Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 1 (1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 1
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.20 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 1

(1890)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Schrijftale

IETS dat ik niet en kan verstaan, en noch veel min gelooven, is dat sommige lieden, die altijd hun eigen plat vlaamsch (of Fransch) spreken, zelfs bij openbare aan- of toespraken, zouden bekwaam zijn, als 't is dat ze zitten en de penne ter hand nemen, van al met eenen keer Hollandsch of Noord-Nederlandsch te schrijven.

Van waar zou hun die bekwaamheid toch gekomen of geworden zijn?

Ook en is hun geschrijf, hoe zij ook hun beste doen, geen Hollandsch, geen Noord-Nederlandsch, geen tale die in Noord-Nederland ooit met smake gelezen, gegeerd of gedoogd zal worden.

[pagina 39]
[p. 39]

't En is geen plat vlaamsch, geen vlaamsch meer, neen't, inderdaad; maar 't is een slag van onverdragelijke kunsttale, of, zoo ze 't heeten durven, wetenschappelijke taal, waarin niemand zijne eigene moedertale herkennen en kan.

De beste Noord-Nederlandsche schrijvers schrijven de zelfste tale die ze spreken; spreken de zelfste tale die ze schrijven; met dat verschil, dat hunne geschrevene tale wat meer op heur beste, op heur zondagsche gekleed, gekuischt en gekamd is.

Waarom en verstaan de Zuid-Nederlandsche schrijvers dat door den band alzoo niet?

Of zijn zij van gedacht dat het genoeg is en voldoende, om hunne wetenschappelijke taal te handhaven, om, zoo zij meenen, Noord-Nederlandsch te schrijven, van parel voor perel, bloempje voor blomken, kast voor kasse, lager voor leeger, vlaamsch kennen voor vlaamsch kunnen te zetten?

Ze zijnder zoete meê!

Waarom en zou men den Limburger, den Westvlaming en den Antwerpenaar niet mogen eenigszins verkennen aan zijne schrijftale, zoowel als aan zijne spreektale?

Ware daar iets bij verloren of bedorven?

Ja, men komt voor den dag en men heeft, zoo 't schijnt, veel gezeid als men gesproken heeft van ‘mengelmoes’, ‘Babeltoren’, ‘Arke van Noë’.

Boven de Arke van Noë spande de regenboge: was hij min prachtig omdat er zeven verwen in schitterden?

 

Biekorf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken