Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1880-1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.24 MB)

Scans (1396.84 MB)

ebook (31.83 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Nuttige wenken en opmerkingen over land- en tuinbouw.

Boomteelt.

Het vermenigvuldigen van vruchtboomen door zaad. 1. Het is wezenlijk een zeer merkwaardig verschijnsel dat er onder de talrijke beminnaars van land- en tuinbouw nog altijd zoo weinig worden gevonden, die zich bezig houden met het vermenigvuldigen der vruchtboomen door zaad. Of de oorzaak van dit verschijnsel gelegen is in de onbekendheid van velen met deze voorttelingswijze, zal ik niet beslissen. Liever wil ik, met het oog op het groote belang dezer zaak, eenige wenken ten beste geven over het zaaien van appel- en pereboomen, in de hoop dat deze wenken mogen bijdragen tot het bevorderen der vruchtboomteelt.

Het eerste punt dan, waarop men bij het toepassen dezer cultuur te letten heeft, is het verzamelen en bewaren van appel- en perepitten. Om die te verkrijgen is het echter alleen noodig dat men gedurende den zomer en den herfst de zaden bewaart van gebruikte appels of peren. Men moet er evenwel voor zorgen dat men enkel pitten neemt van gave en doorrijpe vruchten, terwijl men bij voorkeur de zaden neemt van goede appel- en peersoorten. Men kan de verzamelde zaden op verschillende tijden uitzaaien en wel in november of maart, vóór of na den winter. De tijd van zaaiing hangt geheel af van den aard en de gesteldheid van den grond, waarop men zaaien wil. Is de grond warm en droog, dan is het aan te bevelen de pitten in november in den grond te brengen; is hij daarentegen koud en nat, dan moet men het zaaien tot in de lente uitstellen. Kan men in november niet zaaien, wijl de soort en de ligging van den grond dit verbiedt, dan moet men de zaden tot het voorjaar bewaren. Het is bij deze bewaring echter noodig eenige voorzorgen te nemen om de ontkieming na den winter te bevorderen en het geregeld opkomen der jonge vruchtboomkens zooveel mogelijk te helpen. Het is daarom verkeerd de pitten gedurende den winter droog te bewaren en ze vóór de zaaiing in maart eenigen tijd in regenwater te laten weeken, zooals ik wel eens doen zag. Zaden, dieop deze manier behandeld worden, kiemen in het voorjaar slecht en het

[pagina 80]
[p. 80]

gebeurt zeer dikwijls dat een groot gedeelte er van niet of zeer laat in het jaar opkomt. Wil men de pitten in den winter goed behandelen, dan gaat men op de volgende manier te werk. Men neemt een bloempot of een sigarenkistje en legt op den bodem hiervan een laag vochtig zand van 2 cM. dikte. Op dit zand strooit men de pitten uit en wel zóó, dat de geheele oppervlakte met pitten wordt bedekt en deze toch nergens op elkander komen te liggen. Over deze laag pitten heen, strooit men nu weder een laag vochtig zand ter dikte van 1 cM. Hierop brengt men weêr pitten, welke men ook weêr met vochtig zand bedekt. Op deze manier gaat men voort, steeds een laag zaden met een laag vochtig zand overdekkende, tot men geene zaden meer heeft. Men dekt vervolgens de laatste laag pitten met eene laag zand van 5 c.M. en plaatst nu den pot of het kistje tot het voorjaar in den kelder of op eene vorstvrije plaats buiten in den grond. Zóó bewaard, droogen de pitten niet uit, maar beginnen integendeel langzaam in het vochtige zand te zwellen, zoodat zij, tegen dat maart in 't land komt, het ontkiemen nabij zijn of reeds pluim en worteltje vertoonen en dus in den grond moeten gebracht worden. Over de zaaiing, welke nu volgen moet, even als over die in november, benevens over de bereiding van den grond voor appel- en perepitten, spreek ik in de volgende nummers.

Landbouw.

Iets over weiden. Op de meeste plaatsen in ons land is de maand november door de landbouwers er voor bestemd om de wintergranen aan de aarde toe te vertrouwen. Menigmaal was ik er om dezen tijd van het jaar getuige van hoe verkeerd velen nog handelen bij de cultuur dezer granen, welke op vele plaatsen toch bovenaan staan op de lijst der geteelde gewassen. Niet zelden toch zag ik tarwe, rogge en gerst verbouwen op weilanden, waarop het gras door gebrek aan het noodige voedsel niet meer groeien kon. Men ploegde die weiden, welke vele jaren dikwijls zonder eenige bemesting, met gras waren begroeid, eenvoudig om; men ‘scheurde,’ zooals men dit gewoonlijk noemt, het oude weiland, om er, dikwijls zonder eene toevoeging van mest, bovengenoemde granen te zaaien en men hoopte niet alleen op een rijken oogst, maar men dacht daarenboven door zulke behandeling de weiden weêr voor den groei van het gras geschikt te maken, haar heure oude voedzaamheid terug te geven en ze als het ware te verjongen en te vernieuwen. Men scheen te denken dat het gras gedurende zijn leven geen voedsel noodig had gehad en het enkel van de aarde eene standplaats, geene voeding had genoten. En nog erger: men gaf zich geene rekenschap van de onderlinge verwantschap der opeenvolgende planten, welke zoowel bij de gewassen als bij de menschen en dieren bestaat. Het gras en de granen toch behooren beide tot dezelfde plantenfamilie en hebben, behalve vele andere eigenschappen, ook deze eigenschap met elkander gemeen, dat zij hetzelfde of bijna hetzelfde voedsel voor hare ontwikkeling noodig hebben. De oude weilanden dus, bijna niet meer in staat om hun gras te onderhouden, moeten nu, dikwijls zonder eenige vergoeding van het geleden verlies aan plantenvoedsel, de granen voeden, wier halmen groot worden en meer eischen stellen aan het bijna uitgeputte weiland. En in plaats van uitputting, verwacht men van deze cultuur verbetering; in plaats van verarming, verrijking van den bodem! Het zal dan ook wel onnoodig zijn te zeggen hoe deerlijk hij, die zoo handelt, zich bedrogen ziet. De oogst der granen valt tegen, en de graszaden, welke later weêr op de omgeploegde weilanden worden uitgestrooid, geven, door gebrek aan het noodige voedsel, het leven aanzwakke grasplantjes, veel te teêr om het vol te houden tegen de talrijke onkruiden, welke overal welig opschieten dáár, waar de groei der geteelde gewassen kwijnt.



illustratie
werkplaatsen van de naamlooze maatschappij ter exploitatie der steengroeven rombaux.


Ik ben geen tegenstander van het zoogenaamd ‘schenren’ der weilanden; integendeel: ik denk dit werk voor vele weiden goed, zelfs noodzakelijk en vooral voor die weilanden, welke door slechte behandeling uitgeput zijn, en door de soort van planten, welke er op voorkomen, het bewijs leveren dat men ze dikwijls vergat te mesten, dat men ze exploiteerde zonder te denken aan het restitutie-stelsel, dat overal in de natuur heerscht. Nog eens: ik ben in zulke omstandigheden geen tegenstander van het ‘scheuren;’ maar ik kan mijne goedkeuring niet hechten aan de cultuur, welke op de ‘scheuring’ volgt. Ik wil dus in het volgende nummer eens opgeven hoe eene oude weide na de ‘scheuring’ moet behandeld worden om in eene nieuwe veranderd te worden, en tevens de middelen aan de hand doen, welke het onnoodig maken het weiland voor een tijd in bouwland te herscheppen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken