Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 1 (1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 1
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.20 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 1

(1890)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Mingelmaren

OP eenen kleenen beker, die ten jare 1883 in de Schelde, voor Antwerpen, gevonden wierd, staat er: SCINCT. EN DRINCT. EN. GODS. GHE. DINCT.

 

Uit Congrès de la fédération des sociétés d'Archéologie à Anvers en 1885.

[pagina 79]
[p. 79]

IN een Lubeeksch handschrift van den jare 1575:

 
Justitia is geslagen dodt,
 
Veritas licht in groter nodt,
 
Fallacia is geboren,
 
Fides hefft den streidt verloren,
 
Castitas is ock geslagen,
 
Luxuria regeret alle dage.

Uit Mittheilungen des Vereins für Lübeckische Geschicht - Altherthumskunde, 1889.



illustratie

EERTIJDS warender in ons land veel Wisselingen, dat waren Walejongens of Walemeiskes, die gewisseld wierden tegen Vlaamsche, en besteed de Walen hier, de Vlamingen in 't Walenland; de eene om Vlaamsch, de andere om Fransch te leeren, elk in 't zijne.

't Gebeurde dat er van die Waalsche Wisselingen, Wisselbalgen hiet men ze ook, hier bleven, groot wierden, leefden en stierven.

Vader zaliger vertelde geerne van zulk eenen die Batiss hiet en die een felle jager was, lijk Nemrod.

Maar Batiss, Tisten de Wale scholden z'hem, hadde eenen broodgenoot, Çis Kaetens bij name, dieder op uit was om hem te duivelen en te zeerden, al waar hij koste.

‘Batiss,’ zei hij, op nen zekeren keer, ‘'k weet nen haze liggen!’ En hij miek het Tisten den Wale wijs waar dat 't was, met veel hier en daar en ginder daarbij, zoo verre en zoo vele dat 't Batiss geloofde, en dat hij, zonder tijd te verliezen, rechtuit om zijn roer liep, zullende dien haze schieten.

Prdaf! ging dat allichte, en, dweers deur den rook van 't poer, Tiste om z'nen haze.

't Was een keunevel dat Çis schoone opgevuld hadde en tusschen de koolen geleid.

‘Foekte Çi Kate,’ zei Batiss, ‘foekte Çi Kate, 't en e' nie' fan mijn keute, ma 't es ol van de la' en van de pijt mij!’

Dat was te zeggen: ‘Vervloekte Çis Kaetens, 't en is niet van mijn scheute, maar 't is al van den lach en van den 't spijt mij!’



illustratie

TEN jare 1597 deed een zekere Simoen Ogier, van Sint Omaers, doctor in de Rechten, eene reize naar Brugge. Als hij wederom t' huis kwam, in Le Blanc-Ram, en la Tenne-Rue, daar hij geboren en wonachtig was, 't is te zeggen ‘in den blanken Ram, in de

[pagina 80]
[p. 80]

Teenstrate,’ de hedendaagsche Duinkerkstrate van Sint Omaers, zoo zette hij hem zijne reisgevaarten te vertellen in latijnsche rijmreken, die nu nog bewaard zijn en te lezen staan in Bulletin de la Societé des Antiquaires de la Morinie, van 't jaar 1856, bl. 235 en volgende.

Te Brugge heeft hij ‘de vermaarde en prachtige halle bewonderd; het Heilig Bloed vereerd, mitsgaders het schoon beeld van Onze lieve Vrouwe dat Michael Angelo uit het marmer kapte en dat schijnt te leven en bezield te zijn.’

Dat beeld staat er tegenwoordig nog in Onze lieve Vrouwen kerke; doch of het inderdaad van Michaël Angelo gemaakt wierd, dat blijft twijfelachtig.

Nievers ter wereld, zegt hij, en is er eene grafstede te vinden, die zoo schoone en zoo prachtig is als deze van Karel den Stoute en van zijne dochter, in Onze lieve Vrouwen kerke.

Simoen Ogier verbleef verscheidene dagen te Brugge,

Captus dulci sono Brugelinae gentis: ‘ingenomen, zoo hij was, van de zoetklinkende tale van het Brugsche volk.’

Bij zijn terugreizen naar Sint Omaers, zag hij het vrouwvolk van Veurne en Lampernisse op den akker werken, met witgelinte mutsen aan. De vrouwliên van Veurne heet hij pingues, vet, en die van Lampernisse facie pulcra, schoone van wezen.



illustratie

‘IS dat nu geen dommigheid’ - zoo sprak er een over tafel, - ‘dat overtollig en onbeschaafd gebruik van die slepende e? Waar willen ze naartoe met die slepende e? Is dat nu vlaamsch? Men heeft dat nog nooit gehoord. Dat is willen uitnemen bij al de andere, dat gebruiken te passe en ten onpasse van die slepende e. Beziet 'ne keer die slepende e, hoe leelijk en hoe bot: en ja, de ezel! Waarom niet gezeid den ezel?’

 

***

 

EEN medestichter van ons Tijdschrift, de achtbare Heer Dr Eug. Van Steenkiste, is over eenige dagen Ridder genoemd van het Heilig Graf. Biekorf wenscht hem veel geluks!

 

DIE begeert ‘Biekorf’ te trekken, late zulks weten naar Aug. Van Speybrouck, in de Witte Leêrtouwerstrate, te Brugge; of naar G. Gezelle, in de Handboogstrate, no 19, te Kortrijk; ofwel naar den Drukker dezes.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken