Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 14 (1881-1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.05 MB)

Scans (1450.37 MB)

ebook (27.56 MB)

XML (3.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 14

(1881-1882)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De sterrenhemel
Met het bloote oog gezien.

(Slot.)
IV.

De lezer, die den lust in zich heeft voelen opkomen om iets meer te weten van de werelden buiten ons, en daarom met meer dan gewone belangstelling het uitspansel gadeslaat, zal zeker van ons verwachten dat we, naar aanleiding van het verschijnen der komeet van Wells, iets zeggen over de kometen of dwaalsterren. Geen enkel hemelverschijnsel toch heeft ten allen tijde zooveel indruk gemaakt op het menschelijk gemoed als eene komeet, en ofschoon we thans voldoende in de wetenschap zijn gevorderd om bij het verschijnen van zulk een staartster geen angst te gevoelen, toch maakt het een diepen indruk aan het uitspansel een schitterend verschijnsel te zien opdoemen, dat, hoe ijl en nevelachtig ook van lichaam, de sterren doet verbleeken door zijn glans en zijn staart over een aanmerkelijk deel des hemels uitstrekt.

[pagina 340]
[p. 340]

De komeet van 1881, welke velen onzer lezers zich wel zullen herinneren en welke de laatste groote staartster is geweest, die men op het noordelijk halfrond met het bloote oog heeft kunnen waarnemen, heeft wel is waar al de oude vertelseltjes weêr doen herleven, doch ook hare verschijning heeft er toe bijgedragen om deze opnieuw naar het rijk der fabels te doen verhuizen, waaruit zij te voorschijn zijn gekomen.

Ofschoon omtrent den aard der kometen met juistheid niets kan gezegd worden, toch weten wij reeds lang dat zij geen zoogenaamde luchtverhevelingen of wisselvallige verschijnselen zijn, maar hemellichamen, die zich, even als de dwaalsterren of planeten, in eene langwerpige ellips rondom de zon bewegen van welke zij haar licht ontvangen. Men onderscheidt bij haar een lichtgevend hulsel, een kern en een staart, ofschoon de beide laatstgenoemde deelen niet altijd aanwezig zijn.



illustratie
DE KLUIZENAAR, NAAR GUSTAV SÜS.


Laat ons echter de geschiedenis van een der beroemdste kometen een oogenblik nagaan, namelijk die van den engelschen sterrekundige Edmond Halley, wiens naam zij draagt. In 1682 verscheen zij in al haar glans aan den hemel, vergezeld van een staart, die niet minder dan 13 à 14 millioen uren lang was. Uit de waarneming van den boog, dien zij aan den hemel beschreef, en aan den tijd dien zij noodig had om dezen te doorloopen, berekende deze geleerde

[pagina 341]
[p. 341]

hare loopbaan en kwam toen tot de uitkomst, dat zij dezelfde was, welke men in 1531 en 1607 bewonderd had, terwijl hij tevens voorspelde dat zij in 1759 zou terugkeeren. Nooit had eene wetenschappelijke voorzegging zooveel belangstelling getrokken. De komeet kwam op den aangeduiden tijd terug en sedert het jaar 12 vóór de kristelijke tijdrekening was het de 24ste maal dat zij zich aan de aarde vertoonde. Telkens echter was zij van gedaante veranderd en in 1911 of 1912 zal men opnieuw kunnen zien, of zij op haar tocht veel van haar glans heeft verloren.

De uitgestrektheid der loopbanen, en dus ook de omloopstijden der staartsterren rondom de zon, zijn zeer verschillend. De loopbanen van sommigen liggen binnen het bekende gebied van ons zonnestelsel, die der meesten strekken zich ver buiten de verst verwijderde planeten uit. Sommige volbrengen haar tocht in weinige, andere in vele duizenden jaren. De staartster van 1680 heeft 8800, die van 1811 3065, die van Halley 76, die van Olbers 74, die van Biela 6¾ en die van Enke 3¼ jaren noodig, om hare reis rondom de zon te doen. Eene andere staartster, die van Vico genoemd, is in 't jaar 1855 weggebleven, zonder zich later ergens te vertoonen.



illustratie
DE POELIERSTER, NAAR VERHEYDEN.


Het wisselvallige harer loopbanen heeft aanleiding gegeven tot de veronderstelling dat het

[pagina 342]
[p. 342]

ooit zou gebeuren, dat de een of andere komeet in botsing zou komen met de aarde en daar eene ontzettende verwoesting aanrichten, zoo al niet geheel haar ondergang te weeg brengen. Deze vrees is op zekeren tijd eene bepaalde besmetting geworden en zoo aanstekelijk was zij, dat de beroemde Kepler, aan wien de sterrenkunde overigens zulke groote verplichtingen heeft, het als zeer natuurlijk beschouwde dat daar de zee zijne monsters had, ook de lucht de hare moest hebben.

De fransche geleerde Maupertuis vreesde eveneens voor de aarde de ontmoeting met eene staartster. Zonder twijfel, zegt hij, moeten er bij zulk eene botsing verschrikkelijke dingen plaats grijpen. Bij de eenvoudige nadering der beide lichamen, zou er verandering komen in hunne bewegingen, hetzij dat deze zou ontstaan uit de aantrekkingskracht, welke zij op elkaar uitoefenen, hetzij dat deze geboren werd uit eene strooming onderling. De minste dier bewegingen zou den stand der as en der polen van de aarde veranderen.

Intusschen hebben de waarnemingen geleerd, dat deze kometenvrees, zoo als de ziekte genoemd wordt, geheel en al in de verbeelding bestond. Sedert men haar nader heeft leeren kennen, hebben de geleerden uitgemaakt, dat hare ijlheid geen gevaar kan opleveren. Even als de wolken, wier grootte en vorm verandert naar de willekeur der winden en het spel der zonnestralen, eveneens nemen de ophoopingen van damp, waaruit de kometen bestaan, onder den invloed van de krachten der lucht, allerlei vormen aan. Zoodra zij de zon naderen zet hare stof zich uit en ontwikkelt zich over eene uitgestrektheid van millioenen uren. Zij zijn zoo licht en buigzaam dat een zonnestraal haar allerlei figuren kan doen aannemen. Een voorbeeld van die lichtheid heeft men in de komeet van 1862 kunnen zien; elken dag namen hare straalbundels andere vormen aan en het scheen zelfs, alsof een gedeelte van hare stof door het ruim vloeide als een oliedroppel op het water.

Men heeft kometen gezien, die zoo licht waren, dat men hare geheele massa gemakkelijk op de schouders had kunnen nemen en wegdragen, waaruit van zelf volgt dat de veranderlijke vorm der kometen in plaats van vrees in te boezemen eer eene geruststelling is, dewijl daaruit hare schadeloosheid volgt.

Waarlijk, de kometen zijn geen bijzondere verschijnselen des hemels; even als de andere zijn zij onderworpen aan de wetten van het heelal. Reeds Seneca schreef: ‘Er zal een tijd komen dat die sterren bekend zullen zijn en aan dezelfde regels onderworpen als de planeten.’ Deze voorspelling is reeds in vervulling gegaan. Men weet thans dat de kometen even als de planeten rondom de zon zich bewegen en afhankelijk zijn van hare aantrekkingskracht. Alleen volgen zij in plaats van een bijna ronde baan, eene verlengde elliptische. En daarin ligt het groote verschil harer bewegingen. In plaats van vaste, zware en massieve lichamen, even als onze planeten, zijn zij verder zeer licht en ijl. Het is soms geschied dat eene komeet dwars door het stelsel van de planeet Jupiter ging; de manen en de planeet zelf werden gedurende eenige uren geheel door de komeet omhuld, en toen zij ze verlaten had kon men niet de minste verandering in beider loop bespeuren. Het eigenlijk zonderling karakter der kometen bestaat vooral in de uitgestrektheid van haar loop, in den langen duur harer reizen door de hemelstreken, in haar cosmopolitisch karakter, waardoor zij in ons planetenstelsel eene uitzondering maken.

Hier nemen wij van den lezer afscheid. Zoo als wij voorop stelden is het ons doel alleen geweest een denkbeeld te geven van hetgeen de sterrekunde eigenlijk is, zonder ons in berekeningen of moeielijke uitleggingen te verdiepen. We meenen er in gelukt te zijn iets daarvan te hebben doen gevoelen, en dit is reeds voldoende om eerbied op te wekken voor eene wetenschap, welke over het algemeen nog te weinig als wetenschap gekend is. Hoe dieper men zich er in dringt, hoe grooter de heerlijkheid en majesteit van den Schepper worden, die aan dat alles door een vingerwenk het aanzijn gaf; want het is waar, dat de droomen der stoutste verbeelding altijd verre beneden de tallooze rijkdommen der schepping zullen blijven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken