Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1880-1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.24 MB)

Scans (1396.84 MB)

ebook (31.83 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Merkwaardigheden op het gebied van wetenschap, nijverheid en kunst.

INHOUD: De veepomp te Gendringen. - Onraadverklikkers. - Een loup om in het donker te lezen. De vliegkracht der biën.

Achterstaande gravure geeft ons eene voorstelling van eene zeer eigenaardige en practische uitvinding van den landbouwer H. Brugman te Gendringen in Gelderland, die ons de teekening en uitlegging van zijn vernuftig uitgedacht toestel heeft toegezonden. Het is eene pomp of fontein, waaraan de koeien zelf het water kunnen putten, dat zij tot lessching van haar dorst behoeven. Daartoe hebben zij niets anders te doen, dan zich op de brug te begeven, waarop een waterbak geplaatst is, daar die bak zich in dat geval vanzelf met water vult.

Met behulp van achterstaande afbeelding zullen wij trachten duidelijk te maken, hoe dit in zijn werk gaat. Genoemde brug, die aan het achtereind op de manier eener basculebrug om eene spil draaien kan, is aan het andere eind door middel eener ijzeren stang aan den arm van een hefboom opgehangen en maakt evenwicht met een bakje aan den anderen arm van den hefboom, waarin gewicht gelegd wordt.

Zoodra nu een koe op de brug komt om uit den daarop staanden bak te drinken, dan zakt de brug naar beneden, maar voert tevens eene buis mede, waarin eene kraan is aangebracht. De beide zijbalken der brug hangen namelijk in stroppen, welke aan die buis verbonden zijn, zooals op de afbeelding gemakkelijk te zien is.

De aldus naar beneden geduwde buis, die 2.5 meter lang is, is aan het ondereind voorzien van een houten zuiger, met een lederen rand omringd, die op zijne beurt in een cilinder van dik zink sluit. Gaat nu de buis met den zuiger naar beneden, dan wordt het water, dat zich in den cilinder bevindt, evenals in eene gewone pompbuis samengeperst, en zal langs de pijp omhoog stijgen, om door middel van het kraantje den drinkbak der koe te vuilen. Door middel van eene klep in den houten bodem van den cilinder, die beneden den stand van laag water gelegen is, blijft de cilinder bestendig met water gevuld.

Op de beschreven wijze kan de pomp 20 liters water opgeven, die de koe nagenoeg even gauw uitdrinkt als ze uit de kraan vloeien. Het spreekt vanzelf, dat de brug hierbij moet zakken en inderdaad daalt ze wel 25 centime er.

Gaat echter de koe weg, dan komt ten gevolge van het gewicht in het bakje, de heele toestel weêr in evenwicht, en eene andere koe kan op hare beurt komen drinken.

Brugman verhaalt ons, dat hij in 1863 bij Gendringen zulk eene pomp gezet heeft, die tot nu toe flinke diensten heeft bewezen, maar op het oogenblik defect is. Zes jaar later maakte hij een dergelijke voor zijn neef G. Brugman,

[pagina 267]
[p. 267]

bij wien ze thans, na twaalf dienstjaren, nog in volle werking is.

Belangstellenden, die den uitvinder wellicht mochten toevoegen: ‘Gij kunt praten als Brugman; ik geloof het niet voor ik het zie,’ - kunnen zich dus met eigen oogen van de degelijkheid zijner uitvinding overtuigen.

 

Brugman deelt ons nog mede, dat voor een jaar of acht een timmerman getracht heeft zijne pomp na te maken, maar dat het dezen niet gelukt is: de pomp wilde geen water geven en is terstond weêr afgebroken.

Was de timmerman er echter in geslaagd, hetzelfde resultaat als Brugman te verkrijgen, dan had hij diens uitvinding, tot schade van den uitvinder, kunnen exploiteeren, en voor de zooveelste maal zou men eene herhaling der geschiedenis van Columbus en Americus gezien hebben.

Het geval herinnert ons aan het antwoord, dat wij dezer dagen van den Haagschen geluidkundige Lefèbre ontvingen op onze vraag om eene beschrijving van diens Onraadverklikkers. Dit is een toestel, dat men bijvoorbeeld in de nabijheid van brandkasten kan aanbrengen, ten einde gewaarschuwd te worden wanneer iemand dit meubel te na komt. In dat geval doet zich namelijk een eigenaardig geluid hooren en verklikt alzoo dat er onraad is. Hoe de toestel in elkaar zit weten wij niet, daar de heer Lefèbre ons eene uitlegging weigerde, uit vrees voor mogelijken namaak, waarvoor de wet hier te lande den uitvinder niet beschermt. Terecht drukte hij den wensch uit, dat ook hier evenals in het buitenland brevetten zouden ingevoerd worden, waardoor uitvinders en ontdekkers tegen nabootsing beveiligd zouden zijn, en wij kunnen niet anders dan dien wensch beamen.

Werd die leemte in onze wetgeving aangevuld, het getal uitvindingen zou er stellig door toenemen; want in vindingrijkheid - het verleden leert het ons - behoeft de Nederlander voor geen ander volk achter te staan.

 

Reeds vroeger maakten wij melding van de uitvinding eener lichtgevende verfstof. Thans vernemen wij weêr van eene zeer vernuftige toepassing daarvan, en wel tot het maken van een loup, waarmede men in het donker lezen kan. Het behoeft niet gezegd welk nut zulk een voorwerpje kan opleveren voor het gebruik in kelders of donkere ruimten, waar men uithoofde van brandgevaar geen licht mag binnen brengen. Daarenboven is het op slaapkamers een uitstekend vervanger voor het meestal walmend en altijd gevaar opleverend nachtlichtje. Wil men gedurende den nacht op zijn horloge zien, men zal voortaan zelfs geen lucifer behoeven aan te steken: men neemt eenvoudig zijn zelflichtende loup ter hand.

Doch ziehier de beschrijving:

Het kleine werktuig bestaat uit een vergrootglas, gevat in een trechtervormig kokertje, welks binnenwand met lichtgevende verf bestreken is. Wanneer men nu het instrumentje met de glaszijde voor het oog houdt, wordt het voorwerp, dat men wil waarnemen, door de uitstraling der verfstof verlicht, en dat wel in voldoende mate om gewoon klein schrift duidelijk te lezen, te meer daar de letters ten overvloede nog sterk vergroot worden.

Ook dit voorwerp dient overdag aan het licht blootgesteld te worden, opdat het de noodige hoeveelheid licht, die het 's nachts moet uitstralen, kunne opdoen. Zonlicht is daartoe het beste, maar niet onvoorwaardelijk noodig.

Het werktuigje is tegen zeer matigen prijs in een der voornaamste magazijnen van natuur- en gezichtkundige instrumenten te Amsterdam te verkrijgen.

 

Ten slotte nog eene kleine bijzonderheid ter completeering van het artikel in een vorig nommer over de spierkracht der insecten.

De biën bezitten in verhouding tot hare grootte eene zeer aanmerkelijke vliegkracht en men wist reeds sinds lang, dat zij zich uren ver van hare korven verwijderen, om haar oogst binnen te halen. In den laatsten tijd heeft men daaromtrent eene ontdekking gedaan, die inderdaad verrassend is. Het is gebleken dat biën van de eilanden Guernsey en Jersey in het Kanaal naar de fransche kust, alzoo omstreeks vijftien engelsche mijlen ver vliegen, om daar honing te verzamelen en dien naar hare woningen op genoemde eilanden te dragen. Zij hebben dus tweemaal den aanzienlijken afstand - voor de heen- en terugreis namelijk - af te leggen, zonder onderweg een oogenblik te kunnen uitrusten, daar de zee geen bloempjes aanbiedt, waarop zij zich kunnen nederzetten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken