Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1878-1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

Scans (1427.77 MB)

ebook (28.28 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1878-1879)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het schoolexamen.

Het jaarlijksche of zesmaandelijksche bezoek van den schoolopziener is niet altijd een feestdag voor onderwijzer en leerlingen. De een noch de ander zijn dan gewoonlijk op hun gemak. Jongens en meisjes mogen nog zoo goed beslagen zijn, wanneer de meester hun vraagt mogen ze nog zoo goed weten te antwoorden, - helaas, op het kritieke oogenblik van het schoolbezoek staan ze maar al te dikwijls met den mond vol tanden. Die natuurlijke bangigheid, vooral



illustratie
het schoolexamen, naar f. hiddemann.


[pagina 258]
[p. 258]

bij de landjeugd, opziende tegen den heer schoolopziener, die, in de school ten minste, geheel een vreemde voor haar is en die zoo geheel anders vraagt als de meester zulks altijd doet, brengt de kinderen maar al te dikwijls in verwarring, zoo dat het niet zelden gebeurt, dat de kleinen alle tegenwoordigheid van geest verliezen, en zelfs de eenvoudigste vragen niet meer weten te beantwoorden.

Ook voor den meester zijn zulke oogenblikkeu eene ware pijniging, vooral als hij daar vooruit geen rekening meê gehouden heeft. Hij heeft zich bij den schoolopziener beroemd op de vlugheid van Jan of Piet of Marie, hij heeft ze vóór laten komen, doch zie, de kleine hartjes begonnen te popelen van zekere onrustige beklemdheid en - weg is het zelfvertrouwen. Zij zijn van de wijs af en er niet meer op te brengen. Helaas, het puik van de school heeft gefaald en meesters roem is verdonkerd.

De duitsche schilder F. Hiddemann heeft een dier tooncclen van de natuur afgezien en op het doek gebracht. De goede pastoor, in Duitschland gewoonlijk tevens schoolopziener, - tot voor eenige jaren ten minste, alvorens de Culturkampf de geestelijken grootendeels uit de school bande - is in de dorpsschool gekomen en onderzoekt een viertal leerlingen naar hunne vorderingen in het rekenen. De beurt is aan den kleinen Otto van den boschwachter, een vluggen knaap, meesters roem en kroon; dan zie, het manneke geraakt in verwarring en van de wijs; de cijfers, die hij in zijn hoofd moet groepeeren, doen eveneens en - kleine Otto is verloren. Een grootere jongen achter hem fluistert hem door het opgerolde boek heen de uitkomst van de op gegeven som toe - Otto hoort het niet. Achter den stoel van den pastoor maakt de meester wanhopige gebaren om zijn leerling het antwoord te verduidelijken - niets helpt: kleine Otto durft niet opzien, want dan zou hij het onderzoekend oog van den pastoor ontmoeten.

Wij zijn overtuigd dat de zaak niettemin goed zal afloopen. De pastoor heeft geduld en ondervinding: door het eerste zal hij den verlegen knaap wellicht spoedig weêr op de wijs brengen; het laatste zal maken dat hij het den meester niet al te kwalijk neemt, zoo zijn leerlingen al eens bokken schieten of met den mond vol landen blijven staan. Zou hetzelfde gezegd kunnen worden van iederen schoolopziener, die bij allen goeden wil, gewoonlijk datgene mist, wat hem in zijne betrekking het meest noodig is: de kennis van het kinderlijk gemoed?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken