Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1881-1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.05 MB)

Scans (1450.37 MB)

ebook (27.56 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1881-1882)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Onze gravures.

Lord Cavendish en Thomas Burke.

Wij geven in dit nommer de portretten der slachtoffers van den geheimzinnigen moord, welke geheel Ierland te midden van de grootste vreugde in de diepste verslagenheid gedompeld heeft. Het iersche volk toch verheugde zich in het blijde vooruitzicht, dat de engelsche regeering eindelijk zijne grieven zou wegnemen, en juichte over de invrijheidstelling zijner gekerkerde voorvechters, waarin het 't bewijs meende te zien voor de veranderde politiek der regeering, die thans besloten scheen den weg der verzoening in te slaan.

Met luidruchtige toejuichingen ontving men dan ook te Dublin op zaterdag den 6en mei II. den nieuwen onderkoning van Ierland, toen hij met den nieuwen minister lord Cavendisch en diens secretaris Thomas Burke, alsmede een talrijken stoet van ambtenaars en overheden daar zijn feestelijken intocht hield. Hoe weinig vermoedde het jubelende volk, dat twee dier mannen, welke het als de voorboden eener gelukkige toekomst begroette, nog denzelfden avond een lijk zouden zijn! Hoe weinig konden de slachtoffers zelf aan die vreeselijke mogelijkheid denken!

Toch deed zich bij dien schitterenden optocht een schijnbaar onbeduidend incident voor, dat als een onheilspellend voorteeken kon beschouwd worden. Terwijl de stoet op weg was naar het kasteel van Dublin, vroeg een onbekende herhaalde malen wie lord Cavendish was, tot deze eindelijk zelf zegde: ‘Ik ben het.’ Maar wie kon op dat feestelijk oogenblik vermoeden, dat die vraag met eene misdadige bedoeling gedaan werd?

Eenige uren later verkondigde een salvo van kanonschoten aan de blij gestemde bevolking van Dublin dat op het kasteel de plechtige installatie van den nieuwen vertegenwoordiger der koningin was afgeloopen. De nieuwe minister, of zoo als zijn eigenlijke titel luidt, de oppersecretaris (chief secretary) voor Ierland, lord Cavendish, alsmede de onder-secretaris (under-secretary) Thomas Burke hadden den ambtseed afgelegd en verbleven nog eenigen tijd in hun afzonderlijk departement.

Omstreeks zes uur verliet lord Cavendish het kasteel, om zich te voet naar zijn huis in het naburige Phoenixpark te begeven, waarschijnlijk alleen om zijne nieuwe woning te zien; want hij moest dien avond met zijn secretaris op de villa van den onderkoning, aan den ingang van hetzelfde park gelegen, dineeren. Hij kende den weg zeer goed; want hij was meermalen daar ter plaatse geweest, ten tijde dat zijn broeder minister voor Ierland was.

Ongeveer een half uur na hem vertrok ook Thomas Burke van het kasteel naar het Phoenixpark; hij ging per rijtuig en haalde lord Cavendish niet ver van de poort van het park in. Zoodra hij zijn superieur herkende, stapte hij uit, zond den koetsier met het rijtuig weg en wandelde met lord Cavendish verder.

Omstreeks twee honderd passen van het monument in het midden van het park gekomen, werden zij door de moordenaars overvallen. Het was omstreeks half zeven, doch nog bijna helder dag. Toch was de aanval zoo plotseling en geschiedde in zoo diepe stilte, dat niemand er iets van bespeurde. Op dat oogenblik trad de onderkoning, die een half uur te voren met zijn particulieren secretaris het kasteel per rijtuig verlaten had, den tuin zijner villa binnen en bemerkte in de verte eene worstelende groep op den weg. Het scheen slechts eene vechtpartij te zijn, zoo dat de onderkoning er weinig aandacht op gaf, maar hij gaf toch bevel dat er een policie-agent zou heengezonden worden om te zien wat er gaande was. Weinig vermoedde hij dat op dit oogenblik zijne twee bijzondere vrienden voor zijne oogen vermoord werden!

De aanval zelf geschiedde volgenderwijze.

Eene gewone huurkoets met roode paneelen reed langs den weg, waarop lord Cavendish en de heer Burke al sprekend voortwandelden. Eensklaps sprongen de vier mannen, die er in zaten, uit het rijtuig, terwijl de koetsier langzaam doorreed. Onverhoeds vielen zij de wandelaars op het lijf, die niets vermoedend arm in arm hun weg voortzetten. Zij waren met dolken of zoogenaamde bowie-messen gewapend, en niettegenstaande de ongelukkigen zich heldhaftig verdedigden, zoo dat er eene wanhopige worsteling ontstond, waren de slachtoffers binnen weinige seconden gedood, zonder dat er een kreet gehoord werd. Daarop stapten de moordenaars weder in hun rijtuig en reden langs een zij weg in de richting van Chapelizod weg.

Slechts weinige personen behalve den onderkoning hadden de gruweldaad van verre aangezien; maar daar er niet het minste hulpgeroep vernomen werd, dacht niemand aan moord. Een officier van de koninklijke dragonders, luitenant Greatorex, wandelde met zijne honden op ongeveer twee- à driehonderd yards afstand, en bemerkte de worsteling, die hij voor eene dronkemansvechtpartij aanzag. Hij zag een der mannen neêrstooten, en naderbij komende, zag hij nog een ander op den grond liggen. Hij verwonderde zich, toen de kar met de vier mannen wegreed, dat de twee op den grond liggende slachtoffers niet opstonden; maar toen hij de lichamen bereikt had, vond hij ze dood.

Een andere getuige was een knaap, Samuel Jacob genaamd, die langs de heg van de villa des onderkonings wandelde; ook hij zag een man, naar hij dacht, met de vuist neêrstooten, terwijl een ander reeds op den grond lag. Hij die dien laatsten slag had toegebracht, liep de kar achterop en voegde zich bij zijn makkers, die reeds daarop gevlucht waren.

Verder waren in het park twee jongelieden, die zich met het rijden op velocipèdes vermaakten. Eerst in de richting van het monument rijdende, hadden zij de beide wande-

[pagina 332]
[p. 332]

laars gezien, doch toen zij om de kolom waren heengereden en terugkeerden vonden zij ze dood op den grond uitgestrekt. Lord Cavendish lag op het voor rijtuigen bestemde middelpad, met een steek door de rechter long, eene diepe wonde in den hals en eene andere in de zijde, terwijl zijn rechterarm gebroken was. De dood moet bij hem oogenblikkelijk geweest zijn; want er was geen teeken van leven meer en het bloed gutste bij stroomen uit zijne wonden. Het lichaam van den heer Burke lag vreeselijk verminkt op het gras. Hij had eene snede dwars door de luchtpijp, eene wond in de borst, die tot in het hart was doorgedrongen en eene derde van twee duim lengte in de linkerzijde van den hals, juist onder het oor.

Een der velocipedisten reed naar de stad om de policie te waarschuwen, terwijl de overige omstanders bij de lijken bleven; deze werden spoedig daarop, elk afzonderlijk op een brancard uitgestrekt, weggehaald, terwijl eene menigte volks, op het verschrikkelijke nieuws bijeen gestroomd, rondom de bloedplassen samenschoolde, die door de policie bewaakt werden.

De treurmare verspreidde zich als een loopend vuur door de stad, waar oogenblikkelijk alle feestelijkheden werden gestaakt, en waar de algemeene vreugde plotseling voor de grootste ontsteltenis en de diepste verontwaardiging plaats maakte. Alzoo had de misdaad van enkele booswichten, die aan de iersche natie geheel vreemd schijnen - men werpt zelfs de verdenking op dat het Engelschen waren - een geheel volk, dat op het punt stond uit zijn eeuwenlange ellende opgebeurd te worden, opnieuw in den diepsten rouw gedompeld. Want de moord in het Phoenixpark was het sein tot nieuwe dwangmaatregelen, waaronder de welgezinde en rustige burgers van het gansche eiland, wie weet hoe lang nog zullen gebukt gaan!

In 't hout.



illustratie
IN 'T HOUT.


Eene heerlijke gedachte heeft de schilder ons door zijn penseel vertolkt. Het is alsof hij de jeugd en de grijsheid te gelijk heeft willen voorstellen; en hij heeft zijne beelden meesterlijk gegroepeerd. De kolossale boomen, wier dikke takken zich in grillige bochten in alle richtingen uitstrekken, doen ons bij dien somberen achtergrond aan een ondoordringbaar woud van eeuwenoude eiken denken. En wie zich niet door eene geheimzinnige kracht voelt aangegrepen bij het aanschouwen van zulk een woud, hij zal ten minste oog hebben voor het viertal knapen, die in zulke ongedwongen houdingen op den voorgrond treden. Al zijn drie van hen zwaar beladen met eene vracht hout, waaruit men kan besluiten, dat zij reeds op jeugdigen leeftijd moeten werken en de lasten des levens naar hun zwak vermogen dragen, die arbeid is niet in staat dien gullen lach ook maar voor een oogenblik van hun gelaat weg te nemen. Zij zijn nog even gelukkig als hun makker, die niet werkt, die trots alle waarschuwingen den hoogsten boom niet heeft gevreesd om een nestje uit te halen en die zich nu met zijn buit vermaakt. Wat zou het ons baten dien jongen eene vermaning te geven over zijne wreedheid? - Cet áge est sans pitié!

Het doet ons goed zoo'n groepje te zien, we denken nog eens aan onze eigen jongensjaren en zeggen met den dichter:

 
Hoe zalig, wien eens als de jongens kiel
 
Nog om de schoudren glijdt,
 
Dan is het hemel in de ziel
 
En alles even blijd.

Het portret van Z.H. paus Leo XIII.

(naar Gaillard.)

In den parijschen salon van dit jaar is thans eene schilderij tentoongesteld, die zeer de aandacht trekt. Het is 't portret van Z.H. Paus Leo XIII, dat door alle kenners geroemd wordt als een meesterstuk van uitvoering en koloriet. Wat de schilderij intusschen hoogere waarde schenkt is de betuiging van allen, die ooit den H. Vader gezien hebben, dat het beeld sprekend gelijkt en zelfs het beste portret is, dat nog van den algemeenen vader der Kristenheid is verschenen. Wij hebben daarom gemeendonzen lezers aangenaam te zijn met eene gravure van deze schilderij te geven, welke, naar wij zeker weten, in elk katholiek gezin die belangstelling zal opwekken welke zij verdient.

De Egyptische mummiën.

Het is bekend dat de oude Egyptiërs hunne voorname en beroemde dooden met een godsdienstigen eerbied bewaarden en hen zoo wisten te balsemen, dat die lijken nog heden ten dage even ongeschonden worden gevonden als zij ze aan de aarde hebben toevertrouwd. Reeds sedert omstreeks duizend jaren heeft men uit de Egyptische graven een groot aantal van zulke mummiën of gebalsemde lijken te voorschijn gehaald; de voorname werden gevonden in sarcophagen, omwonden met linnen of wollen windsels en de huid en het vleesch doortrokken met kruiden en harssoorten, terwijl men in de Thebaansche volksgraven honderden en duizenden mummiën ongekist naast en op elkaar vond liggen even als eene houtmijt. In de dikwijls zeer prachtige lijkkisten der mummiën van koningen en voornamen vond men bij de lijken kleinoodiën, versierselen, amuletten en andere kunstvoorwerpen en bij de meesten ook handschriften op papyrus, welke deels kopieën uit het ‘Doodenboek’ der oude Egyptiërs, deels ook levens-

[pagina 333]
[p. 333]


illustratie
HET PORTRET VAN Z.H. PAUS LEO XIII, NAAR GAILLARD.


[pagina 334]
[p. 334]

beschrijvingen der dooden, lofredenen en meedeelingen over hunne daden bevatten, welke gewichtige bijdragen hebben geleverd voor de geschiedenis van dit volk.

Bij al deze mummiën waren de borst- en buikholten ontdaan van de ingewanden, welke in afzonderlijke vazen werden bewaard, en deze holten opgevuld met in hars gedoopte ballen van lijnwaad, doch de gelaatstrekken, zoowel als de vormen van de lichamen, zijn bewaard gebleven. Het eigenaardig gezicht en de reuk welken de mummiën verspreiden hebben aanleiding gegeven dat men haar in oude tijden eene bijzondere geneeskracht toeschreef. Zelfs in Europa geloofde men daaraan en er is zelfs een tijd geweest, dat geheele mummiën of gedeelten daarvan evenmin in een apotheek mochten ontbreken als thans de kina.

Nog tot op het einde der 17e eeuw werd een levendige handel in mummiën gedreven, vooral met Frankrijk, terwijl de egyptische boeren, de Fellahs en Bedouïnen der woestijn, ze als brandstof gebruikten, waardoor de mumiën zeer zeldzaam werden.

In den loop van het vorig jaar heeft professor Maspero, directeur van het oud-Egyptisch museum te Bulak, toevallig ontdekt, dat de Arabieren van Thebe in Opper-Egypte, die alleen leven van het plunderen van graven en het verkoopen van mummiën, opnieuw eenige koningsgraven hadden gevonden, waarvan zij kostbare oudheden verkochten. Het onderzoek, dat daarop gevolgd is, deed het bestaan dezer koningsgraven aan het licht komen en wel in een zijdal van den Nijl in de nabijheid van Thebe, waarin koningen en koninginnen uit de 17e tot de 21e dynastie in prachtige marmeren lijkkisten waren bijgezet.

De 39 gevonden mummiën zijn de schoonste en best bewaard gebleven lijken, welke men nog heeft gevonden en naar het museum te Bulak overgebracht. Onze gravure stelt de geopende lijkkist van koning Amen-Hotep I voor, uit de achttiende dynastie. De kist is wit geverfd, doch het deksel (zie de tweede figuur) is met dwarsstaande hieroglyphen versierd; het hoofd op het deksel is geel beschilderd en moet een portret voorstellen. De mummie is 1.65 meter lang en van het hoofd tot de voeten gehuld in guirlandes van lotusbloemen en oranjegele windsels. Het gelaat is met een van hout gesneden en beschilderd masker bedekt, waarin oogen zijn gezet van geëmailleerd porselein.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken