Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 11 (1878-1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.23 MB)

Scans (1427.77 MB)

ebook (28.28 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 11

(1878-1879)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Helden van 't geheugen.

Bij Themistocles kwam eens een geleerde, die hem de middelen wilde leeren waardoor hij zijn geheugen kon scherpen. ‘En wat heb ik daar aan?’ vroeg de beroemde atheensche veldheer. - ‘Daardoor zult gij alles kunnen onthouden wat gij wilt,’ was het antwoord. - ‘Wel,’ hernam Themistocles, ‘gij zoudt mij een veel grootere dienst bewijzen, als gij mij de kunst leerdet van alles te vergeten wat ik wil.’

Niemand zal ontkennen, dat in deze anecdote een diepe zin verborgen ligt. Inderdaad, wie heeft niet droevige ervaringen opgedaan, waarvan hij de herinnering liever uit zijn geest zou willen bannen, en hoe menigeen beleefde een aantal treurige gebeurtenissen welke hij te vergeefs tracht te vergeten? Intusschen is en blijft een trouw geheugen een kostbare gave, en zij die er meê bedeeld zijn, zullen in vele lastige omstandigheden des levens over de moeielijkheden, op welke zij stuiten, gemakkelijk zegevieren. Voor het geestesleven van elk persoon in 't bijzonder is het geheugen van even groote beteekenis als de wereldgeschiedenis voor de beschaving van het menschdom in 't algemeen: zonder hetzelve zou eene gestadige ontwikkeling in geestelijk opzicht ondenkbaar zijn.

Wij kennen een aantal voorbeelden van mannen wier scherpte van geheugen aan 't wonderbare grenst. Dat de meesten daarvan in de oudheid en de middeleeuwen thuis behooren, willen sommige physiologen niet uitsluitend aan het toeval toeschrijven; zij beweren integendeel dat de algemeene verbreiding der schrijfkunst en de daardoor steeds toenemende gewoonte van alles op te teekenen het geheugen van den mensch van alle oefening beroofd en vroegtijdig verzwakt heeft. Wat hiervan zij, zeker is het, dat de ouden veel meer waarde hechtten aan een goed geheugen dan wij. Cicero o.a. spreekt met groote bewondering van den griekschen dichter Simonides (gestorven in 469 vóór Kristus), daar deze de mnemonika moet hebben uitgevonden, dat is de kunst om het geheugen door zekere hulpmiddelen te ondersteunen. Zelfs Temistocles, van wien wij boven gewaagden, schatte een sterk geheugen lang zoo gering niet als zijn antwoord aan den geleerde kon doen vermoeden; hij zelf verheugde zich in een buitengewoon herinneringsvermogen, en men ver haalt van hem, dat hij al de inwoners zijner geboortestad Athene, 20.000 in getal, wist op te noemen en binnen een jaar tijds de perzische taal grondig leerde.

Cyrus, koning van Perzië, keizer Hadrianus en Scipio de Afrikaan waren niet slechts belden van 't zwaard, maar ook helden van 't geheugen want zij bezaten de zeldzame gave van elken soldaat hunner talrijke legers bij naam te kunnen noemen.

Van keizer Otto, die in het jaar 68 na Kristus’ geboorte met Galba tegen Nero in opstand kwam en na dezes vermoording zich meester maakte van de kroon, verhalen de geschiedschrijvers, dat hij hoofdzakelijk door de groote kracht van zijn geheugen zijn aanzien en gezag verwierf.

Op gelijke wijze moet zich Mithridates onderscheiden hebben, die niet minder dan twee en twintig talen machtig was. Ook de romeinsche veldheer Lucius Licinius Lucullus, wiens naam wegens zijn weelderige levenswijze spreekwoordelijk geworden is, moet met een bijzonder fijn

[pagina 372]
[p. 372]

geheugen begaafd geweest zijn, en Marcus Portius Cato was niet slechts een voortreffelijk redenaar en in 't gewone dagelijksche leven een zeer geestig man, maar hij had ook zulk een rouw geheugen, dat hij nooit iets opschreef, maar alles onthield en eene gehouden redevoering van het begin tot 't einde nazegde, zonder een woord te missen. De oude Seneca, die onder keizer Augustus in Rome als leeraar in de welsprekendheid werkzaam was, kon 3000 namen in dezelfde volgorde als hij ze eens gehoord had, herhalen, en evenzoo twee honderd verzen, ook in omgekeerde orde.

Ongeloofelijk bijna klinkt wat de levensbeschrijvers van paus Clemens VI melden. Deze vergat nooit meer wat hij slechts eens gehoord of gelezen had en moet deze ongehoorde sterkte van geheugen gekregen hebben ten gevolge van een slag die hem in zijne jeugd op het achterhoofd werd toegebracht. Physiologen mogen uitmaken of dit mogelijk is.



illustratie
gewetenlooze jeugd, naar w. zimmer.


Ook koning Karel XII van Zweden dient hier vermeld te worden. Deze vorst onthield de namen der onderscheidene deelen van het takelwerk op een schip, de kunsttermen van verschillende wetenschappen en alle bastaardwoorden als hij ze eens gehoord had, indien men er hem maar bij zegde wat zij beteekenden. Zoo ook wist hij te vertellen, wat voor paard deze of gene bij die en die wapenschouwing bereden had, hoe

[pagina 373]
[p. 373]

deze of gene officier heette dien hij in zijn jeugd had hooren vernoemen, enz.

Een andere reus in zake van geheugen was de italiaansche geleerde graaf Pico van Mirandola, die van 1463 tot 1495 leefde en reeds als knaap in dit opzicht verbazing wekte. Niet alleen toch, dat hij twee en twintig talen machtig was, hij behoefde ook 2000 verschillende woorden maar eenmaal te hooren om ze, zonder haperen, na te zeggen. De beroemde philoloog Justus Lipsius, die in 1606 te Leuven stierf, maakte zich sterk, de geschriften van Tacitus woordelijk voor te dragen, en hij was zoo zeker van zijn zaak, dat men, gelijk hij er bijvoegde, ‘iemand met een zwaard naast hem mocht zetten, om hem neêr te stooten als hij bleef steken.’



illustratie
de prooi, naar t. poilpot.


De hollandsche geleerde Hugo de Groot, die ten jare 1621, in een boekenkist gepakt, uit de gevangenis van Loevenstein ontkwam, kende het geheele ‘Corpus juris’ van buiten, hetwelk menige student op de universiteit twee of drie jaren moet bestudeeren om er nog maar den zin van te vatten.

Hij werd nochtans overtroffen door Joseph Scaliger (geboren in 1540, gestorven in 1609), een fransch taalgeleerde, die in veelzijdigheid van kennis en menigvuldigheid van talenten weinigen ten evenknie heeft. Hij leerde in een en twintig dagen den ganschen Homerus uit het hoofd, en vier maanden waren hem voldoende, om zich de

[pagina 374]
[p. 374]

gezamenlijke werken der grieksche dichters in het geheugen te prenten.

Het zou onbillijk zijn den hervormer Calvijn te vergeten. Deze wist menschen die hij slechts eenmaal vluchtig gezien had, na jaren uit honderden te onderkennen, en al werd hij in een gesprek of bij een dictaat nog zoo lang onderbroken, altijd ging hij, zonder zich te bezinnen, juist verder waar hij gebleven was.

Toen Voltaire aan het hof van Frederik II in Berlijn was, vertoefde daar ook een Engelschman, die zulk een buitengewoon geheugen bezat, dat hij alles wat hem eens voorgezegd werd, het mocht nog zoo lang zijn, zonder een enkel woord te missen, kon herhalen. De koning liet den man bij zich ontbieden, stelde hem op de proef en stond verstomd over zijn talent. Daar zich Voltaire toen juist liet aanmelden om den monarch zijn nieuwste gedicht voor te lezen, besloot deze, eens een grap met den ijdelen dichter te hebben. Hij gelastte den Engelschman, zich achter een voorhang te verbergen en aandachtig te luisteren naar hetgeen Voltaire zou voorlezen. Deze trippelde binnen en droeg met luider stem en merkbaar welbehagen zijn jongste dichtstuk voor; hij was echter niet weinig verwonderd toen de koning uitriep:

‘Het is allerprachtigst, mijn beste Voltaire, maar in 't geheel niet nieuw; ik heb het reeds gehoord, lang geleden zelfs!’

‘Hoe zoo, Majesteit?’ waagde de verblufte dichter te vragen.

In plaats van te antwoorden, liet Frederik II nu den Engelschman te voorschijn komen en het voorgelezen gedicht woord voor woord herhalen.

‘Wel, wat zegt gij daarvan?’ vroeg de koning.

Voltaire stond verstomd, doch eensklaps in woede opstuivende, snauwde hij den Engelschman toe: ‘Gemeene kerel, moet gij mij hier door tooverspel van mijn goeden naam berooven! Beken uw schuld, of......’ Thans merkte de dichter aan het schaterend gelach des konings, dat er geen boos opzet in 't spel was, en men kan begrijpen hoe verwonderd hij was, toen hij hoorde hoe de zaak in elkaar zat.

Omstreeks ter zelfder tijd woonde in Turijn een geleerde, met name Sachieri, die, daargelaten dat hij elke preek die hij eens gehoord had, woordelijk kon nazeggen, met drie verschillende personen te gelijk kon schaakspelen, en wel zonder dat hij op de speelborden een enkelen oogslag wierp en zonder een spel te verliezen. Men zegde hem eenvoudig welke figuur de tegenpartij verplaatste en hij antwoordde dan, zonder zich lang te bedenken, wat hij daartegen wilde zetten. Ondertusschen onderhield hij zich met het aanwezige gezelschap, terwijl hij toch ieder oogenblik wist te zeggen, welke zetten er achtereenvolgens gedaan waren.

Menschen die over zwakheid van geheugen klagen, hebben gemeenlijk veel moeite met 't onthouden van namen en getallen. Daarentegen zijn er mannen die in dit opzicht ware virtuosen zijn. Als bewonderenswaardige rekenaars moeten vooral Wallis en Dahse genoemd worden. De eerste, die in 1616 te Ashford in het engelsche graafschap Kent geboren werd en in 1703 als professor in de meetkunde stierf, is bovendien ook een der eerste leermeesters van doofstommen geweest; hij speelde met de moeielijkste getallen als een goochelaar met zijne ballen en de ingewikkeldste rekenvoorstellen loste hij uit 't hoofd veel spoediger op dan tien anderen het op papier konden.

Dahse, een Duitscher (in 1824 geboren en in 1861 gestorven te Hamburg) kon, zonder zich een enkel maal te vergissen, eene reeks van 188 getallen niet slechts vooruit en achteruit opzeggen, maar ook elk afzonderlijk getal in de reeks, als bijv, het 14e, het 21e, het 104e enz., onmiddellijk noemen, terwijl hij evenzeer, zonder ooit te missen, spoedig wist op te geven, waar en hoe dikwijls dit of dat cijfer in de reeks voorkwam. Vijf rijen van negentien verschillende cijfers telde hij binnen weinige oogenblikken uit het hoofd op, en even vlug was hij in het vermenigvuldigen en 't wortel trekken. Zijne vaardigheid in het uit 't hoofd rekenen was zoo buitengewoon, dat hij van stad tot stad reisde om voor geld proeven van zijne kunst te geven. Bij dergelijke openbare voorstellingen vermenigvuldigde hij o.a. veertig getallen met even zoovele andere en trok hij in twintig minuten den vierkantswortel uit zestig getallen, terwijl om hem heen de levendigste gesprekken gevoerd werden.

Hoezeer het niet te loochenen valt, dat het menschdom, wat lichamelijke kracht betreft, zich in afdalende linie beweegt, zijn er toch altijd nog enkele mannen die een wonderlijk sterk geheugen hebben. Onze tegenwoordige tijd telt o.a. declamators als Richard Turschmann en Herman Linde die, zoo als wij gelegenheid gehad hebben te hooren, gansche drama's van Shakespeare geheel alleen en met de meeste getrouwheid uit 't hoofd voordragen.

De kunst om een goed geheugen te krijgen bestaat overigens slechts daarin, dat men opmerkzaam is en den vasten wil heeft iets te onthouden. Heeft men daarbij eenigen aanleg, dan kan men het door veelvuldige oefening verwonderlijk ver brengen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken