Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 13 (1880-1881)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 13Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 13

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (38.24 MB)

Scans (1396.84 MB)

ebook (31.83 MB)

XML (3.01 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 13

(1880-1881)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Nuttige wenken en opmerkingen over land- en tuinbouw.

Groenteteelt.

Geen planten koopen, maor zaad. II. In mijn vorig artikel over dit onderwerp, opgenomen in nummer 40 van de Illustratie, zegde ik aan het slot, dat ik overtuigend hoopte te bewijzen dat het koopen van groenteplanten minder verkieselijk is dan het koopen van groentezaad. Ik wil trachten die bewering thans te staven, die bewijzen te leveren.

Vooreerst wijs ik dan op het groote verschil dat er in de meeste gevallen zal blijken te bestaan tusschen de grondsoorten, waarop de planten uit zaad zijn gewonnen en die waarop ze later zullen moeten doorgroeien. Ik zal mij duidelijker uitdrukken; want velen begrijpen misschien den zin dezer woorden niet. Gij zijt dan eigenaar of huurder van een hof, lezer, die geheel bestaat uit lichten zandgrond en die tamelijk van mist is voorzien. Het is uwe gewoonte steeds groenteplanten te koopen bij de hoveniers in uwen omtrek, die planten voor den verkoop kweeken. Ik neem nu vooreerst eens aan, dat gij bij die hoveniers persoonlijk uwe planten gaat plukken - zoo als in eenige streken de gewoonte is - en dat gij krachtige, gezonde planten goedkoop plukken kunt. Gij weet echter zoo goed als ik, lezer, dat de hoven der hoveniers door herhaalde zware bemistingen zoo overvloedig van plantenvoedsel voorzien zijn, dat alles, wat zij er op zaaien, dadelijk goed is opgeschoten. Zie maar eens in het vroege voorjaar, als die hoven worden omgespit, hoe zwart en vettig de aarde er uitziet Lijkt wel of ze uit vergane miststoffen bestaat en toch bij elke spitting ontvangt elk bed weder eene ruime bemisting van goede mistsoorten. Let vervolgens maar eens op, als wij verder in de lente komen of tot den zomer genaderd zijn, hoe welig bijv, spinazie, raapstelen en dunsel in die hoven groeien en hoe spoedig een krop salaad, eene radijs, eene bloemkool voor den verkoop geschikt zijn. Men ziet die planten als het ware grooter worden; onafgebroken groeien zij door, zoo 't weder maar eenigzins meêvalt.



illustratie
de houtbereidingsmachine van rené


Ook de groenteplanten, door den hovenier voor den handel gezaaid, deelen in die algemeene snelheid van wasdom. Dank zij den vruchtbaren grond, wassen zij malsch op en staan op het oogenblik, dat gij ze komt plukken, in volle kracht te velde. Maar nu komt er een keerpunt in haar leven. Gij plant die planten in uwen zandigen, in vergelijking met den hoveniershof, schralen grond. Gij neemt ze van den rijken disch weg en plaatst ze aan eene tafel, waar - altijd vergelijkender wijs gesproken - schraalhans keukenmeester was. Zij genoten tot dusverre het vette der aarde in letterlijken zin en zullen zich van nu af met het meer magere moeten zien te behelpen. Wat wonder dan ook dat de gekochte groenteplanten in den regel traag doorgroeien, lang kwijnen en niet zelden, zoo het weder tegenvalt, door gebrek aan het noodige voedsel sterven? ln een volgend artikel hierover meer.

Bloementeelt.

Het planten der Knol-Begonia's op de bloemperken. Toen ik voor eenigen tijd in dit tijdschrift een paar artikels schreef over de Knol-Begonia's in het algemeen en over de kweeking dier prachtige bloemen, beloofde ik iets over hare planting in den bloemhof te zeggen, Zoodra de tijd dier planting zou gekomen zijn. Die tijd is thans daar - we zijn in juni - en ik wil mijne belofte houden.

Om de Knol-Begonia's gedurende den zomer in volle pracht te zien, is het vooreerst noodig dat zij geplaatst worden op een perk, waar zij den geheelen dag de volle zon kunnen genieten. Heeft men zulk een perk uitgekozen, dan wordt het zeer diep gespit en rijkelijk van mest voorzien. De beste mest is oude, goed verteerde koemest. Kan men over bladaarde, turfmolm of boomaarde beschikken, dan is het zeer aan te raden die stoffen op het perk te brengen: zij bevorderen den groei der Knol-Begonia's nog meer dan eene ruime toevoeging van koemest.

Men kiest nu verder een regenachtigen dag in Juni uit om de planten, welke men op de manier zooals ik vroeger opgaf binnenshuis heeft gekweekt, op het perk te brengen. Sommige planten zullen waarschijnlijk al bloemknoppen vertoonen of misschien reeds bloemen draden. Dit belet echter niet dat ze dan nog even gemakkelijk op het perk kunnen geplaatst worden als de andere, welke nog niet zoo ver zijn ontwikkeld. Om de planten gemakkelijk uit de potten te krijgen, zonder de planten of de potten te beschadigen, giet men eerst de aarde in de potten goed nat; daarna keert men elken pot het onderst boven en slaat met de vuist tegen den bodem: de planten schuiven dan onmiddellijk uit de potten en lijden door die ontplanting niets, zoo men ten minste Voorzichtig te werk gaat en zorgt dat de planten niet vallen.

Men plant de Knol-Begonia's op een ouderlingen afstand van 3 dM. Eene dichtere planting schaadt aan den bloei. Spoedig na de plaatsing op het perk beginnen ze volop bloemen te vormen en gaan hiermeê onafgebroken voort tot het laatst van october of het begin van november. Gedurende den zomer vereischen ze weinig zorgen; wanneer men ze bij groote droogte maar nu en dan eens begiet en die, welke dreigen te gaan liggen, aan een stokje opbindt, dan kunnen zij verder onze tusschenkomst missen. Zoodra echter de eerste nachtvorsten invallen, moeten wij ze weder beschermen, als wij ten minste willen dat hunne knollen ook voor het volgende jaar voor het gebruik geschikt zullen blijven. De eerste nachtvorsten toch dooden en verwoesten alles, wat van de Knol-Begonia's boven de aarde staat, geheel. De knollen evenwel worden niet dadelijk vernietigd, maar moeten toch na de eerste nachtvorsten het perk verlaten.

In October spreek ik over die ontplanting en de bewaring der knollen gedurende den winter.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken