Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1881-1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.05 MB)

Scans (1450.37 MB)

ebook (27.56 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1881-1882)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Onze gravures.

Het kasteel Miramare.

Op ongeveer vier kilometers van Triëst verheft zich, te midden van rotsblokken, door de zee bespoeld, fier en stout het kasteel Miramare, met zijne kanteelen en torentjes, die het een bevallig en tevens krijgshaftig voorkomen geven.

Dit gebouw heeft zijn oorsprong te danken aan den ongelukkigen vorst Maximiliaan van Oostenrijk, die later als keizer van Mexico den dood ontving van hetzelfde volk, dat hem eenmaal eene kroon had aangeboden. In het jaar 1861, toen hij van een zijner lange reizen terug keerde, bracht de schilderachtige woestheid dezer kust, in welker gezicht hij bijna schipbreuk geleden had, hem op het denkbeeld op deze kale rots een kasteel te bouwen.

Het kasteel Miramare is een der meest romantische vorstenverblijven van het vasteland. Aan een der gevels is eene loggia van ranke kolommetjes aangebracht, vanwaar men, naar gelang het oog zich wendt, hetzij het frissche groen der parken, hetzij de Alpen, die den horizon begrenzen, hetzij de onmetelijke watervlakte der Adriatische zee overziet.

Aartshertog Maximiliaan, die groot-admiraal was van de Oostenrijksche vloot, had eene groote voorliefde voor den zeedienst, en dit verklaart waarom hij juist deze wilde en stormachtige kust uitkoos, om er zijn lustverblijf te bouwen. De bijzondere vertrekken, die hij er bewoonde, zijn geheel als het kabinet van een admiraal ingericht, en de zalen zijn behangen met hemelsblauw damast, versierd met teekeningen, die ankers voorstellen.

De aartshertog heeft dit geliefkoosd verblijf met eene menigte zeldzaamheden uit alle oorden der wereld opgevuld. Een oostenrijksch schip, dat eene reis om de wereld gemaakt heeft, heeft te Miramare alles aangebracht, wat er merkwaardigs in de vijf werelddeelen te vinden was, en zoowel de bijzondere vertrekken, als de receptiezalen en bibliotheken, zijn met kunstschatten en merkwaardigheden van allerlei aard versierd.

De naam Miramare is spaansch en geeft te kennen dat het kasteel op de zee uitziet. Toen Maximiliaan aan het verrukkelijk lustoord dien spaanschen naam gaf, vermoedde hij zeker niet dat eerlang een volk van spaanschen oorsprong en spaansche taal hem in dat zelfde kasteel eene keizerskroon zou aanbieden. En de ongelukkige prins, door den bedrieglijken glans van een hersenschimmig keizerrijk verblind, verwisselde het rustig en genoeglijk verblijf te Miramare voor de bittere teleurstellingen en den gewelddadigen dood te Queretaro.

Het kasteel Miramare behoort tegenwoordig aan den keizer van Oostenrijk, die het ter beschikking gesteld heeft van zijn zoon Rudolf, welke het thans met zijne jeugdige gemalin prinses Stéphanie bewoont.

Koning Frans I en zijne twee trouwste vrienden.

Een der schitterendste, maar in 't geheel niet een der degelijkste figuren uit de geschiedenis; een talent, maar geen karakter; een prachtlievend, elegant, dichterlijk begaafd vorst, maar geen staatsman - ziedaar in korte trekken het portret van koning Frans I. Hij oefende een weldadigen invloed uit op de kunsten en wetenschappen in zijn rijk, maar deed niets tot bevordering der zedelijkheid van zijn volk. Hij had een grootsch en stout plan ontworpen, de heerschappij der Habsburgers in Italië te vernietigen; maar ontzag zich niet ter bereiking van dit doel zelfs de Turken te hulp te roepen. Noch in staatsmanswijsheid, noch in krijgsbe-

[pagina 300]
[p. 300]

leid tegen zijn vijand Karel V opgewassen, zag hij zich bitter in zijne heerschzuchtige droomen teleurgesteld, en was bij zijn dood nog verder van zijn doel, dan toen hij den strijd aanving.

De schilder, die ons het beeld van den talentvollen, maar wuften monarch op het doek voor oogen wilde stellen, had dan ook geen beter oogenblik voor zijne voorstelling kunnen kiezen, dan hij gedaan heeft bij het ontwerpen van het tafereel, waarvan onderstaande gravure op bladzijde 300 eene afbeelding geeft. Wij zien den jeugdigen vorst, in een met weelderigen smaak gemeubeld vertrek, te midden eener schilderachtige wanorde, zich vermaken met zijn twee geliefkoosde en trouwe vrienden, zijn hofnar en zijn hond. De kwinkslagen van den eerste en de liefkoozingen van den ander hebben voor den lichtzinnigen vorst veel meer aantrekkelijkheid dan de gewichtige staatsstukken, die men hem ter onderteekening heeft aangeboden. Zij doen hem zelfs het speeltuig vergeten, waarop hij nog zoo even een dartel liedje zong. Helaas, met welke trouw zoowel de nar als de hond hun meester mogen liefhebben, een koning heeft andere vrienden noodig.



illustratie
KONING FRANS I EN ZIJNE TWEE TROUWSTE VRIENDEN, DOOR MEVR. DE GRAVIN M.E. POCE.


Z.D.H. mgr. Robert Herzog, prins-bisschop van Breslau.

Een der heuglijkste gebeurtenissen, welke tot heden het jaar 1882 hebben gekenmerkt, is zeer zeker het begin van het einde van den duitschen Cultuurkamp. Sedert den victorie-roes van 1870 en de daarop gevolgde vervolging van de katholieke Kerk zijn de Cultuurhelden echter veel bedaarder geworden, omdat men heeft leeren inzien, dat de godsdienst de grondslag moet zijn van een staat, die nog op eene toekomst hoopt. Wij mogen hier echter niet vergeten te wijzen op het heldhaftig gedrag van

[pagina 301]
[p. 301]

Duitschlands katholieken gedurende den storm, die over hunne hoofden is gegaan. Onwankelbaar hebben zij vastgehouden aan hun eeuwig beginsel, zij zijn het riet geweest dat onder de woede van den storm wel het hoofd buigt, maar niet breekt, en het is vooral hunne bewonderenswaardige eenheid geweest, welke bewerkt heeft, dat de dageraad hunner vrijheid veel vroeger is opgekomen dan hunne verwoedste vijanden ooit hadden kunnen denken.

Zoo als wij reeds in een onzer vorige nommers bij het portret van Mgr. Korum met een enkel woord opmerkten, was de eerste stap tot den vrede het benoemen van nieuwe titularissen voor de vacante bisdommen, eene gebeurtenis, welke overal waar katholieken wonen met de grootste blijdschap is begroet. Wat eene kudde zonder herder is, dat zouden Duitschlands katholieken zijn zonder episcopaat. 't Is waar, de Cultuurkampers hadden gehoopt, dat daardoor de kudde onderling verdeeld zou worden en uit elkaar spatten, doch de hardste maatregelen konden den duitschen katholieken het denkbeeld niet ontnemen, dat de vervolging eenmaal een einde zou nemen en de verlaten bisschopszetels weêr zouden bezet worden.



illustratie
Z.D.H. MGR. ROBERT HERZOG, PRINS-BISSCHOP VAN BRESLAU.


De uitkomst heeft die verwachting niet beschaamd en thans kunnen de katholieken van Pruisen reeds op vijf nieuwe bisschoppen wijzen, waaronder Mgr. Robert Herzog de derde was. Enkele woorden over dezen kerkvorst zullen zeker onzen lezers hoogst welkom zijn.

Mgr. Herzog werd den 17en februari 1823 in Silezië uit brave maar eenvoudige ouders geboren en ontving in het gedenkwaardig jaar 1848 de priesterwijding. Achtereenvolgens was hij in verschillende herderlijke bedieningen werkzaam tot hij bij het begin van den Cultuurkamp tot domkapitularis van Breslau benoemd werd en aldus den geheelen strijd meêmaakte. Het zijn echter juist deze jaren van vervolging geweest, die de hooge verdiensten van den nieuwen bisschop schitterend deden uitkomen. Vóór alles was hij de vurige priester, die de in den strijd gewonde zonen tot onderwerping wist aan te manen, zonder echter daarom hun krachtig lijdelijk verzet prijs te geven; integendeel, waar het hunne geschonden rechten gold, maakte hij zich zelf tot pleiter hunner zaak, en meer dan eene predikatie herinnert men zich van hem, waarin hij krachtig optrad voor de houding van Duitschlands katholieken, die hunne eindzegepraal ten gevolge moest hebben.

Thans door Z.H. den Paus tot bisschop verkoren, op den zetel door Mgr. Förster zoo waardig bekleed, zal hij zeer zeker met de andere nieuwe bisschoppen alles aanwenden wat mogelijk is om de geestelijke wonden van het katholieke Duitschland te genezen. Moge het optreden der nieuwe opperherders leiden tot eene spoedige en vreedzame oplossing van den aangebonden krijg.

Een weg in den staat Colorado.

Sedert eenigen tijd telt de Noordamerikaansche Unie een staat meer; het gebied Colorado is in den statenbond opgenomen.

Colorado behoort door zijne voortbrengselen uit het planten- en delfstoffenrijk tot de vruchtbaarste landen der aarde, en is vooral rijk aan goud, zilver, ijzer, koper, kwikzilver, kolen en zout. Deventer-City, de hoofdstad van den nieuwen staat, wordt bewoond door eene voortdurend aangroeiende bevolking, die zich met landbouw bezig houdt, terwijl Leadville, het middelpunt der goudstreek, vooral de goud- en zilvergravers tot zich trekt,



illustratie
EEN WEG IN DEN STAAT COLORADO.


[pagina 302]
[p. 302]

wier arbeid en pogingen altijd door de verrassendste ontdekkingen op het gebied der mineralen bekroond worden.

Leadville is om haar ontstaan eene bij uitstek amerikaansche stad, dat wil zeggen eene dier steden, welke als bij tooverslag uit den grond oprijzen. Nauwelijks een jaar geleden telde zij slechts vijftig huizen met eene bevolking van 1200 zielen; thans treft men er meer dan 12.000 huizen aan, terwijl de bevolking meer dan 60.000 zielen bedraagt.

Leadville is ongeveer 140 engelsche mijlen van Deventer-City verwijderd, en over eene lengte van 40 à 50 mijlen bestaat de eenige gemeenschap tusschen de beide ontluikende steden uit een steilen, smallen weg, tusschen rotsen van duizelingwekkende hoogte uitgekapt, en aan weerszijden door bodemlooze afgronden onveilig gemaakt.

Onze gravure geeft ons een gedeelte van dien weg te zien, en wel over zijne geheele breedte ingenomen door kolossale wagens, met zware machines voor de goudmijnen beladen en door eene rij muilezels getrokken. Er is nauwelijks plaats voor de voerlieden.

De goudaders in de omstreken van Leadville zijn bijzonder talrijk; vier mijlen rondom de stad is er wellicht geen plaatske gronds te vinden, dat niet doorsnuffeld is, en volgens eene globale berekening zouden die mijnen jaarlijks voor eene waarde van elf en een half millioen dollars aan goud opbrengen.

Een gierigaard.

Sedert Molière zijn Harpagon teekende hebben verschillende schilders getracht daarvan een figuur te ontwerpen en haar door hun penseel tot eene type te maken. Van allen kan natuurlijk niet gezegd worden dat zij volkomen zijn gelukt, want voor eene echte type is nog iets anders noodig dan een oud man met een beenderig gelaat, die met zijn vermagerde handen in het goud wroet of krampachtig eenige zakken met geld omklemt. Voor alles komt het er toch op aan, dat in elke gelaatstrek van het beeld de gierigheid ligt uitgedrukt en dat allen te samen hem tot den vrek stempelen. De gierigaard is het meest verlaten schepsel op deze aarde, omdat hij zich aan iets vasthoudt, dat hem geen houvast aanbiedt; deze verlatenheid mag dus in de type van een vrek niet ontbreken. Verder zijn achterdocht en wantrouwen, slimme berekeningen en afpersingen, eene voortdurende ontevredenheid en verachting voor iedereen van wie hij geen voordeel kan trekken de onmisbare sleepdragers der gierigheid, zoo dat ook deze niet over het hoofd mogen gezien worden. De afschuwelijke drift van het goud te beminnen om het goud drukt daarenboven op zijn slachtoffers zulk een geheel bijzonder cachet, dat het minst geoefend oog onmiddellijk zulk eene figuur moet kennen, ook al gaat zij niet vergezeld van de traditioneele zakken met goud.

Het beeld van een gierigaard te scheppen is dus niet gemakkelijk en vereischt eene zware studie. Toch durfden wij op al deze zwarigheden wijzen bij de figuur van den vrek, die in dit nommer voorkomt. Ontleed dat gelaat trek voor trek, beschouw daarna zorgvuldig het geheel, breng daarmeê in verband de houding welke hem gegeven is, en wij gelooven niet dat er een lezer zal zijn, die niet in elk onderdeel zoowel als in het geheel den beklagenswaardigen Harpagon zal herkennen. Zooveel driften in eene enkele figuur te kunnen leggen is een benijdenswaardige kunst en wij gelooven niet te veel te zeggen met te beweren dat de Gierigaard van C.M. von Blaas eene waardige plaats zou innemen in eene geïllustreerde uitgave van Molière's Avare.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken