Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1878-1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

Scans (1427.77 MB)

ebook (28.28 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1878-1879)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 345]
[p. 345]

[Nummer 44]

Het opbreken van het beleg der stad Metz door Karel V.

Deze gravure veraanschouwelijkt eene gebeurtenis uit de langdurige en veelbewogen regeering van den duitschen keizer Karel V, die van 1515 tot 1555 het bewind voerde over de Noord en Zuid-Nederlandsche gewesten. Voor zoover het noodig is, roepen wij in het geheugen des lezers de bijzonderheden terug welke met dat feit in verband staan.

Hendrik II, de opvolger van Krans I, koning van Frankrijk, had zich meester gemaakt van de drie versterkte steden in Lorreinen: Toul, Metz en Verdun. Deze inbezitname was geheel wederrechtelijk, en Karel kon zich die dan ook geenszins laten welgevallen, te meer daar de veiligheid der duitsche staten, uithoofde van de bezetting die de fransche vorst in eerstgenoemde vesting gelegd had, daardoor voor altijd in gevaar gebracht was.

Hij wilde derhalve trachten de verloren plaatsen te heroveren, doch Hendrik II, wel wetende van hoeveel gewicht ze voor hem waren, besloot van zijn kant, ze met alle kracht te verdedigen. Daar hij voorzag, dat van het lot der stad Metz dat der twee andere steden zou afhangen, bezette hij deze vesting met het grootste gedeelte zijner legermacht onder bevel van Frans van Lorreinen, hertog van Guise, een man van beproefde dapperheid en bekwaamheid.

Metz was eerlang in staat gesteld een hardnekkig en langdurig beleg te doorstaan, dank zij het beleid en den iever des hertogs, die de grachten liet verbreeden, nieuwe versterkingen liet aanbrengen en de voorraadsmagazijnen rijkelijk met krijgsmunitie en leeftocht deed voorzien, aan welke werkzaamheden hij persoonlijk deelnam.



illustratie
het opbreken van het beleg van metz door karel v, naar l. mélingue.


Ondertusschen kwam Karel, aan het hoofd van een machtig leger, voor de muren der stad, waar hij de leiding van het beleg opdroeg aan den hertog van Alba, bijgestaan door bekwame italiaansche en spaansche veldheeren.

Verscheidene malen werd de vesting op verschillende punten te gelijk aangetast, terwijl de hertog van Guise zijnerzijds niet naliet de belegeraars door herhaalde uitvallen af te matten.

De soldaten des keizers vorderden echter niets; de guurheid van den winter begon zich te doen gevoelen, het kamp was door den regen door-

[pagina 346]
[p. 346]

weekt en met sneeuw bedekt, en de Italianen en Spanjaarden, aan het koude klimaat niet gewend, stierven bij menigten.

Karel besloot een algemeenen aanval te wagen, doch Frans de Guise raadde het plan van den vijand en stelde zijn gansche troepenmacht op de wallen en voor de bressen in slagorde, zoo dat de keizerlijken het raadzaam oordeelden terug te trekken.

Na gedurende twee maanden al de vernielingskrachten te hebben zien aanwenden die de zestiende eeuw kende, kwam de keizer tot de overtuiging dat hij noch door list noch door geweld er in zou gelukken de vesting machtig te worden en hij gaf derhalve bevel het beleg op te breken, dat aan dertig duizend zijner soldaten het leven gekost had.

Het kamp der keizerlijken was bezaaid met lijken, zieken en gewonden en Karel zelf was door de jicht aangetast, zoo dat hij in een draagkoets den terugtocht moest aanvaarden. Wij zien hem op onze gravure in het voertuig stijgen, gesteund door een zijner hovelingen en omgeven door zijn gevolg. Op den achtergrond staan de tenten der belegeraars en in het nevelig verschiet doemt de sterke veste op met hare talrijke torenspitsen.

Het was bij het opbreken van het beleg dezer stad, hetwelk in 1553, twee jaren vóór 's keizers troonafstand, plaats had, dat Karel V de woorden moet uitgesproken hebben:

‘Ik zie wel, dat de fortuin eene vrouw is: zij stelt een jongen koning boven een grijzen keizer.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken