Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 1 (1890)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 1
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.20 MB)

ebook (3.96 MB)

XML (0.88 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 1

(1890)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Mingelmaren

WIJ komen eenen brief te ontvangen uit Maurits-eiland, in 't Zuid Oosten van Africa, waarbij ons de dood gemeld wordt van eenen verdienstelijken vlaamschen zendeling, zeer eerweerden Heer Frederijk Muylle.

De dierbare overledene is geboren te Gits bij Rousselaere, wierd priester te Brugge en stond als onderpastor te Clercken, Beernem, Merckem en Alveringhem. Van daar is hij in 't jaar 1864 vertrokken naar zijne verre zendinge.

‘'t Is een groot verlies voor het eiland, zoo schrijft men ons, want Pater Frederijk, gelijk hij hier genaamd wierd, was een der ijverigste priesters van het land. Op al de parochien waar hij gestaan heeft, heeft hij onzeggelijk veel goed gesticht.

Al wat Pater Frederijk won ging over naar de armen. Zijn huis was eene ware armtierige kluize.

Van den jare was hij te wege naar zijn vaderland weder te keeren om er zijne laatste jaren over te brengen.

Eilaas, de brave Pater en heeft zijn ontwerp niet kunnen ten uitvoere brengen. Hij is gestorven als een heilige op Onze lieve Vrouwe Lichtmesse, den 2den in Sporkele laatsleden.’

Wij bevelen zijne ziele in de gebeden van al onze lezers.



illustratie

HET te peerde rijen op eenen stok, equitare in arundine longâ, staat mooi beschreven in De doodt vermaskert.. door G.V. Wolschaten, t' Antwerpen, By Petrvs Bellervs 1654, bladzijde 14:

 
‘En roert de ruiter geenen bil,
 
zoo staat het peerdje weder stil;
 
en dringt de ruiter 't peerdje dringt,
 
en springt de ruiter 't peerdje springt,
 
en staat de ruiter 't peerdje staat,
 
en gaat de ruiter 't peerdje gaat,
 
en drilt de ruiter 't peerdje drilt,
 
en malt de ruiter 't peerdje malt,
 
en valt de ruiter 't peerdje valt.’
[pagina 95]
[p. 95]

't IS het hooren weerd hoe 't daghet in den Oosten, het knappe Tijdschrift voor Limburgsch Dietsche taal-en andere wetensweerdigheden, in zijnen laatsten No van 1889, zijn vijf jaar bestaan zegevierend bezingt. Horkt liever!

Onze koperen bruiloft
1885-1889.
 
Er woei een wufte Zuiderwind
 
verzengend over den lande,
 
verdorde 't graspier in de wei
 
en 't bloemwerk meniger hande.
 
 
 
Aan de overzij een kille wind
 
steeg op uit Noordsche landouwen,
 
versteef de vette boterbloem
 
en doodde de lieve kersouwen.
 
 
 
Dan ruischte er over 't Oostenland
 
een Westerwind die de weide,
 
de hei, den bosch en 't veld herschiep,
 
en frissche geuren verspreidde.

Het ‘daghet in den Oosten’ werd onder eene treuresch in Wallonië geboren en gedoopt.

Zijn voorbode moest op de hondskar van Jantjesjong, in 't putjen van den Winter, vier uren de hei door, den wereld in, maar ‘darren’ was zijne leus!

En een Wijze uit den Westen, een uit den Oosten en een uit den Noorden erkenden het kind en kwamen het beschenken.

Nochtans, voor zijne vijanden beducht, moest het gaan schuilen bij twee waalsche knullen, spijts de spreuk:

 
Walenbloed
 
doet geen Dietschen goed. -

‘Geen sant verheven in zijn land’ is eene oude spreuk en oude spreuken zijn doorgaans waar; maar alle gewesten hielpen meê, tot Vrankrijk, Holland, Duitschland, Engelland en Italiën toe.

Eere zij ‘Sinte Luudgarde van Tongeren’!

Neerstige Limburgsche biekens hielpen ons kaar vullen. Bij de duizend eigene woorden, bij de vijf honderd volksdichten en spreuken en honderde andere wetensweerdigheden onzer gouwe, mieken van het ‘'t Daghet’ een echt Limburgschen Standboek. Lof en dank zij den Limburgschen Gouwraad die zulks in 't openbaar erkende.

Laat ons zwijgen over misverstand, laat ons zwijgen over onderduimschen dwang; want

 
Zwijgen en denken
 
maar niemand krenken

raadt ons de Limburgsche volkswijsheid.

[pagina 96]
[p. 96]

Laat ons heden op onze koperen bruiloft zege kraaien en alle geleden onrecht in onze dietsche bekers verdrinken!

Eere zij ‘Sinte Lundgarde van Tongeren’!

- Niet waar, 't is het hooren weerd?



illustratie

ALS zaliger Deken De Bo Deken wierd tot Poperinghe, kreeg hij, zoo dat gaat, gelukwenschen bij den vrechte. Naar eenen van zijne gelukbieders, een gewezen leerambtgenoot, zond hij als antwoorde dit kaartjen:

illustratie
DE BO, pastor
Ruysselede

Ruysselede was met de penne doodgedaan, en daarboven stond er:

Elk wenscht mij geluk
En niemand en heeft compassie.

IN den Poorterbouck van Kortrijk staat er als volgt: ‘Hendrik Hannama, fs Syties, gebortigh op de vryerf heerelykheijd van Ameland, behoorende onder de provintie van Vrijsland, woonachtig binnen dese stad, is poorter bedegen den 30 Maerte 1782.’

(Get.) L. Tanghe. - L.S.



illustratie

DE kerkrekeningen van Bolleseele, in Fransch Vlanderen, rakende de capelle van Onze-Lieve-Vrouwe van Bolleseele wegens de jaarschare 1660, gewagen van zekere ‘zweert-dansers’.

Van die zweerddansers wordt er, in latere rekeningen, gezeid dat zij ten ommeganghe voor den dag kwamen ‘wesende (werende = afslaande?) Sinte Jans hooft;’ dat zij ‘ghedonsen hebben Sinte Jans hooft;’ oftewel nog, dat zij ‘ghedanst hebben Sinte Jans hooft, ten lasten ommeganghe’.

Was Sint Jan de patroon van de zweerddansers, en verbeeldden zij, ten ommegange, de onthoofdinge van hunnen Patroon?

Zijn die zweerddansers ook in 't Belgenlandsch deel van Vlanderen bekend?

Wat waren die zweerddansers eigentlijk, en weet er iemand iets meer van als 't gene Kiliaen vermeldt, op de woorden sweerd-dans, sweerd-dansser?

Uit Duynkerke, R. Fl.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken