Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1880-1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.24 MB)

Scans (1396.84 MB)

ebook (31.83 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Nuttige wenken en opmerkingen over land- en tuinbouw.

Tuinbouw.

Begieting. De maand augustus onderscheidde zich dit jaar in ons land door hevige droogte. Op vele plaatsen was dan ook de groenteteeler en bloemenvriend genoodzaakt, wilde hij zijne planten in het leven houden, ze kunstmatig van water te voorzien. De uitwerking van het begieten hangt voor een groot deel af van de samenstelling en van de temperatuur des waters, dat men er voor gebruikt; hoe minder minerale stoffen dit water in zich opgelost houdt, hoe beter het in het algemeen is om er de planten meê te begieten. Men kan dus als doorgaanden regel aannemen dat het water, hetwelk men den naam van zacht water geeft, het geschiktste voor begieting is en dat schraal of zoogenaamd hard water minder is aan te bevelen. Hieruit volgt dat het doelmatigste water om te begieten het regenwater is; sloot-, beek- en rivierwater komen eerst daarna in aanmerking. Pomp- of putwater zijn niet tot begieting aan te bevelen.

[pagina 16]
[p. 16]

Moet men echter van dat water gebruik maken, dan is het, wil men ten minste geene schade aan zijne planten lijden, bepaald noodig het eenigen tijd vóór de begieting te pompen of te putten en het dan in de open lucht in bakken, tonnen of kuipen te laten staan.

Ook van de temperatuur van het gietwater, vergeleken met de temperatuur van den grond en die der planten, welke in dien grond staan, hangt, zooals reeds gezegd is, voor een niet gering deel het resultaat af. Als vaste regel geldt in dit opzicht: nooit moet het water kouder zijn dan de grond of de planten. 't Is daarom zeer verkeerd de begieting toe te passen als de zon reeds lang op is. Men giete met koud water eerst dan, als de zonnestralen hunne kracht voor een groot deel reeds verloren hebben, of wanneer de zon nog niet of eerst pas boven de kimmen is gerezen. Hoe vroeger men 's morgens en hoe later men 's avonds begiet, hoe minder warm de grond nog is of hoe meer hij al is afgekoeld, hoe beter het doel der begieting zal getroffen worden.



illustratie
nationale tentoonstelling: het paviljoen van de oude kunst.


't Is niet met juistheid te zeggen of het beter is 's morgens of 's avonds te gieten. Wel heeft eene begieting des avonds dit voor, dat het water gedurende den nacht geheel in den bodem dringt en dus niets er van voor de planten verloren gaat, - wel verdampt er bij eene begieting in den morgen al dadelijk een groot deel van het gebruikte water en komt dus niet aan de planten ten goede; maar hier staat tegenover dat men bij eene begieting des avonds nogal eens gevaar loopt zijne planten des nachts door de vorst te zien lijden. Dikwijls toch gebeurt het dat het midden in den zomer des nachts of des morgens vriest. Hoe heet toch de zon in de verloopen maand augustus scheen, toch is het een feit dat het in die maand in twee nachten vroor en wel juist in die nachten, toen de zon des daags het meeste de planten verschroeide en hun leven met vernietiging dreigde.

Bloementeelt.

De leeuwenbek. Wanneer ik een lijstje schrijven moest van bloemen, welke reeds in den ouden tijd bekend en bemind werden, dan zou ik voorzeker niet nalaten hierop de leeuwenbekken te plaatsen. Hoe oud deze bloemen echter zijn, hoe lang de tijd misschien achter ons ligt, op welken zij tot de zoogenaamde mode-bloemen behoorden, toch zijn ze nog niet veranderd en vergeten en ik geloof niet dat ze ooit veranderd of vergeten zijn zullen. Hare ongemeene bloemrijkheid toch, gevoegd bij de verscheidenheid harer kleuren, blijven er mij borg voor dat zij de lievelingen van bloemenvrienden blijven zullen.

De leeuwenbekken worden door mij steeds als tweejarige planten behandeld. Ik zaai ze in de maand september op een vruchtbaar, naar het zuiden gelegen plekje uit. De zaadjes zijn zeer fijn en mogen na de zaaiing slechts even met aarde bedekt worden. 't Is zeer opmerkelijk dat het eene deel der zaadjes gewoonlijk veel spoediger ontkiemt dan het andere; dikwijls gebeurt het dat sommige plantjes eerst boven den grond komen als andere van dezelfde zaaiing reeds groot genoeg zijn om verplant te worden, ja, 't gebeurde bij mij wel eens dat in de lente nog plantjes opkwamen uit een zaaisel, waarvan andere reeds in vollen bloei stonden. Men moet dus niet te spoedig denken dat de zaaiing van leeuwenbekken mislukt is.

De leeuwenbekken weêrstaan in den vollen grond de koude van den winter zeer goed; eene dunne bedekking met dorre boombladeren is in zeer strenge winters echter niet af te keuren, maar verdient geene aanbeveling bij gematigde winters. Men kan de in september gezaaide vóór of na den winter op het perk brengen waar zij bloeien moeten; zulks hangt van de grootte der plantjes af. Het verplanten verdragen zij steeds uitmuntend. In het najaar gezaaid, bloeien de leeuwenbekken in het volgende jaar van 't laatst van mei tot het begin van october.

In den laatsten tijd bieden de groote bloemzaad-houders onder den naam van Antirrhinum majus nanum eene dwerg-varieteit der leeuwenbekken aan, welke boven de gewone soort aanbeveling verdient.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken