Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1881-1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.05 MB)

Scans (1450.37 MB)

ebook (27.56 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1881-1882)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Onze gravures.

De weeze.

Zij kon het niet houden, de arme weeze, binnen de muren der ouderlijke woning, die haar zoo leeg en toch zoo onbeschrijfelijk eng voorkomt, sinds ze er de geliefde wezens niet meer ziet, waartusschen zij is opgegroeid, sinds er de beminnelijke taal harer goede moeder, de gulle lach haars vaders niet meer weêrklinkt. De smart stijgt haar in de keel, doet hare lippen trillen en verduistert hare oogen, als zij de plaats aan het venster verlaten, de bedsteê ledig ziet. En zij trad naar buiten om adem te scheppen. Zij zette zich neêr op de steenen bank, waar zij zoo menigen avond naast hare moeder gerust had. Och! wat was zij thans alleen! Slechts de oude hond vleit zich troostend aan hare voeten; het is of het stomme dier de smart zijner meesteres begrijpt en eerbiedigt. Straks als ze hem toespreekt, zal hij vriendelijk opspringen. Maar het is altijd slechts een hond; welken troost kan men van een redeloos dier verwachten? En troost, och die beteekent toch zoo weinig voor wie ontroostbaar is. Het liefst is zij nog in de eenzaamheid, waar zij vrijelijk weenen kan en in stilte kan luisteren naar het gelispel der bekende stemmen, die zij in het gesuis van het koeltje meent te hooren. Arme weeze!

Spaansche bedelmonniken.

De tijden zijn ver toen de twee figuren onzer gravure bij hunne medemenschen in hooge vereering stonden. Na afstand gedaan te hebben van al hunne bezittingen ten voordeele der armen en zelf arm geworden te zijn, gingen zij nog een stap verder, trokken het grove habijt van den bedelmonnik aan en staken de hand uit naar de openbare liefdadigheid. Het volk kende en eerde hen, want het wist dat hun klooster alleen voor de armen was ingericht en dat de opgegaarde giften van hunne hand in die der armen gleden. Hun zegenrijke werkkring is dikwijls miskend, doch de bewoners der streken waar zij nog tot heil der minvermogenden werkzaam zijn, weten hen te waardeeren en men bewaart bij voorkeur de giften voor hen, die op deze aarde de armoede hebben verkozen als het rijkste goed om er den hemel meê te beërven.

Een Indische reiswagen.

Het meest gebruikelijke voertuig in Indië is de draagstoel of palankijn, eene soort van kas, aan alle kanten van jaloezieën voorzien en door mannen gedragen. De bodem van die kas, welke omstreeks zes voet lang en drie en een halven voet breed is, bestaat uit riemen of bamboeslatten, waarover eene mat en kussens gelegd worden; in het achtergedeelte is een bankske aangebracht, dat men naar willekeur hooger of lager kan stellen, zoodat men het nu eens tot leuningstoel, dan weêr tot rustbed kan inrichten.

De palankijn is voor de rijken een voorwerp van weelde en vertooning en dikwijls worden er schatten gelds aan de versiering dier voertuigen ten koste gelegd; niet zelden schitteren ze van zilver of goud.

Wanneer de rijke Hindoe zich niet van den draagzetel bedient of niet op een olifant of kameel plaats neemt, gebruikt hij een rijtuig, dat gadi genoemd wordt en waarvan onze gravure een denkbeeld geeft. Het is eene soort van tentwagentje, aan alle zijden geopend en waarin men zich door eene gordijn voor de zonnestralen kan beschutten.

De gadi biedt slechts plaats aan voor één persoon, die er met over elkaar gekruiste beenen op een kussen in zitten kan. De eigenlijke wagen heeft twee wielen en is met kostbare steenen ingelegd, met fluweelen draperieën, afhangende franjes en andere ornamenten versierd. Hij wordt door twee ossen getrokken, welker horens, pooten en borst men met verschillende kleuren beschildert.

De onaangename en vermoeiende schokken, waaraan men in de palankijn bloot staat, doen de reizigers algemeen de voorkeur geven aan de gadi, die ten gevolge van den gelijkmatigen loop der ossen een aangenaam reismiddel oplevert.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken