Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1878-1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

Scans (1427.77 MB)

ebook (28.28 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1878-1879)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De Legende van de Duivelsbrug.

Zwitserland met zijne hooge bergen en diepe valleien, zijne wilde bergstroomen en gapende afgronden, is bij uitnemendheid het land der legenden en sprookjes. Een der merkwaardigste is ongetwijfeld die, welke verbonden is aan den bouw der stoute brug over de Reuss, wier schuimend water over een zestig voet diepe bedding stroomt. Wij hebben in een der vorige jaargangen eene afbeelding van de ‘Duivelsbrug’ gegeven, thans willen wij de overlevering daaraan verbonden meêdeelen, zoo als zij nog heden in den mond van het zwitsersche volk voortleeft.

De Reuss, in een diepen afgrond stroomende en door loodrechte rotswanden ingesloten, onderschepte alle gemeenschap tusschen de kantons Uri en Grauwbunderland. Dit veroorzaakte zoodanig nadeel aan de beide gewesten, dat hunne bouwmeesters herhaaldelijk bevel ontvingen op gemeenschappelijke kosten bruggen over de rivier te slaan; maar nooit waren zij sterk genoeg om meer dan een jaar weêrstand te bieden aan de stormen, het geweld van het water en het neêrstorten der sneeuwvallen. Eene laatste poging van dien aard was gedaan tegen het einde der veertiende eeuw, en daar er na den bouw der brug een winter verstreken was, mocht men voor ditmaal de hoop koesteren, dat de brug het houden zou, toen men op zekeren morgen den schout van Gorschenen kwam berichten, dat de overtocht op nieuw gestremd was.

‘Alleen de duivel kan er een voor ons bouwen!’ riep de schout mismoedig uit.

Nauwelijks had hij deze woorden gesproken, of een knecht diende heer Satan in persoon aan.

‘Laat hem binnenkomen,’ sprak de schout.

De bediende verwijderde zich, en in zijne plaats trad een persoon van vijf en dertig à zeven en dertig jaar het vertrek binnen, op de wijze der Duitschers gekleed met eene strak om de beenen gespannen roode broek en zwart wammes, welks spleten eene bloedroode kleur lieten doorschemeren. Zijn hoofd was versierd met eene zwarte muts, waaraan een wapperende roode pluim eene bijzondere gratie bijzette. Zijne aan de punt afgeronde schoenen waren de mode honderd jaar vooruit, terwijl zijne hielen, van een scherpen weerhaak voorzien, niet ongelijk aan dien van een haan, bestemd schenen om als sporen dienst te doen, wanneer het hem lustte te paard te reizen.

Na de gewone groeten zette de schout zich op een stoel en de duivel op een anderen; de baljuw plaatste zijne voeten op een bankje, de duivel de zijnen op een gloeienden kool.

‘Welnu, waarde vriend,’ aldus begon de laatste het gesprek, ‘hebt gij mij noodig?’

‘Ik beken, seigneur, dat uwe hulp ons uitstekend zou te pas komen,’ antwoordde de schout.

‘Voor de brug over de Reuss, niet waar?’

‘Zoo als gij zegt.’

‘Hebt gij er dan zoo zeer behoefte aan?’

‘Wij kunnen haar onmogelijk missen.’

‘Ha! ha!’ lachte Satan.

‘Kom, wees eens edelmoedig en bouw er een voor ons.’

‘Dit lag juist in mijn plan.’

‘Dat treft; wij hebben dan nog slechts akkoord te maken.... omtrent....’

De schout aarzelde.

‘Omtrent het loon,’ vulde Satan aan, den schout lachend aanziende.

‘Ja,’ hernam de schout, begrijpend, dat het moeielijke punt thans zou aankomen.

‘O!’ sprak Satan, zijne klauwen met het pennemes van den schout aanscherpende, ‘op dat punt zal ik het schikkelijk maken.’

‘Zooveel te beter,’ hernam de schout, ‘de laatste brug heeft ons zestig mark gouds gekost; voor de nieuwe zullen wij het dubbele betalen; het is echter ook het hoogste wat wij besteden kunnen.’

‘Wat zou ik met uw goud doen!’ riep Satan; ‘ik maak het zelf zooveel ik wil, zie maar.’

Hij nam een gloeienden kool uit den haard, zoo als een ander een suikerboon uit een bonbondoosje zou genomen hebben.

‘Houd de hand op,’ sprak hij tot den schout. Deze aarzelde.

‘Gij behoeft niet bang te zijn,’ hernam de duivel.

Toen stiet hij den schout een klomp goud in de hand, even zuiver en even koud, als ware het zoo even uit de mijnen gekomen.

De schout draaide den klomp langs alle zijden om en wilde hem teruggeven.

‘Neen, houd hem,’ sprak Satan, het eene been over het andere werpende, ‘het is een geschenk voor u.’

‘Ik begrijp,’ hernam de schout den verworven schat wegbergende, ‘dat, zoo het goudmaken u niet meer moeite kost, gij er de voorkeur aan geven moet langs een anderen weg betaald te worden; daar ik echter niet weet op welke wijze dit behoort te geschieden, moet ik de voorwaarden aan u zelf overlaten.’

[pagina 236]
[p. 236]

Satan dacht een oogenblik na.

‘Ik verlang, dat de ziel van den eerste, die over de nieuwe brug gaat, mijn eigendom zal zijn,’ antwoordde hij.

‘Het zij zoo,’ hernam de schout.

‘Laat ons het verdrag opstellen,’ hervatte Satan.

‘Geef zelf den vorm op.’

De schout nam pen, inkt en papier en begon te schrijven, wat Satan hem voorzeide.

Vijf minuten later was het verdrag in duplo onderteekend door Satan in zijn eigen naam en door den schout in den naam en als gevolmachtigde van zijne gemeentenaren. De duivel verbond zich daarin gedurende den nacht eene sterke brug over de Reuss te slaan, terwijl de overheidspersoon van zijne zijde als maakloon de ziel afstond van het eerste wezen, dat door toeval of noodzakelijkheid over de nieuwe brug zou gaan.



illustratie
de strandroovers, naar e.v. luminais.


Toen de zon den volgenden morgen het gebergte bescheen, was de brug des duivels gereed.

Weldra bevond de schout zich op den weg van Goschenen; hij kwam om te zien of de duivel zijne belofte nagekomen was. Hij zag de brug, die hem doelmatig toescheen, en aan de overzijde Satan, op een steen gezeten en het loon van zijn nachtelijken arbeid afwachtende.

‘Gij ziet dat ik mijn woord houd,’ riep Satan.

‘En ik eveneens.’ antwoordde de schout.

‘Wel hoe, mijn waarde Curtius,’ hernam de duivel verwonderd; ‘zoudt gij besloten zijn u

[pagina 237]
[p. 237]

voor het heil uwer onderhoorigen op te offeren?’

‘Niet geheel en al.’ antwoordde de schout, voor de brug een zak neêrleggende, dien hij op zijn schouder gedragen had en welken hij begon los te maken.

‘Wat doet gij?’ vroeg Satan nieuwsgierig.

Op hetzelfde oogenblik sprong een hond, met een aschschop aan den staart gebonden, uit den zak, en liep huilende de brug over en Satan voorbij.

‘Ziedaar uwe ziel, heer duivel; loop haar na, Sire!’

Satan was woedend; hij had op de ziel van een mensch gerekend en moest zich thans met die van een hond tevreden stellen. Het was om er dubbel duivelsch om te worden. Hij hield zich echter goed en trachtte de zaak als eene grap op te nemen zoolang de schout babij was, maar nauwelijks had deze den rug gekeerd, of Satan begon met handen en voeten te werken om de brug te vernielen; deze was echter zóó sterk gemaakt, dat er geen bewegen aan was, zoodat hij nagels en tanden stomp gewerkt had alvorens ook maar een enkelen steen los te woelen.



illustratie
op uwe gezondheid! naar henry g. plumb.


‘Ik was een dwaas!’ sprak Satan bij zich zelven, en toen hij zich dit zelfverwijt toegevoegd had, stak hij de handen in de zakken en volgde, langs alle zijden om zich heen ziende den loop van den stroom. Hij had echter zijne wraakplannen niet opgegeven. Wat hij met de

[pagina 238]
[p. 238]

oogen zocht, was een bruikbare rots, om haar op den berg te voeren, die de vallei beheerscht, en haar van eene hoogte van duizend voet te doen neêrstorten op de brug, welke de schout van Goschenen hem ontfutseld had.

Hij had nog geen drie mijlen afgelegd, toen hij gevonden had wat hij zocht.

Het was eene prachtige rots, groot en dik als een domtoren. Satan rukte haar uit den grond, even gemakkelijk als een kind een raap uit den akker trekt, laadde haar op den rug, en het voetpad bestijgend, dat naar de kruin des bergs voert, begon hij een vroolijk deuntje te neuriën, uit blijdschap over het lange gezicht, dat de schout zou zetten, wanneer hij den volgenden morgen de brug vernield zou zien.

Toen hij ongeveer eene mijl afgelegd had, meende hij op de brug een grooten toevloed van volk te bespeuren; hij zette den rotsblok op den grond, klauterde naar boven, en op den top gekomen, onderscheidde hij duidelijk de geestelijkheid van Goschenen, met het kruis voorop gedragen en de banieren ontplooid, die het werk kwam zegenen en de brug des duivels aan God toewijden.

Satan begreep thans, dat er voor hem niets meer te doen was; treurig gestemd ging hij den berg af, en eene arme, afgematte koe ontmoetende, greep hij haar bij de horens en wierp haar in den afgrond.

De schout van Goschenen vernam nooit iets meer van den duivelschen bouwmeester; doch de eerste maal, dat hij in zijne lade schommelde, brandde hij zich deerlijk de vingers; de goudklomp was weêr in een kool vuur veranderd.

De brug had nooit iets van den storm, het water of de sneeuwvallen te lijden: sedert vijf eeuwen wordt zij gebruikt, zonder ooit bouwvallig te zijn geworden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken