, die ons voorgesteld wordt onder den naam van electromoteur. Naar den naam te oordeelen, hebben we hier te doen met een werktuig, dat door middel van electriciteit beweegkracht daarstelt. Men make zich echter geen al te groot denkbeeld van de hoeveelheid beweegkracht welke kan Voortgebracht worden, dewijl van een vervanging van stoommachines in de verste verte geen spraak is.

Intusschen gebruikt Edison het om water op te pompen en eene naaimachine in beweging te brengen, en dat is reeds een eerste stap. We kunnen niet voorzeggen of uit dat werktuigje ooit iets groeien zal, dat met den stoom zal gaan wedieveren in het beheerschen der wereld, doch juist omdat het eene zwakke poging in die richting is, loont het de moeite het eenigzins nauwkeuriger te beschouwen.

Zoo als men ziet (zie de gravure in ons vorig nummer) bestaat het voornaamste stuk van dit werktuig in een soort vork, die van staal is. Het gebogen gedeelte van deze vork is aan de machine vastgemaakt, terwijl aan de beide armen een gewicht van 15 kilogram is aangebracht. Nabij deze armen bevinden zich twee kleine electromagneten, die zoowel onderling als met de armen van de vork verbonden zijn.

Door het sluiten van den electrischen stroom worden nu de beide armen in trilling gebracht, welke deze overbrengen - door middel van twee verlengstukken - op twee pistons, die als zuigers van eene dubbele pomp dienst doen. Elke slag van zulk eene piston heft slechts eene kleine hoeveelheid water op, doch dit wordt rijkelijk vergoed door de snelheid, waarmeê de pistons bewogen worden.

De kracht, welke hier door de electriciteit wordt uitgeoefend, is zeer gering, doch het plan van Edison is om met zijn electromoteur lucht saam te persen, en deze aan te wenden als beweegkracht voor kleine machines.

Wij gaan verder en werpen in het voorbijgaan een blik op de electrische pen: een stalen stift, die de letters in het papier pikt en die Edison hoopt toe te kunnen passen op het graveeren in glas en edelgesteente; op de electrische schaar voor het snijden van zware voorwerpen; op het electrisch borduurtoestel; op eene spreekdoos, een vliegenden vogel, die meer dan duizend voet vervliegt, een chemischen telegraafdruk, waarbij de letters voelbaar op het papier komen te liggen, en welke Edison wil inrichten voor blinden.

Al deze nieuwe werktuigen zijn nog in hunne geboorte en liever wijden we daarom thans onze aandacht aan den phonomoteur of stembeweger. Bij de proeven met den telephoon en de phonograaf bevond Edison dat de trilling der draden in staat was eene aanzienlijke kracht uit te oefenen. Hij deed in dien geest proeven en het gevolg daarvan was de phonomoteur.

De trilling der draden wordt, zoo als men weet, voortgebracht door de menschelijke stem en ook deze gebruikte de uitvinder om een middenschot te doen trillen. Het schot rust op een veêr, welke daarenboven bekleed is met caoutchouc. Aan de veêr is tevens een ijzeren haak vastgemaakt, welke met een kamrad op de as van een vliegwiel werkt. Wanneer men nu in het mondstuk spreekt, worden in het schot voldoende trillingen opgewekt om het vliegwiel met snelheid te doen ronddraaien. Men staat verbaasd over de hoeveelheid kracht, welke men aan moet wenden om het vliegwiel stil te doen staan en tegen te houden, wanneer in het mondstuk gesproken wordt; de uitvinder verzekert, dat hij een stembeweger kan maken, die voldoende kracht bezit om gaten in eene plank te boren. Zoodoende zou het oude spreekwoord, toepasselijk op praatzuchtige menschen, met eene kleine wijziging wezenlijkheid gaan worden, namelijk: ‘hij zou iemand gaten in de kousen praten.’

Onze wandeling door dit museum van wonderen is nog niet ten einde. We komen nu voor een toestel, waarmeê Edison veel op heeft. Het is nog niet geheel gereed, doch zijne bewerking eischt zooveel zorgen, dat de uitvinder zelf nu en dan aan het welslagen begint te wanhopen. Het moet dan ook niets meer of niets minder doen dan het geluid in zijne samenstellende deelen ontleden, even als het licht door het prisma ontleed wordt.

Vooreerst kunnen we nog niets van de beginselen, waarop het werktuig berust, te weten komen, daar Edison volkomen overtuigd moet zijn dat hij gelukt is alvorens een zijner uitvindingen de wereld in te zenden. Onophoudelijk is hij dan ook bezig proeven te nemen, en wanneer deze hem nieuwe gezichtspunten aanbieden, blijft hij doorwerken, zonder zich aan morgen, middag, avond, nacht of dag te storen.

Zoo wordt van hem verhaald, dat, toen hij op zich had genomen proeven te nemen van eene drukmachine, welke aanvankelijk geheel mislukten, hij met vijf zijner helpers naar de bovenste verdieping van zijne werkplaats ging en daar verklaarde, niet naar beneden te zullen gaan,

[pagina 99]
[p. 99]

voor dat de proeven volkomen gelukt waren. Hij hield woord en werkte zestig volle uren achtereen, waarna hij dertig uren ging slapen.

In ons vorig nummer spraken we over zijne talrijke uitvindingen op het gebied der telegrafie, waaronder de rheostaat of weêrstandsmeter wel de voornaamste en eenvoudigste is. Binnen een cylinder van caoutchouc, die op een voetstuk rust, liggen een vijftigtal plaatjes opeen, welke bedekt worden door eene plaat waarin de punt eener schroef past, welke zelve weêr voor zien is van eene plaat, die langs eene schaal loopt, en daarop den graad van drukking aanwijst, welke op de plaatjes wordt uitgeoefend. Zoodra nu het toestel in den stroom wordt gebracht, behoeft men slechts de schroef aan te draaien om de geleidbaarheid te bevorderen, terwijl bij eene zachte drukking de weêrstand grooter wordt. Door het aan- of losdraaien der schroef kan men dus elken graad van weêrstand verkrijgen, dien men verlangt.

Ten slotte willen we nog een oogslag werpen op het balkon, waar een drietal papieren gehoorbuizen van buitengewoon groote afmetingen reeds lang onze nieuwsgierigheid hebben opgewekt. Het toestel, waarvoor we staan, is inderdaad een der wonderbaarste producten van den vindingrijken geest van Edison en dat in zeker opzicht eene plaats mag innemen naast den telescoop en den microscoop. Beide laatste werktuigen zijn toch de wapenen van het oog, waarmeê men de verst verwijderde en kleinste zaken waarneemt, doch de megaphoon - zoo heet het nieuwe toestel - is het wapen voor het oor.

Die twee oorbuizen en de groote spreektrompet, op een voetstuk gezet, leveren eene werking zoo verrassend, dat men zich verstomd afvraagt of het geene zinsbegoocheling is. De eerste proeven, welke Edison er mede nam, maakten op hem denzelfden indruk. Door de spreektrompet riep hij een zijner helpers, die op omstreeks drieduizend meters afstands met eenzelfde toestel had plaats genomen eenige woorden toe, waarop hij, de uiteinden van de oorbuizen aan de ooren leggende, duidelijk het antwoord vernam. Wel waren de gesproken woorden een weinig verward en met andere klanken gemengd, doch spoedig bevond hij, dat dit moest worden toegeschreven aan het geluid der voetstappen van wandelaars of dat van weidend vee, die zich tusschen de twee toestellen bevonden. Hij deed daarom eene proef des nachts welke geheel en al gelukte.

Indien we nu nog wilden spreken over de verschillende ontwerpen van den grooten uitvinder, zouden we eene reeks van de zonderlingste en ongehoordste plannen kunnen opnoemen, welke men eenigen tijd geleden met een schouderophalen zou ontvangen hebben. Thans echter, nu we Edison hebben leeren kennen, kunnen we alleen de beste wenschen koesteren voor het welgelukken van zijne plannen.

Allen, die Edison kennen, getuigen van hem. dat hij het ongetwijfeld nog veel verder zal brengen, en om onze lezers een denkbeeld te geven van dezen merkwaardigen man willen we besluiten met het getuigenis van den heer Bishop, die hem op Menlo-Park bezocht en in een verslag daarover, den grooten uitvinder als volgt schetst:

Men zal nu vragen, waarin zoekt Edison zijn genoegen? Het eenvoudige antwoord daarop is: in het uitvinden. Wat is zijn levensdoel; wat zal zijn streven zijn als hij een groot fortuin bijeen gegaard heeft? Niets dan uitvinden. Toen hij nog niet bekend was, werkte hij hard, doch thans, nu honderden handen gereed staan om zijn werk vruchten te doen dragen, is zijne werkkracht verdubbeld. Niet in het vooruitzicht op weelde, daar verlangt hij geheel niet naar; ook niet om de goedkeuring of toejuiching van het publiek, want daar is hij onverschillig voor, maar in hem gloeit de vonk der uitvinding rusteloos. Dat is hetgeen hem drijft. Zijn wensch is om, als het kan, elk jaar iets te geven dat ten minste zoo goed is als de phonograaf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken