Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 15 (1882-1883)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (29.13 MB)

Scans (1521.32 MB)

ebook (28.09 MB)

XML (2.91 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 15

(1882-1883)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Lopez en Shylock

De Koopman van Venetië is een der meest populaire stukken van den grooten meester. Men heeft over dit tooneelspel veel, doch laat het ons zeggen, veel gissingen geschreven en aan Shakespeare denkbeelden en bedoelingen toegedacht, die hij gewis nooit heeft gehad. Zeker is het dat, met het oog op den afkeer, dien de Jood ten tijde van Shakespeare ontmoette, de hoofdfiguur scherp, doch altijd menschelijk is voorgesteld, en hierin toont andermaal de groote meester dat hij zich, zoo niet altijd stout, dan toch uiterst behendig boven de vooroordeelen wist te verheffen.

Shylock is eene figuur zoo meesterlijk gebeiteld als wij er eene kennen. Wat heeft den dichter op het denkbeeld gebracht van deze figuur? Veel is daaromtrent gezegd en omdat Shakespeare gedurig de Jood zegt, in plaats van een Jood, wilden sommigen beweren dat Shakespeare rechtstreeks een te Venetië gekende figuur bedoelde; doch dit is alweer eene loutere veronderstelling, en als hij integendeel, dit zeggende, niet den algemeenen stam bedoelde, dan toch moest hij eene figuur voor oogen hebben gehad, die in zijne onmiddellijke nabijheid leefde.

Dit laatste werd dan ook in onze dagen beweerd en Shylock zou niemand anders zijn dan de joodsche doktor Roderigo Lopez, die te Londen, beticht van landverraad, op bevel van koningin Elisabeth, werd opgehangen.

Ziehier wat zekere Lee, in the Gentlemans Magazine, daaromtrent meedeelt:

Ten tijde van koningin Elisabeth was aan Leicester's huisgezin een doktor verbonden, die van spaansch-joodsche afkomst was; hij heette

[pagina 36]
[p. 36]

Lopez, was met eene jodin, Sarah genaamd, getrouwd en had een aantal dochters.

Lopez was een zeer welwillend man en stond dan ook hoog aangeschreven bij den graaf. Wat nog meer aan Lopez deed denken, als men ten huize van Leicester - die er een bijzonderen tooneeltroep op nahield, in welken de gekende vriend van Shakespeare, Richard Burbage, optrad - den Shylock vertoonde, was, dat Burbage zich in die rol juist een baard maakte als Lopez droeg, ofschoon dit, naar ons inzien, geen heel afdoende bewijs is dat die doktor juist voor het origineel gediend heeft.



illustratie
hij zal een groot man worden, naar th. gérard. (Peinture-Bogaerts.)


In 1586 werd diezelfde Lopez arts van koningin Elisabeth, en knoopte in die hooge kringen vriendschappelijke betrekkingen aan met zekeren Antonio, een portugeesch bastaard van koninklijken bloede en pretendent naar de kroon van Portugal. Die Antonio had voor de geduchte kling van den hertog van Alva de vlucht moeten nemen, en, zooals nog alle oproerigen, gekroonde en niet gekroonde, had hij eene schuilplaats in Engeland gevonden en daar bij eenige heethoofden nog al veel geestdrift opgewekt.

Lopez kwam, door die hooge relatiën, in kennis met den graaf Essex en lord Southampton; doch de moeielijkheden bleven niet uit, vooral niet met Antonio, die een van die was waarvan men zegt: ‘een schoon hoofd, maar geen hersens.’ Niet zelden ontstonden er hevige woorden, en

[pagina 37]
[p. 37]

de jonge melkmuilen van 't hof verbitterden daarenboven den Jood, door hem te plagen met zijn groot getal dochters, zijne zucht om die rijk aan den man te brengen en zelfs met zijne geloofsbelijdenis.

Hoe het zij, er kwam een afbreuk tusschen de vroegere vrienden en Lopez werd het mikpunt van den adel. Het schijnt dat in het gevolg van Antonio zich portugeesche Joden bevonden, die zich evenals Lopez over het slecht humeur en de grillen van hunnen meester te beklagen hadden. Deze misnoegden kwamen niet zelden bij den doktor en trokken de aandacht der agenten, die Spanje heimelijk in Engeland onderhield.



illustratie
naar het verbeterhuis, naar th. gérard. (Peinture-Bogaerts.)


Waar of niet waar, koning Filips zou den dood van Antonio gewild hebben en er werden aan den doktor 50.000 kronen beloofd indien hij den pretendent van kant wilde maken. Wij nemen het feit aan zooals Lee het vertelt, ofschoon wij, door het karakter dat hij van Antonio ophangt, mogen denken dat er voor Filips van dezen niet veel te vreezen was.

Het schijnt dat Lopez de beloofde som verlangde, om eindelijk Londen te kunnen verlaten, naar Antwerpen of Konstantinope[l]over te steken en daar tusschen zijne geloofsgenoten te gaan leven. Hij zou dan ook verklaard hebben dat ‘don Antonio van de eerste ziekte die hem mocht overvallen, zou sterven,’ op welke

[pagina 38]
[p. 38]

verklaring hem van wege den koning eene zekere hoeveelheid juweelen werd ter hand gesteld, op afkorting van de som.

De spaansche agenten waren er verder in gelukt, Lopez in een veel belangrijker komplot te wikkelen, namelijk in eenen aanslag tegen de koningin zelve. De doktor zou geantwoord hebben, dat hij te veel weldaden van de koningin ontvangen had om zich met dergelijk plan in te laten; doch hij gaf de samenzwering niet aan, omdat hij vreesde alsdan zijne wraak tegen Antonio niet te kunnen voldoen.

Wat de koningin betreft, Lopez waarschuwde deze echter in zeer onduidelijke bewoordingen; hij raadde haar aan tegen zekere ontwerpen op hare hoede te zijn; doch Elisabeth gaf er voor zoo veel acht op dat zij gestoord werd over het gemis van etiquette, waarmee Lopez in dit geval was te werk gegaan.

Gansch die samenzwering komt ons voor als op zeer losse schroeven rustende; overigens, de geschiedenis van de dagen der bloedige Elisabeth is doorzaaid met allerlei intrigues, valsche aantijgingen, valsche brieven, leugen- en lastertaal: waarom zou ook dit komplotje niet tot iets dergelijks behooren?

Het Argus-oog van zekere hovelingen had echter meenen te ontdekken dat er iets gesmeed werd en eindelijk viel aan Essex, die de zaak het hevigste doordreef, een brief in handen, waardoor twee personen uit Antonio's gevolg werden beticht, en een dezer was juist te gast bij Lopez. Van den gast viel men weldra op den gastheer.

De twee gevangenen beschuldigden inderdaad Lopez van medeplichtigheid, doch de koningin hechtte daaraan geen geloof en zelfs kreeg Essex eene duchtige les omdat hij den man had willen beschuldigen en zijne schuld niet kon bewijzen. Eene huiszoeking had inderdaad niets opgeleverd; geen snipper papier dat aanleiding tot de beschuldiging geven kon, werd door Essex in Lopez' huis gevonden.

Ongelukkig voor Lopez dreigde men hem op de pijnbank te zullen leggen, indien hij niet sprak; nu bekende hij dan ook kennis van de twee komplotten te hebben gehad, doch later verklaarde hij zulks alléén te hebben gezegd om aan de vreesselijke marteling te ontkomen.

De rechtbank, die Lopez oordeelen moest, was voorgezeten door zijnen vijand Essex; de beschuldiger wees er op dat hij een Jood, dus tot alles in staat was; de rechters noemden hem den lagen, den listigen, den gierigen, den omkoopbaren, den verdorven Jood. Hij werd dan ook ter dood veroordeeld, doch de koningin weigerde geruimen tijd het vonnis te onderteekenen. Slechts zeven weken later gaf zij op Essex's aandringen toe en Lopez werd te Tyburn opgehangen.

Aan den voet der galg wilde de veroordeelde spreken, doch het volk antwoordde met bitteren spot en men riep brullend in het rond: ‘hij is een Jood.’

Met den besten wil der wereld kunnen wij in dien Lopez den Shylock niet weervinden. Lopez kan Shakespeare aan eene Jodenfiguur hebben doen denken, doch dat Lopez voor Shylock als het ware geposeerd heeft, dat deze zijn model is geweest, nooit!

Shylock is eene volledige creatie, die al de hoedanigheden, slechte en goede, in zich bevat die den Jood van voorheen en nu nog kenmerken, en die algeheele vereeniging vindt men nooit in één enkel individu; Shylock is gansch die natie, in één greep saamgevat en dit op zoo machtige wijze als alleen een geniale geest gelijk Shakespeare was, doen kan. Van dat oogenblik, en in tegenwoordigheid van die reuzenschepping, wordt de figuur van een Lopez onbeduidend en zakt zelfs naar ons inzien, als model, teenemaal weg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken