Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Belgische Illustratie. Jaargang 16 (1883-1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16
Afbeelding van De Belgische Illustratie. Jaargang 16Toon afbeelding van titelpagina van De Belgische Illustratie. Jaargang 16

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.86 MB)

Scans (1514.96 MB)

ebook (27.08 MB)

XML (3.08 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Belgische Illustratie. Jaargang 16

(1883-1884)– [tijdschrift] Belgische Illustratie, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 353]
[p. 353]

[Nummer 45]

Onze gravures.

De raad van drieën.

 
Ik zag Venetië, de Schoone,
 
De s hoone bruid der Zee!

Zoo zingt de minnestreel in de prachtige legende, die gansch Antwerpen eenige weken geleden bewonderde, geestdriftig toejuichte en waardoor de jonge toonzetter, Emile Wambach, door elken kunstkenner op den eersten rang der hedendaagsche vlaamsche componisten geplaatst werd. Ja, Venetië mag als ‘de schoone’ geroemd worden. Geene stad kan op eene zoo schitterende en aantrekkelijke dichterlijkheid roemen, niet alleen als ligging, als rijkdom in kunst, maar ook in geschiedenis.



illustratie
de raad van drieën, naar eene teekening van karel werner.


Wie de geschiedenis der dogestad leest, voelt zich getroffen door een aantal prachtige en grootsche gebeurtenissen, die niet zelden voor ons oprijzen, als waren zij niet aan de werkelijkheid, maar aan het verbeeldingrijke brein eens dichters ontleend.

Indien men echter al die glinsterende tooverglansen afweert, ontmoet men ook eene gansche rij gebeurtenissen, die ons doen sidderen en met afgrijzen bezielen. Op iedere bladzij van de geschiedenis dezer weleer zoo machtige republiek merkt men bloedplekken op, en niet zelden bloed van onschuldigen.

De dolk en het vergift speelden in vroeger eeuwen eene groote rol tusschen de schitterende feesten, die er gegeven werden, en de bravo, de gehuurde moordenaar, was altijd gereed om dezen of genen, voor een handvol geld, van

[pagina 354]
[p. 354]

kant te maken. Men vond het lijk in een afgelegen steeg, in het water of op den hoek eener straat, ofwel men vond het in 't geheel niet, en er kraaide dikwijls geen haan meer na den moord.

Men wist dat het gerecht, als men tot den oorspronkelijken dader opklom, meestal opeen der voornaamsten van Venetië stooten zou, die den moord had betaald. Soms werd de bravo gegrepen, zooals in Cooper's roman, en voor de rechtbank der Drieën gebracht; doch die rechtbank deed zich niet kennen: de rechters waren vermomd en de betichte wist niet voor wien hij zich bevond. Het was dus onmogelijk later eenige weerwraak te nemen.

Zoo geheim als de misdaad van den bravo was, zoo geheim was het gerecht, en het is dus ook niet verwonderlijk dat de justicie op zijne beurt niet zelden misdadig en wreed was. De teekening stelt den gewaanden bravo van den amerikaanschen romanschrijver voor, hij is fier in zijne houding en hij veracht, sterk door zijne onschuld, rechters, die de lafheid hebben zich achter het mom te verbergen.

Twee nachtwakers.

De tijd der nachtwakers, ten minste van die welke wij in onze geschiedenis onder den naam van hannekenuit kennen, is reeds lang, is onherroepelijk voorbij. De Franschen in 1793 hebben die dichterlijke figuren uit onze straten doen verdwijnen, en het is vooral de romanschrijver August Snieders, die in zijne vertellingen Op den toren en de Voetbranders deze figuur weer deed herleven, en die ook dergelijke figuur onlangs, in de lyrische legende Yolande, zijn mysterieus lied ‘twee uren heeft de klok,’ deed zingen.

Wij hebben nog wel nachtwakers, doch dat zijn prozaïsche wezens, gehuld in een slechten overjas, een stok in de hand en misschien een botten tamboerssabel onder den jas verborgen. De wachter, die ons echter aantrekt, is die met den geduchten hellebaard gewapend, met zijne klep in de hand, vergezeld van zijnen vreeselijken hond en voorzien van eene brandende lantaarn.

In Duitschland schijnt hier en daar nog een schijn van dergelijken nachtwaker te bestaan, ten minste wij leveren hier een paar staaltjes van den modernen hannekenuit. Een dezer is in het warme wachthuis ingeslapen en hij dut er gerust op voort; de andere is trouw op zijnen post en zal ook morgen vroeg lofwaardig op het rapport bij zijne oversten, vermeld worden.

Bij den helderen maneschijn ziet de man met de geduchte piek gewapend, in de verte een kerel tusschen de gesloten kramen sluipen en in de donkere schaduwen deels verdwijnen. De knaap doet in die kramen zijnen voorraad op, doch weet niet dat twee oogen al zijne bewegingen bespieden en hij, binnen weinige minuten, veilig achter slot zitten zal.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken