Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 3 (1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 3
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.66 MB)

ebook (3.52 MB)

XML (0.95 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 3

(1892)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Van 't Vrijbusch en van de Buschkanters

VAN al de wouden die, in de eerste tijden van ons Kerstendom, bijkans geheel Vlanderen bedekten, en die heden ten dage gedeeltelijk overblijven, is 't Vrijbusch wel een van de belangrijkste en van de eigenaardigste.

Waar ligt het Vrijbusch?

Wilt gij dat weten en 't wel beseffen, slaat uwe oogen op eene der nieuwste landafbeeldingen van West-Vlanderen; kijkt omtrent in 't midden van die gouwe, op den rechteren oever van 't Iperleed; en daar zult gij, tusschen de gemeenten Clercken, Zarren, Staden, West-Roosbeke, Langemarck en Merckem, maar toch op eenen schoonen afstand van ieder, een uitgestrekt woud afgeteekend zien. In 't midden van die uitteekeninge staat het woord Vrijbusch te lezen.

Bij het Noorder uiteinde van dit Vrijbusch ligt het nieuwgebouwd Houthulst, en ten Westen staat de nieuwe kerke van Jonkershove.

[pagina 38]
[p. 38]

Daar hebt gij de hedendaagsche ligginge van 't Vrijbusch; maar voortijds strekte het woud veel verder. Dit besluite ik uit Meyer's Rerum Flandricarum X bl. 84.

Karel De Ceuninck, (Staden eertijds en hedendaags, Brugge 1872,) beweert op bl. 199, dat 't in de jaren 800 van aan Iper tot aan Wijnendaele, en van aan Rousselaere tot aan Dixmude strekte, 't gene gemakkelijk te aanveerden is.

Maar welken name droeg dat woud te dien tijde?

Op de landafteekeninge van Sanderus' Flandria illustrata, die volgens 's schrijvers beweren nagemaakt is op eene andere van 't jaar 879, gezeid van Boudewijn den Yzeren, draagt de buschafteekeninge boven en aan de slinkere hand van Thorhout den name van Thoralti Nemus.

Heer E. Vanden Bussche (Recherches sur la forêt d'Houthulst bl. 331,) beweert dat onder dien name ook, het hedendaagsch Vrijbusch zou te verstaan zijn. Naar 't aanschouwen van de teekeningen zelve, daar wel twee afzonderlijke busschen op waar te nemen zijn, zou ik durven twijfelen.

Te Rijssel, in het handvesthuis van 't Noorden van Vrankrijk, 2me cartulaire de Flandre No 318; en in La Flandre 1873-74, staat eene keure van Abt Nikolaas van Corbie, in Picardenland, jaarteekenende 1096, en sprekende van 't Vrijbusch onder den name van Nemus Walnense.

Bij later tijd wierd het woud Outhulst busch geheeten. Sanderus II. 371.

Men vindt nog Oud hulst busch, Sanderus en Bleau; Wout hulst, Van Hollebeke, Abdy van Lisseweghe bl. 83.

In een doodboek van Clercken, staat er, in 't begin van de jaren 1600, van eenen verhangene:... ‘in magna silva vulgo dicta Houthulst.’

Eindelijk, van de jaren 1700 voort, is en blijft die name Houthulst, zoo men hedendaags pleegt te spellen.

Wat uitstand was er vroeger tusschen de meuniken van Corbie en 't Nemus Walnense?

Op 't zuider ende van 't huidige Vrijbusch, ten zuiden, maar dichte bij de Corverbeke, (corver-, corvei-, corbei-, corbi beke?) stond in vroegere tijden een klooster van

[pagina 39]
[p. 39]

meuniken, dat onder 't gebied van Corbie en de bescherminge van den heiligen Petrus gesteld was. Die woonstede wierd ten grooten deele vernield, 't zij door den tijd 't zij anderzins, en Ter Meunicken, of Meunick, zoo 't Sanderus en Blaeu aanteekenen, wierd bij later tijd eene eenvoudige hofstede. Blaeu immers, die Sanderus schijnt te vertalen, zegt, Geographia Blaviana, 3e stuck Aerderycks beschrijving der Nederlanden, Amsterdam Joan Bleau, 1664):... ‘en het vierde (gewijde gebouw behalven de parochiekerk, in Langemarke) 't welk eertijds eene abdije was, ter eeren van St. Pieters banden, die op de eerste van Augustus geviert wordt, behoorende onder de abdij van Corbie in Vranckrijk, behoort nu aen d'abt van Anchin.’ Ad abbatem spectat aquincintinum zegt, Sanderus. ‘Het leght in een groot bosch van den koning het busch van Outhulst genoemt, daar niets is dan een boerenhuis.’

Dit boerenhuis bestaat nog, t.w. op de uiterste grenzen van Langemarck, eenige stappen van den grond van Houthulst en Poelcapelle, in den draai van den steenweg die deze twee parochien verbindt. Het oud Munneken, zoo 't volk van de streke het heet, draagt nog de kenteekens zijner vroegere bestemminge. 't Huis alleene is tot nu toe gedeeltelijk rechte gebleven, maar de deelen die overschieten, zooals vensters, keuken, schouwen, cellen, gangen, en tot het dak zelve, gansch de ligginge en de strekkinge, duiden den bouw en de woonstede van kloosterlingen aan.

Gaat de bewoners ondervragen, en zij zullen u zeggen dat er daar, benoorden de hoeve, eene brokke land ligt, die den name van 't Capellestik draagt; dat men eertijds eenen steenweg ontdekt heeft, die 1 meter diepe onder den tegenwoordigen grond ligt en die 2 meters breed is; alsook dat er onder de eerde een andere steenweg dwers door 't hof loopt.

't Oud Munneken staat verre en wijd bekend.

Eertijds, als er koopdag was in 't woud, verkochte men daar drank en 't diende tot borgstede voor alleman die wilde koopen. En 't zal wel dank aan deze bestem-

[pagina 40]
[p. 40]

minge zijn dat zijn name behouden en mondsgemeene gebleven is, terwijlen er zoovele oude vlaamsche oordnamen in den doodboek gerocht zijn.

Hedendaags staat er aan 't hofgat eene herberge die in 't jaar 1858 gebouwd is en die 't Nieuw Munneken heet.

('t Vervolgt)

A. B. en C.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken