Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1881-1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.05 MB)

Scans (1450.37 MB)

ebook (27.56 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1881-1882)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Onze gravures.

Een kaartclubje.

In menig ouderwetsch burger koffiehuis kan men elken avond in een bepaald hoekje een viertal gewone bezoekers vinden, die daar op een vast uur bijeen komen om een kaartje te spelen. Ze hebben altijd dezelfde jas aan, denzelfden hoed op en denzelfden stok bij zich, en het geheele clubje is zoo onveranderlijk dat men het voor een groep wassen beelden zou aanzien, die daar in den hoek eene vaste plaats heeft gekregen.

Zulk een clubje heeft de schilder op het doek willen brengen, en het moet gezegd worden, dat hij daarin voortreffelijk gelukt is. Zijne kaartspelers zijn typen van de echte soort. Het zijn geen driftige dobbelaars, maar gemoedelijke spelers, die geen ander doel hebben dan zich een paar uurtjes te amuseeren. Zij doen het dan ook alleen als zij ‘onder ons’ zijn en dulden in geen geval een vreemdeling in hun midden.

Men hoeft niet te vragen wie bij dit partijtje de troeven in de hand heeft. De zelfvoldoening, die op het gezicht van den speler ter rechterzijde staat te lezen, en het air van gewicht, waarmeê hij zijn buurman over zijne kaart raadpleegt, bewijzen genoeg dat hij over het lot van het spel gaat beslissen. De ander geeft hem hoog ernstig zijn advies, terwijl de twee overige partners met een bedenkelijk gezicht in de kaart zitten te staren, om een middel te vinden, waardoor de zegepraal van hun tegenpartij voorkomen of hunne neêrlaag althans zooveel mogelijk verzacht kan worden. Hoe de uitslag van het spel moge zijn, men kan er zeker van wezen dat de goede stemming der spelers er niet door veranderd zal worden. Hier blijft het kaartspel dus wezenlijk spel, en wordt geen worsteling, waarin het tusschen driftige spelers zoo licht ontaardt.

‘Zoo mag ik het gaarne,’ hooren we den gemoedelijken raadsman zeggen, wanneer hij, na zijne meening uitgebracht te hebben, opziet om onze opmerking te beantwoorden.

Een Romeinsche winkel.

Het oude forum romanum, de plaats, waar onder de romeinsche heerschappij alle publieke zaken werden besproken, was ook voor de romeinsche handelaars de aangewezen plaats, om hunne waren uit te stallen. Daar toch kwam iedereen om de zaken van het rijk en hunne bijzondere zaken te bespreken en te verhandelen, en de romeinsche burgers, wier Senaat eenmaal door de Galliërs voor een raad van koningen werd aangezien, verzuimden niet om zich minstens eenmaal per dag op het forum aan hunne vrienden en bekenden te laten zien, ten einde de reputatie op te houden, dat de algemeene gang van zaken hun bijzonder ter harte ging.

In de omstreken van het forum romanum vond men dan ook de winkels en kramen der kooplieden, die hunne meer begunstigde medeburgers van het noodige voorzagen. Onze gravure stelt een verkooper van wild en visch voor, welke, zoo als de dampende pan boven het fornuis doet vermoeden, ook gebakken en gebraden werden verkocht. Daaruit laat zich afleiden dat de koopman meer op de beurzen der kleine burgers dan op die der grooten speculcerde.

Inderdaad, de klanten zijn van de gewone volksklasse. Een zelfs maakt er den koopman opmerkzaam op, dat hij een te klein

[pagina 260]
[p. 260]

gewicht geeft; want met den lepel in de hand blijft deze vragend naar de vrouw zien, die zijne eerlijkheid in twijfel trekt. De stoffeering van den winkel is zeer schoon, terwijl de ongewone maar schilderachtige kleederdracht het geheele tafereeltje iets aantrekkelijks geeft.

De aanslag op het leven van de koningin van Engeland.

Het kan voor niemand raadselachtig zijn, welk tooneel door deze gravure wordt voorgesteld. De man, die door de menigte aan het station verzameld is heengedrongen, die armelijk gekleede schooier is Roderic Maclean. Terwijl hij zijn wapen op het vorstelijk rijtuig richt, schiet de menigte, die zich op een eerbiedigen afstand hield, van alle kanten toe, en eer de koningin verneemt aan welk gevaar zij is ontsnapt, is de misdadiger reeds in handen der policie en op weg naar de gevangenis.



illustratie

We hoeven omtrent de Windsor-geschiedenis niet in bijzonderheden te treden; de dagbladen hebben haar uitvoerig behandeld, en bij de veelvuldige aanslagen, op het leven van vorstelijke personen in de laatste jaren gepleegd, is het misschien onmogelijk geworden iets nieuws te zeggen omtrent het afschuwelijke en het ongerijmde van dergelijke misdrijven.

Hartelijk stemmen we dan ook in met de vreugde van het engelsche volk over de mislukking van den aanslag en zingen we met de zonen Albions: ‘God save the Queen.’

Patroon van het tapijt, bestemd voor prins Leopold van Engeland en prinses Helena van Waldeck-Pyrmont.

Overeenkomstig de belofte, in het voorlaatste nummer gedaan, geven we ditmaal eene afbeel-

[pagina 261]
[p. 261]


illustratie
EEN ROMEINSCHE WINKEL.




illustratie
DE AANSLAG OP HET LEVEN VAN DE KONINGIN VAN ENGELAND.


[pagina 262]
[p. 262]

ding van het tapijt, dat door HH. MM. onzen koning en onze koningin der Nederlanden aan de tapijtfabriek te Deventer besteld is, en dat tot bruidsgeschenk is bestemd voor harer majesteits zuster, prinses Helena van Waldeck-Pyrmont, bij gelegenheid van haar huwelijk met den engelschen prins Leopold. Zoo als men op het eerste gezicht zien zal, stelt de afbeelding slechts een hoekje van het tapijt voor, dat in werkelijkheid 5.92 meter in het vierkant beslaan zal. Het dessin is dan ook aanzienlijk verkleind, en wij missen daarenboven de rijke en harmonieuze kleuren, die het weefsel inderdaad tot eene waardige versiering eener vorstelijke zaal zullen maken. Daar die kleuren echter maar weinig in getal zijn, zal onze afbeelding met een paar toelichtende woorden toch voldoende zijn om den lezer een denkbeeld van het koninklijk bruidsgeschenk te geven.

De grond van het tapijt is een prachtig wijnrood, waarvan de gloed getemperd en rustig gehouden wordt door eene doorloopende donkerbruine ornamentatie. Die eenigszins sobere grond wordt gereleveerd door een breeden rand, in de kleur van vieil or, bevallig en tevens stout van teekening. Stelt men zich dat bij al zijn eenvoud toch zoo rijke patroon voor, weêrgegeven door het fluweelachtig weefsel van een smyrnasch tapijt, dan zal men moeten erkennen dat de koninklijke tapijtfabriek hier een arbeid onder handen heeft, die haar ten volle waardig is, en dat de bruidsgift van het koninklijk paar inderdaad een vorstelijk geschenk mag heeten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken