Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1880-1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.24 MB)

Scans (1396.84 MB)

ebook (31.83 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Merkwaardigheden op het gebied van wetenschap, nijverheid en kunst.

INHOUD: Machine tot kneding en vorming van broodd eg. - Meivorstén met zekerheid te voorspellen. - Huizen van katoen en stroo - De mensch een vergiftig wezen.

Ditmaal hebben wij een werktuig te bespreken, dat voorzeker aanspraak mag maken op degelijkheid, en wel in dubbelen zin, daar het de vervaardiging van deeg betreft.

Sedert langen tijd bestaan er ten dienste der broodbakkers kneedmachines, waardoor het kneden van het deeg met handen en voeten, töt geruststelling van alle kieskeurige monden, gelukkig is komen te vervallen. Even als ieder werktuig was echter ook de kneedmachine voor verdere volmaking vatbaar; dat begrepen terecht de Gebr. Caners te Ravenstein in Noordbrabant, die dan ook, door ondervinding en oplettendheid, dit werktuig tot eene volkomenheid brachten, welke het alleszins op eene behandeling hier ter plaatse recht geven.

De kneedmachine der Gebr. Caners levert in den zelfden tijd meer en beter bewerkt brooddeeg dan drie geoefende trappers, wier bewegingen overigens nooit zoo gelijkmatig kunnen zijn als die der machine. Daarenboven is zij ook eene vormmachine en levert als zoodanig het deeg cilindervormig af, zoo dat er nagenoeg geen werk voor de handen meer overblijft. Door middel van een daartoe aangebrachten hefboom wordt dit deeg naar verkiezing op de gewenschte lengte afgeknipt en levert alzoo brooden van elke zwaarte.

De kracht, die vereischt wordt, om de machine in beweging te brengen, is zeer gering; een jongen van veertien jaren kan ze gemak kelijk drijven en aldus in een uur tijds het deeg voortbrengen voor vijftig brooden van vijf kilogram. De geringe plaats, die het werktuig beslaat, maakt het tevens voor de kleinste bakkerijen geschikt.

Zoo als op de gravure gemakkelijk te zien is, bestaat de kneedmachine uit een cilindervorm!- gen ketel, die tusschen een houten raam is aangebracht. Behalve dit raam, zijn al de deelen van dit werktuig uit ijzer of staal vervaardigd. Een eenvoudig ingericht raderwerk, dat voor iemand, die eenigzins met machinerie bekend is, voldoende door de teekening verduidelijkt wordt, brengt binnen in den ketel een aantal messen in beweging, die het deeg moeten bewerken.

Alvorens men van het werktuig gebruik maakt, doet men het meel, dat men tot deeg wil bereiden, in de daarvoor bestemde trog en giet er het noodige vocht op, waarin men eerst den zuurdeesem heeft opgelost, en dat men daarna tot den vereischten warmtegraad gebracht heeft. Is het meel en het vocht vervolgens door elkander gemengd, dan vult men den ketel der machine met dit mengsel, sluit de opening met de schuif en brengt vervolgens den zwingel in beweging. Die beweging wordt door het raderwerk aan de messen in den ketel medegedeeld, en binnen een paar uren is het mengsel tot een taai deeg gekneed.

Nu kan men de schuif openen, het deeg komt als eene taaie cilindervormige massa van volkomen gelijkmatige dikte te voorschijn en kan op de verlangde lengte worden afgesneden.

Tot heden heeft men weinig klachten gehoord over de nachtvorsten, die anders de schoone meimaand gewoonlijk in haar gevolg medebrengt, en die dikwijls gedurende den nacht vernielen wat de meizon overdag heeft te voorschijn geroepen. Maar wat dit jaar niet heeft plaats gehad, kan elk volgend jaar gebeuren, en daarom achten wij het van belang de volgende ontdekking mede te deelen, die den landbouwer in staat zal stellen vooruit te weten of het in mei al of niet vriezen zal.

[pagina 323]
[p. 323]

De Société des Agriculteurs de France en de Société d'acclimatation te Parijs hebben van een groot aantal waarnemers de mededeeling ontvangen, dat de nevels in de maand maart in onmiddellijk verband staan met de dikwijls zoo schadelijke meivorsten. Twee geleerden, de heeren Lefèvre en Millet hebben zich, de een gedurende veertig, de ander gedurende achttien jaren, de moeite getroost van alle nevelachtige dagen in maart zorgvuldig aan te teekenen, en altijd deed zich in mei omstreeks denzelfden tijd rijp voor. De vorst viel qf op denzelfden datum of een dag vroeger of later. De beide waarnemers verzekeren dat hunne berekeningen in dat opzicht, gedurende de lange tijdruimte hunner waarnemingen nooit misten.

De mogelijkheid om twee maanden te voren te kunnen voorspellen, wanneer het in mei zal vriezen, zal stellig door landbouwers en tuiniers met vreugde vernomen worden.

 

In eene onzer vroegere kronieken van merkwaardigheden op wetenschappelijk en industrieel gebied hebben wij gesproken van papieren huizen; thans lezen wij van huizen die uit katoen en stroo zijn opgetrokken, natuurlijk weder in Amerika.

Sedert lang heeft men in de Nieuwe Wereld tot verschillende doeleinden van samengeperst katoen gebruik gemaakt, en sedert eenigen tijd fabriceert men er zelfs steenen van. Daartoe kan katoen van de gemeenste soort en allerlei afval, zelfs die uit wolfabrieken, worden aangewend; men verwerkt die stoffen namelijk tot eene soort van pap, die zoo hard als steen wordt. Vervolgens worden de katoenen steenen met eene stof bestreken, die ze tegen vuur en water bestand maakt. Mag men de amerikaansche bladen gelooven, dan moet het veel gemakkelijker zijn uit katoen een huis te bouwen, dan uit gewonen baksteen, terwijl de prijs van het materiëel slechts een derde van de gewone kosten bedraagt.

Het houtwerk der katoenen huizen bestaat uit stroo. Dit wordt insgelijks tot eene pap gekookt, met eene scheikundige oplossing gedrenkt, samengeperst en aldus, tot eene taaie, waterdichte en moeilijk brandbare stof gemaakt, die sprekend op hard hout gelijkt, en voortreffelijk voor timmer- en schrijnwerk geschikt is. Voor het vuur verhit, kan het in alle richtingen gebogen worden en allerlei vormen aannemen, terwijl verf en vernis er beter en duurzamer op houden, dan op natuurlijk hout. Daarenboven is het stroohout ongevoelig voor den invloed van weer en wind en krijgt, hoezeer ook aan zonneschijn of regen blootgesteld, geen scheuren of bersten.

 

In eene der laatste zittingen van de Académie de Médecine te Parijs heeft zekere heer Pasteur eene vreeselijke ontdekking medegedeeld: een nuchter mensch moet onder de vergiftige wezens gerangschikt worden.

De heer Pasteur is namelijk, na verscheidene konijnen te hebben doen sterven door hun het speeksel van een kwaadaardig kind in te enten, op het denkbeeld gekomen die inenting te probeeren met een kind in gewone omstandigheden, en ook ditmaal stierven de ongelukkige konijntjes.

Volgens den heer Pasteur moet dit resultaat worden toegeschreven aan zeker venijnig woekerinsect in het speeksel der kinderen; wanneer dit insect in het bloed van sommige dieren gebracht wordt, heeft dit voor hen doodelijke gevolgen. Dat insect zou ook worden aangetroffen in het speeksel van den volwassene, zoolang hij nuchter is. Gelukkig verdwijnt het.vergiftige diertje uit den mond. Zoodra men ontbeten heeft; het wordt door de spijzen naar de maag gevoerd.

Maar als de beet van den mensch vergiftig kan zijn, zal men vragen, hoe komt het dan, dat in zekere klasse der maatschappij, waar men elkaar van tijd tot tijd in den neus bijt, dergelijke gevallen zelden doodelijke gevolgen hebben? Men vergete echter niet, dat lieden, die elkaar in den neus bijten, gewoonlijk allesbehalve nuchter zijn; integendeel....


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken