Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1880-1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.24 MB)

Scans (1396.84 MB)

ebook (31.83 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Merkwaardigheden op het gebied van wetenschap, nijverheid en kunst.

INHOUD: - De uitvinder der lucifers. - Een nieuwe vezelplant. - Een kompasplant. - Een natuurlijk wapen. - Een dorp van goud. - Middel tegen ijzerroest. - Een oudleidkundige ontdekking. - Om bevroren vruchten te ontdooien.

Eene menigte uitvindingen worden elkander door verschillende personen betwist, even als meerdere steden elkander de eer betwisten de bakermat van beroemde uitvinders te zijn geweest. Zulks is niet slechts met uitvinders en uitvindingen van vroegere eeuwen het geval, maar zelfs uitvindingen van jongeren datum worden dikwijls aan verschillende personen toegeschreven. Zulks is o.a. het geval met den uitvinder der zoo algemeen bekende en algemeen gebruikte lucifers. Zoo meldden dezer dagen de hongaarsche bladen den dood van zekeren Irinyi, die in het jaar 1836 op de polytechnische school te Weenen de lucifers zou uitgevonden hebben, van welke uitvinding hij echter niet het minste voordeel had getrokken. Het bericht van dat overlijden werd tegengesproken niet alleen, met de bijvoeging dat Irinyi nog gezond en wel te Grosswardin leefde, doch van eene andere zijde werd gemeld, dat niet Irinyi, maar Jan Frederik Kammerer, geboren in Zwaben de uitvinder der lucifers is. Wegens een politiek misdrijf in de sterkte Asperz opgesloten, zou hij in 1833, in zijne vrije uren, de eerste lucifers vervaardigd hebben. Toen hij zijne vrijheid herkreeg, vroeg hij een brevet op zijne uitvinding, 't geen hem echter geweigerd werd, omdat het nieuwe product, naar men meende, tallooze gevallen van brand na zich moest sleepen.

Een Engelschman, apotheker te Stockton kreeg lucht van de zaak en richtte de eerste lucifersfabriek op; na weinige jaren was hij millionair. Aan wien van beide eerstgenoemden intusschen de eer der uitvinding toekomt, aan den Hongaar Irinyi of den Zwaab Kammerer, dit schijnt zeker dat de uitvinder der lucifers geen het minste voordeel van zijne uitvinding getrokken heeft, daar laatstgenoemde in 1857 in zeer behoeftige omstandigheden in een zinneloozengesticht overleed.

 

De amerikaansche consul te Vera-Cruz (Mexico) vestigt de aandacht der industrieelen op eene nieuwe vezelplant, tot de familie der cactussen behoorende en door de Mexicanen pita genoemd. Deze plant schijnt in de naaste toekomst voor Mexico eene bron van rijke inkomsten te zullen worden. De vezels van deze cactussoort bereiken eene lengte van vier of vijf meters; zij is sterk zijachtig en laat zich met het grootste gemak in zeer fijne draden verdeelen. Eenige maanden geleden zond een handelaar van Vera- Cruz eene zekere hoeveelheid dier vezelstof naar Engeland om tot servetten verwerkt te worden; het weefsel, dat hij terug ontving, was buitengewoon sterk en schoon; het geleek meer op zilverweefsel dan op katoen. De merkwaardige plant groeit in Mexico in het wild en bedekt er honderdduizenden bunders land.

 

Eene andere plant uit de Nieuwe Wereld is niet minder opmerkelijk, zij het ook uit een geheel ander oogpunt. Men heeft namelijk in de oorspronkelijke bosschen van Texas eene plant ontdekt, welker blaêren de eigenschap bezitten zich gedurig naar het noorden te wenden, zoo dat ze als wegwijzer, of om zoo te spreken als kompas kunnen dienen voor hen die deze uitgestrekte en ter nauwernood bekende bosschen doorkruisen.

Het is eene haarachtige, overblijvende plant. De plantenkundigen hebben haar den naam van sylphium laciniatum gegeven; de Amerikanen noemen haar zeer eigenaardig compass plant (kompasplant).

 

De natuur heeft aan eene menigte dieren - zelfs aan planten - doelmatige wapenen gegeven ten aanval of ter verdediging; een der merkwaardigste aanvalswapenen bezit een kleine vischsoort in Japan, namelijk een soort van geweer, bestemd om hare prooi, de insecten, neêr te schieten, 'tgeen het vischje de altijd onzekere kans bespaart te moeten wachten tot een vlieg of mug zich in het water verdrinkt. Het wapen is op den neus geplaatst, vlak tusschen de oogen, - een voortreffelijk mikpunt dus. Zoodra de choelodon, aldus wordt het merkwaardige vischke genoemd, een insect bemerkt, dat zich op een boomtak boven het water bevindt, nadert zij snel, plaatst zich in positie, mikt en doet haar prooi met een nooit missend schot in het water tuimelen. Het doodende wapen is een soort van wind roer, het projectiel een druppel water. Het wild stort, bedwelmd, van den tak en wordt aldus eene gemakkelijke prooi voor den visch, die dubbel tevreden moet zijn, èn over het welgelukt schot, èn over de gelegenheid, welke hem geboden is zijn eetlust te voldoen.

 

Van Europa naar Amerika, van Amerika naar Azië, van Azië terug naar Amerika in zeer korten tijd - zulk een snelheid mag zelfs de telegraaf ons benijden. Wij bevinden ons weêr in de Vereenigde Staten. In Nieuw-Mexico, op dertig mijlen afstands van Santa-Fé, is onlangs eene merkwaardige ontdekking gedaan. Men heeft bevonden dat het dorp Las Placitas aldaar gelegen is op een buitengewoon rijke goudhoudende ertslaag en dat de woningen uit steenen opgetrokken zijn, die zeer veel goud bevatten. Zoodra de ontdekking bekend werd, begaven zich de gouverneur van Santa-Fé en eenige ingenieurs onmiddellijk ter plaatse en in hunne tegenwoordigheid werd het gesteente, waarop het zonderlinge dorp gebouwd is, aan een onderzoek onderworpen. Dit onderzoek leidde tot het verrassende resultaat, dat de rotsgrond voor niet minder dan 12.000 gulden per ton aan goud bevat. Het geheele dorp strekt zich over de goudhoudende ertslaag uit en is omringd door overblijfselen van rotsen, die een waarde van 20 francs per pond vertegenwoordigen.

 

In Engeland wordt het volgende middel aangewend om het ijzer, en vooral gepolijst stalen voorwerpen, voor roest te bewaren. Men neme:

Gekookte lijnolie 1 liter
Bruine vernis 1 liter
Terpentijn 1.25 liter
Kamfer 45 gram,

dat men bij elkander mengt en in een waterbad doet smelten. De ijzeren of stalen voorwerpen worden in het mengsel gedompeld en, na er eenige oogenblikken in gebleven te zijn, met warm water gewasschen en afgedroogd. Het metaal is daardoor voor alle roest beveiligd.

 

Keeren wij ons van het heden en de toekomst tot het verleden. Uit de grieksche geschiedenis herinnert zich de lezer den vermaarden veldslag

[pagina 115]
[p. 115]

van Cheronea, op den 3en augustus 338, die zoo noodlottig voor de Grieken uitviel en waarbij Griekenlands onafhankelijkheid verloren ging. Aan den voet van den Parnassus werden de vereenigde Thebanen en Atheners door de 30.000 man sterke legermacht der Macedoniërs, onder de bevelen van hun koning Philippus en diens zoon Alexander zoo goed als vernietigd. Zoo vreeselijk was de schok, zoo woedend de strijd, dat de rivier, welke door de vlakte loopt, den naam van Aimon, bloedrivier, ontving. Het ‘heilige legioen’ der Thebanen, uit driehonderd heldhaftige jongelieden bestaande, hield het langst den strijd vol en werd tot den laatsten man door de macedonische wapenen verslagen. De stoffelijke overblijfselen dier driehonderd helden, die twee en twintig eeuwen in den schoot der aarde eene rustplaats gevonden hadden (zij waren, daags na den veldslag, op de plek zelve begraven) zijn kort geleden gevonden en grootendeels opgegraven.

Op vijf minuten afstands van het dorp Cheronea, thans Capraina genoemd, lagen de verbroken ledematen van een reusachtigen leeuw verstrooid, door de domme hebzucht verbrijzeld, in de hoop van onder het voetstuk schatten en kostbaarheden te zullen vinden. Men had den marmeren kolossus, getuige van de heldendaden der oude Grieken, ondermijnd en doen springen. Sedert eenige maanden had men op die plek opgravingen gedaan en in de eerste plaats een muur ontdekt ter lengte van 25, ter breedte van 15 en ter hoogte van 2 meters. Deze muur bleek het kerkhof te zijn van het Thebaansche legioen, immers ter diepte van 4 meters vond men op een leemen bodem de overblijfselen van 185 Thebanen, in evenwijdige rijen van 40 man naast elkander gelegd, en nog in de zelfde houding geplaatst als toen zij, nu meer dan twee en twintig eeuwen geleden, strijdende den dood vonden. De hoofden van de tweede rij rusten aan de voeten van de eerste en zoo vervolgens. Bij allen zijn nog de diepe wonden zichtbaar, die hun dood ten gevolge hadden. Sommigen hebben het lichaam door een lansstoot doorboord, anderen is de kinnebak ontwricht of verbijzeld, wederom anderen is de schedel door een zwaard slag gespleten, enz. Het is merkwaardig, dat alle tanden nog in den mond gevonden worden. Wapenen heeft men niet ontdekt; overigens men weet, dat die den overwonnenen ontnomen wer den; men heeft echter eene zekere hoeveelheid in het midden doorboorde beenen knoopen gevonden en schalen van gebakken aarde met dubbele handvatten. De opgravingen worden voortgezet om ook de 100 andere gezellen van de Thebaansche groep te ontdekken, evenals de twee platen die ter linker- en rechterzijde van den leeuw van Cheronea waren aangebracht en waarop voor de nakomelingschap de namen der 300 helden van Thebe gegrift waren.

 

Bevrozen vruchten of groenten mogen niet te plotseling ontdooid worden, anders zijn zij onherroepelijk verloren. Het volgende middel is geheel afdoende. Men giete versch koud water in een diep vat en voege er een paar handen vol keukenzout bij; wanneer het zout gesmolten is, doe men de vruchten in het water. Na eenigen tijd zullen zij weêr bruikbaar en frisch als te voren geworden zijn. Bevrozen eieren worden op de zelfde wijze behandeld.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken