Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 16 (1883-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.86 MB)

Scans (1514.96 MB)

ebook (27.08 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 16

(1883-1884)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Misdaad en vergelding.
(Vervolg.)

Onze lezers kennen den slimmen Italiaan nauwkeurig genoeg dan dat zij ook slechts vluchtig hadden kunnen vermoeden, dat hij van den korten tijd, die hem tot de volvoering zijner plannen ter beschikking stond, slechts een oogenblik met een onschuldige vischvangst zou hebben verspild; hij had daarbij zijn goed overwogen inzichten, en de uitkomst beantwoordde volkomen aan zijne verwachtingen. Daar hij met het vaste besluit herwaarts gekomen was, om Carola tot vrouw en met haar de aanzienlijke nalatenschap des oversten te bekomen, behoefde hij niet eerst verliefd te worden. Alle toevallige waarnemingen, alle diepere blikken in het karakter, die ons personen in een voor- of een nadeeliger licht doen voorkomen, hadden voor hem niet de geringste waarde. Hij kon terstond aan het werk gaan; hij kon rustig de voordeelen waarnemen en insgelijks de hinderpalen ontdekken en uit den weg trachten te ruimen Bij den hem karig toegemeten tijd mocht hij geen minuut verloren laten gaan. Gelijk hij thans in den glans des rijkdoms optrad en wel eens wezenlijken en niet voorgewenden rijkdoms, die op wissels wacht, welke een vergeetachtige bankier verzuimt te zenden, was hij in verband met zijn welgemaakte gestalte en zijn inderdaad voorname manieren een zeer aanneemlijke partij voor een dame, die buiten hare opvoeding noch ongemeene bekoorlijkheid, noch een groot vermogen in de weegschaal te werpen had en daarbij een positie innam, die burgerlijke aanzoekers afschrikte. Daarbij kwam nog, dat Carola zeer weinig gelegenheid had, jonge lieden van gelijken stand te leeren kennen; want sir Archibald bezat geen genoegzame middelen om den winter in een groote stad te gaan doorbrengen en daarom leefde Carola in de grootste afzondering. Dat alles zou echter als met een tooverslag veranderen, zoodra de tijding der opengevallen rijke erfenis uit Allahabad bij de familie Waterfield inkwam; dan werd Carola als rijke erfdochter een druk gezochte partij. Ricardo kon op den duur zijn staat niet volhouden en dan verminderden zijne uitzichten zeer snel: hij moest ten minste tot een bindend jawoord geraken en in dezen geest nam hij ook zijne maatregelen.

Reeds den eersten avond onderzocht hij het terrein. Zijne eerste vraag moest zijn of Carola nog vrij was, of er niet een verloving bestond, of zij ten minste hare neiging niet reeds op een bepaald persoon gevestigd had. Natuurlijk kwam hierbij in de eerste plaats de nabuurschap in aanmerking, en de grondstelling, dat de mond overloopt waarvan het hart vol is, geldt ook in Engeland. Sir Archibald koesterde voor de Macleans dezelfde gevoelens van vijandschap als sir Francis voor de Waterfields. Weldra bemerkte ook hier de Italiaan, wat de lezer wel reeds uit het onderhoud van sir Francis met zijn zoon opgemaakt zal hebben, dat namelijk deze gevoelens alleen bij de hoofden der beide geslachten hunne volle kracht behouden hadden. Ja, deze omstandigheid kwam hier nog veel scherper uit dan in het huis der Macleans. Sir Archibald was op dat oogenblik niet in een prikkelbare stemming; het gesprek werd derhalve zeer bedaard gevoerd en daardoor kwamen de bedenkingen van Carola des te duidelijker uit. Het moest den Italiaan opvallen, dat het jonge meisje zich voortdurend moeite gaf, de van oudsher overgeërfde veete tusschen de beide familiën als een daadzaak voor te stellen, waarvoor niet de geringste grond bestond; want de kleine plagerijen, waardoor deze veete aanhoudend nieuw voedsel kreeg, waren niet de aanleiding, maar klaarblijkelijk slechts de gevolgen daarvan. Toen nu ook het gesprek uit den aard der zaak op Mr Ralph kwam, gaf de nog beslissender wijze waarop Carola zich uitliet, Ricardo een vingerwijzing, die hij niet onbenuttigd mocht laten.

Dit deed hij dan ook niet en het duurde slechts weinige dagen of hij was in het bezit van een geheim, dat men met alle recht een openbaar kon noemen. Bijna allen wie het nader aanging, wisten, dat de vijandschap der huizen Maclean en Waterfield haar einde nabij was en het was even zoo min aan iemand onbekend, dat dit einde te danken zou zijn aan een verpopping van miss Waterfield in eene lady Maclean. Hoe zulks tot stand zou komen en wanneer het geschieden zou, daarover was oud en jong het zeer oneens; dat het echter zoo komen zou, daaromtrent heerschte de volledigste overeenstemming. Wel is waar had Ralph, noch Carola iemand in het vertrouwen genomen; maar de omgeving was toch niet blind: de jongelieden ontmoetten elkander zoo dikwijls, dat het toeval daarin moeielijk een rol zou kunnen gespeeld hebben. Mr. Ralph was van zulk een voorkomende hoffelijkheid en miss Carola nam de betuigingen daarvan zoo welwillend op, dat zelfs de oudste menschen zich niet zulk een toenadering tusschen de beide familiën herinneren konden. Ja, men wilde zelfs gezien hebben, dat de beiden een eind ver met elkander gingen, waarbij zoowel Carola als Ralph de grenzen van het wederkeerig grondgebied overschreden hadden. Ook dit was in strijd met alle overlevering; want de laatste persoonlijke overschrijdingen der grenzen dagteekenden uit den tijd, waarin deze aan de spits van een troep gewapenden plaats vonden. Later werden alle kennisgevingen of meedeelingen wederkeerig, die soms door de omstandigheden gevorderd werden, door tusschenkomst der justicie of door de bedienden overhandigd, waarbij de laatsten de grootst mogelijke onbeschoftheid ten toon spreidden. Hieruit kan men besluiten, wat het beteekende, toen sir Francis verklaarde, dat hij de boot behouden wilde zoolang sir Arehibald hem geen verontschuldiging over het gebeurde liet aanbieden.

Alleen de beide erven maakten een uitzondering op den van oudsher gevolgden regel. Het besluit dat het landvolk hieruit trok, was met het oog op den bestaanden staat van zaken niet van waarschijnlijkheid ontbloot en wij van onze zijde, hebben ook geen grond om het verborgen te houden, dat er inderdaad een afspraak dienaangaande tusschen de vertegenwoordigers der beide huizen bestond. Zij zelve vermoedden intusschen volstrekt niet, dat iemand op deze schijnbaar toevallige samenkomsten opmerkzaam geworden was en leefden in het zoete bewustzijn, dat buiten hen niemand het geheim hunner liefde kende. Daarin hadden zij echter slechts

[pagina 335]
[p. 335]

ten opzichfe van twee personen gelijk en wel alleen daarom dat zij omtrent hen alle mogelijke voorzorgmaatregelen in acht namen, om hunne liefde ten minste voorloopig verborgen te houden. Deze beide personen waren de wederzijdsche vaders. Voor het tegenwoordige ware het ook geheel nutteloos geweest hen met hunne plannen voor de toekomst bekend te maken. De vaders hadden elkander slechts zelden gezien, nooit gesproken, kenden elkander ter nauwernood, verfoeiden nochtans elkander en waren geneigd het slechtste van elkander te gelooven. Hier moest eerst een berg van vooroordeelen weggegraven worden en daaraan arbeidde men onvermoeid, maar tot dusverre zonder merkbaar gevolg.

Ricardo overzag dezen staat van zaken gemakkelijk en stelde zich de vraag hoe hij te werk zou gaan. Dat het hart van Carola aan een ander toebehoorde was de onaangenaamste hinderpaal, die zijne plannen doorkruisen kon. Had hij slechts tijd gehad, zou hem ook dit zeer weinig bekommerd hebben, maar hij had naast.

Het eenvoudigste ware geweest sir Archibald op de zaak opmerkzaam te maken, en dan zou Carola gelegenheid gévonden hebben er zich van te overtuigen, dat zij geen hoop mocht Koesteren den zegen haars vaders op deze verbintenis te erlangen. Maar dit zou Ricardo blootgegeven en hij daardoor tusschen zich en Carola een scheidsmuur opgericht hebben, die niet meer af te breken ware geweest. Hij moest de zaak derhalve slimmer aanvatten: hij moest een nieuwen twist tusschen de beide huizen in het leven roepen, die aan de oude vlam nieuw voedsel gaf, waarin ook de jongelieden onwillekeurig betrokken en daardoor natuurlijk van elkander vervreemd zouden worden, zonder dat hij daarbij de gehate rol eens verraders speelde. Door den iever, welken hij daarbij voor de zaak van sir Archibald dacht te ontvouwen, hoopte hij dezen te winnen en zoodoende zijne eigene bedoelingen een goed eind nader te komen.

Hoe hem zulks op de schijnbaar onschuldigste manier gelukte, hebben wij reeds geschilderd. Het was volstrekt niet aan zijne onbekendheid met de grenzen te wijten, dat Ricardo op het gebied der Macleans vischte: hij kende de grenzen zeer nauwkeurig en ware tot voor het slot geroeid, om den baronet tot een daad van gezag ter handhaving zijner rechten uit te lokken. Zijn verontwaardigd optreden bij sir Francis was welberekend en toen de baronet hem liet overzetten, wierp hij het goudstuk met voorname geringschatting tot drinkgeld voor den jager in de boot. Hij zag, dat hij gadegeslagen werd en had juist het doel, hetwelk Ralph hem toedichtte. Eveneens kwam hem de inbeslagneming der boot zeer gelegen: hij wilde sir Archibald tot een gerechtelijke vordering om teruggave daarvan bewegen en rekende er vast op, dat een van weerszijden met verbittering gevoerd proces om zulk een onbeduidend voorwerp een haat moest doen ontstaan, waarin ook de beide gelieven zouden deelen. De steen was nu aan het rollen gebracht en het kwam er nog slechts op aan hem van tijd tot tijd een schop te geven, opdat hij niet tot stilstand kwam.

Dat waren de gedachten, die Ricardo bezig hielden, terwijl hij, eene italiaansche aria neuriënde, langzaam naar den ouden burcht terugkeerde.

Het oude gebouw lag nog achter een dichten groep hoogstammig geboomte verscholen, toen sir Archibald hem reeds in de grootste opgewondenheid te gemoet kwam. Bij zijn verschijning nam de Italiaan eveneens den schijn van een hevige gemoedsbeweging aan. Hij verhaastte zijn stap, zwaaide met de armen in de lucht en nog was sir Archibald meer dan twintig passen verwijderd, toen Ricardo hem op den toon der grootste verontwaardiging toeriep: ‘Ik moet erkennen, sir Archibald, dat gij daar een buurman hebt, die ondanks zijne grijze haren nog dringend behoefte heeft aan eenige opvoeding!’

De opgewondenheid van sir Archibald had intusschen niet uitsluitend haar grond in de verontwaardiging over de onvriendelijke handelwijze van den baronet De Engelschman is een man van de wet en de eerbied voor de wet wordt hem als aangeboren. Zijne gemoedsbeweging sproot namelijk alleen daaruit voort dat de baronet een gerechten grond had zijn afkeer jegens hem aan den dag te leggen. Hij zou er veel voor gegeven hebben als zijn gast niet over de grenzen gevaren was, en toen hij het gewaar werd, was hij ook terstond toegesneld om hem daaromtrent in te lichten. Hij was echter, gelijk de lezer weet, te laat gekomen en kon er nog slechts getuige van zijn hoe de boot naar den anderen oever gevoerd werd.

‘Hoe is het u gegaan, mijnheer de markies?’ vraagde sir Archibald daarentegen, zonder de verbolgenheid van Ricardo te kunnen deelen. ‘Gij ziet mij in de pijnlijkste verlegenheid! Waarom zijt gij niet binnen onze grenzen gebleven? Geen Engelschman laat zich dit welgevallen!’

‘Maar, sir Archibald, aan de vischvijvers op mijne bezittingen zie ik engelsche toeristen met dozijnen zitten visschen. Mijne opzichters zijn verwittigd tegen vreemdelingen voorkomend te zijn.’

Ricardo zegde dat niet zonder gevoel van eigenwaarde en sir Archibald had volstrekt geen grond deze pocherij geen geloof te schenken. Hij wist toch zelf hoe weinig sommige Engelschen op reis eens anders rechten eerbiedigen en hoe juist daardoor, ofschoon geheel ten onrechte, de geheele natie in discrediet gebracht wordt.

‘Een ander zou er ook waarschijnlijk wel niets in gezien hebben,’ meende sir Archibald; ‘maar gij weet, in welke verhouding ik met den baronet sta en zijne ongemanierde handelwijze geldt veel meer mij dan u. Wat ik u bidden mag, vertel mij eens, hoe heeft hij zich gedragen?’

‘Ik heb hem verklaard, dat gij aan de zaak geheel onschuldig waart, dat ik in mijne onbekendheid met de grenzen deze overschreden heb, dat ik zijn aanspraak op de gevangen visch erkende. Hij bleef er evenwel bij uw boot te behouden - of gij moest u bij hem verontschuldigen.’

‘Ik mij verontschuldigen?’ viel sir Archibald plotseling verbitterd uit. ‘Liever mag de boot aan haren ketting verrotten! Ik heb niets tegen hem misdreven en behoef dus geen verontschuldiging te maken.’

‘Dat is ook mijne meening,’ hernam Ricardo. ‘Het doet mij alleen leed, dat ik u in ongelegenheid gebracht heb. Indien gij liet mij wildet veroorloven, zal ik eene andere boot ter uwer beschikking stellen.’

‘Mijnheer de markies,’ merkte sir Archibald hooghartig aan, ‘dit verlies treft mij, en zoo ik een andere boot noodig heb, zal ik er een aanschaffen.’

‘Ik heb van een edelman geen ander antwoord verwacht; gij zult echter ook mijn standpunt begrijpen, dat mij dwong om dezelfde redenen een aanbod te doen, die u noopten het af te slaan.’

‘Laten wij daar niet verder over spreken!... Het is niet de waarde van de boot, die mij zoo toornig maakt...’

‘Maar de onbeschofte manier, waarmee de baronet te werk ging,’ vulde Ricardo aan en liet er oogenblikkelijk op volgen: ‘Maar zou hij ook wezenlijk zoo volkomen in zijn recht wezen? Ik zou het betwijfelen en daarover gaarne eens een rechtsgeleerde raadplegen. Zoudt gij zoo goed willen zijn mij het adres van uw advocaat te geven?’

Sir Archibald onthutste. ‘En waarom zou hij niet in zijn recht zijn?’ vraagde hij twijfelachtig.

‘Daar alle omstandigheden bewijzen, dat hier eene onbekendheid met de bestaande grenzen en geen opzet de aanleiding der inbeslagneming is. Had ik willen stroopen, waartegen reeds mijne stelling in de maatschappij pleit, dan zou tk zonder twijfel daartoe mijn tijd beter gekozen hebben en evenmin de schuit van het slot zoo dicht hebben laten naderen.’

De zaak begon sir Archibald in een ander daglicht voor te komen. Indien hij er in gelukte een veroordeelend vonnis tegen den baronet uit te lokken, had hij een glanzende revanche voor de hem aangedane smadelijke bejegening genomen. Hij zou dan niet alleen geen verontschuldiging gemaakt maar den baronet de vernedering toegevoegd hebben hem zelf de boot te moeten afgeven.

Toen beiden den ouden burcht bereikten was sir Archibald in den geest reeds met dit proces ingenomen en hoe grondiger hij met Ricardo de zaak besprak, hoe duidelijker het hem werd, dat hij ze voor het gerecht brengen moest. De zegepraal, die hij behalen zou, kwam hem steeds uitlokkender en schitterender voor.

Dit duurde zoo lang tot men aan de middagtafel zat. Eerst bij den maaltijd vernam Carola, die den geheelen morgen in het huishouden bezig geweest was de ophanden zegepraal der Waterfields op de Macleans. Maar gelijk Ricardo wel vermoed had, vond hij het jonge meisje volstrekt niet met dit vooruitzicht ingenomen. Hij liet ook hier met slimme berekening sir Archibald alleen de zaak uiteenzetten. Hij had den steen opgenomen en werd nu met genoegen gewaar met welk een krachtige hand sir Archibald dien slingerde, ja, hij kon zelfs in den loop van het zeer verhit gesprek de bemerking laten invloeien, dat hij nog niet zoo geheel en al van de gelukkige uitkomst van het proces overtuigd was en het in ieder geval geraden scheen eerst na een rijp beraad een rechtgeding aan te vangen.

Deze twijfel verwierf hem dan ook een dankbaren blik uit de schoone oogen van Carola, en de markies bleef niet in gebreke er reeds over te denken welk nut hij uit deze gunstige gemoedsgesteldheid kon trekken, toen sir Archibald nog de ergernis schilderde, die de Macleans zou vervullen als zij de boot teruggeven moesten.

Na den maaltijd wilde sir Archibald dadelijk naar de hoofdplaats van het graafschap rijden; daar woonde de zaakwaarnemer, die de weinige rechtszaken der Waterfields als koopacten en dergelijken bezorgde. Een eigenlijk rechtsgeleerde was het niet, doch meer een praktische man van zaken, die evenwel in de wetten goed thuis was en zeer zeker gepasten raad geven kon en zou.

Ricardo maakte gebruik van het oogenblik, dat sir Archibald naar buiten ging om de noodige bevelen voor de reis te geven, om het tegenover hem zittende jonge meisje gade te slaan, dat in droevige gedachten verzonken voor zich op haar telloor staarde.

Een heerschte een lang zwijgen, dat Ricardo eindelijk verbrak met de bemerking: ‘Het komt mij voor, miss Carola, alsof dit voorgenomen proces u geen genoegen doet.’

Carola schrikte bij deze woorden op, zag den spreker verward aan en streek dan heure haren verlegen achter de slapeu terug:

‘Vergeef mij, mijnheer de markies, ik was met mijne gedachten elders.’

‘Ik zou het niet gewaagd hebben,’ antwoordde Ricardo, terwijl een fijne lach om zijn mond speelde, ‘u in mijne onbeduidende tegenwoordigheid terug te roepen, had ik niet meenen te bespeuren dat deze gedachten volstrekt niet van aangenamen aard waren. Ik bracht ze met het twistgeding in verband...’

‘Ja, ja,’ viel Carola hem in de rede; ‘gij hebt gelijk! Ik zie geen nut in dit twistgeding. Het onderwerp is een oude boot van zeer geringe waarde: Hoedanig ook de uitkomst zij, in ieder geval zal zij de reeds gespannen verhouding nog aanmerkelijk verbitteren.’

‘Ik ben er waarlijk ontroostbaar over, beste juffer, dat ik de oorzaak van dit twistgeding zijn moest.’

Carola haalde de schouders op. ‘Ik kan u ten minste de verzekering geven, dat ik u voor de onschuldige oorzaak houd,’

‘Hoe dit ook zij,’ hervatte Ricardo met warmte, ‘ik wil indien gij het verlangt, mijn best doen om het proces te stuiten.’

‘Ach ja, doe dat! Gij zoudt mij daardoor zeer verplichten. Rijd met mijn vader mee en leg onzen zaakwaarnemer het gebeurde naar

[pagina 336]
[p. 336]

waarheid bloot! Ik vrees sterk, dat mijn vader om den gewenschten raad uit te lokken de zaak slechts eenezijdig zal voorstellen.’

Aangenaam was Ricardo die opdracht niet. Hij had het veel liever gezien, dat sir Archibald de zaak alleen behandeld had. Hij twijfelde er niet aan of het proces zou, indien er eenige kans bestond, aanhangig gemaakt worden, en hij ware dan van alle verantwoordelijkheid daarvoor ontslagen. Doordien de dame echter met onverwachte gretigheid zijn vriendelijk aanbod aangenomen had, begreep hij dat daarmede een groot deel van het misnoegen op hem zou vallen, als het proces eenmaal zijn geregeld verloop nam.



illustratie
de paraplue.


Buitendien steeg nog een andere donkere zorg bij hem op. Ontwijfelbaar moest zoowel bij Ralph als bij Carola het verlangen bestaan, elkander hunne inzichten omtrent het gebeurde mee te deelen. Hij wist nu wel is waar niet of zij ook gelegenheid bezaten om elkander elk oogenblik van den dag omtrent een samenkomst te verstaan, maar het lag in het bereik der mogelijkheid en het moest daarom zijn onmiddellijk streven zijn zulks minstens zoo lang te verhinderen tot de strijd in laaie vlam ontbrand was; want eerst dan was aan geen bijleggen meer te denken.

Dit waren gronden, die het hem gewenscht deden zijn te blijven. Hij had dan ook tevens wellicht gelegenheid gehad zich aan de jonge dame in een bijzonder gunstig licht te vertoonen, daar sir Archibald de vriendelijkheid had hem den geheelen namiddag uit den weg te gaan. Nochtans waagde hij het niet het rechtstreeksch verlangen van Carola af te slaan. Hij verplichtte haar daarmede ook en van den anderen kant zou hij misschien een onbestemd wantrouwen bij haar opgewekt hebben. Hij betuigde haar diensvolgens, dat hij zich hoogst gelukkig zou achten haar van dienst te zijn en alles zou doen wat in zijn vermogen was om haar vader van zijn plan te doen afzien.

Carola was daarvoor zeer erkentelijk en betuigde haren dank op zoo hartelijke wijze, dat hij gaarne gezien had, dat deze veel koeler geweest ware.

(Wordt vervolgd.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken