Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 3 (1892)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 3
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.66 MB)

ebook (3.52 MB)

XML (0.95 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 3

(1892)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 271]
[p. 271]

Mingelmaren

DR. A. BEETS, Woordenboek der Nederlandsche taal, 5e D. 4e afl. Gort-grauw, zegt het volgende, onder het woord Gouw(1).

‘In vlaamsch België bestaat heden ten dage bij sommigen het streven om fransche of fransch klinkende woorden als b.v. provincie en gouverneur door gouw en gouwgraaf te vervangen; zie b.v. Biekorf, 2, 385-396. Desgelijks bezigt in Noord-Nederland, Johan Winkler gouwspraak of gouwspreektaal voor dialect (b.v. Oud Nederl. 8, 9, 131), gouwgenoot voor: landsman uit dezelfde provincie (ald. 31); enz.’

Onder het woord gras wordt gers en gers wonen aangehaald, uit Loquela IX. 67.



illustratie

 
TUSSCHEN hemel en eerd
 
staat er een groene geerd;
 
't is geen hulzen,
 
och geen bulzen,
 
geen populieren,
 
heeft geen houteren manieren,
 
't is geen eiken
 
och geen esschen
 
gij zoudt het niet raden
 
al waart gij gezessen,

die groene geerd is een groene geerde, een groene staf; hulzenhout is honzelarenhout, rhamnus frangula; bulzenhout is............? geen houteren manieren: 't en gedraagt hem niet als hout; och is of, noch; en 't slot van 't limburgsch raadselken is het kemp, latijn Cannabis, fransch le chanvre.

Weet er iemand het woord bulzen te bedieden?



illustratie

 
HOOGE klemmers,
 
verre zwemmers,
 
zeere schaverdijnders op het ijs,
 
en zijn altegare niet wijs.

Anders gehoord:

 
Hooge klemmers,
 
leege zwemmers.
 
schaverdijnders
 
zijn kwa kinders.
[pagina 272]
[p. 272]

STOKVISCH in 't Russensch vertaald ware koblóvaja ryba; kobl namelijk is stok, koblóvaja stokachtig, en ryba visch te zeggen.

Dr. C.C. Uhlenbeck, in het Tijdschrift voor ned. taal- en letterkunde. Leiden. - E.J. Brill, elfde deel. Nieuwe reeks, derde deel, derde afl. bl. 225. vermoedt dat het russensch woord koblóvaja de oorsprong is van ons woord kabeljauw, anders gesproken bakeljauw. Tusschen Novgorod en onze landen, zegt de Doctor, wierd er in de middeleeuwen veel handel gedreven.



illustratie

‘LERS, zelstandig naamwoord, vrouwelijk’, zegt Weiland, ‘der of van de lers. Eene zekere maat: lersse wijns. (Codex van het graafschap Zutphen.) Deze maat moet, in oude tijden vrij groot geweest zijn, omdat men daarvoor wel eens boven dertien goudguldens, dat toen eene groote som was, betaald vindt’.

Bij Schuermans staat er: ‘Leers, laars, te Aalst: eene kleine maat jenever. Bazin breng nog een leersken’.

Deken De Bo weet van ‘zijn lerze vullen, van bierlerze, kaffilerze, jeneverlerze, wijnlerze’, en van lerzen, lersde, gelersd, onzijdig werkwoord. Drinken, bekeren, fransch: gobelotter, chopiner.

Eene butterleerze ware dus een botervat, eene boterstande, eene botertonne.

 
een veerze
 
van een veerze
 
is een butterleerze.

Dat zeggen ze in Veurn-Ambacht.

Het woord leerze, latijn ocrea, fransch botte, staat in Van der Scheuren's Theutonista vermeld onder twee gedaanten, te weten: leerse en lederhoese. Lederhoese ware bij ons lederhoze, hoze van leder. Lederhoze, eens en andermaal gekort, ware lederze, leerze.

Wij hebben dus leerze van leder, een schoeisel; en leerze, laarze, lorze, (van laar, hoogduitsch leer, ydel?) eene mate.



illustratie

IN de rekeningen van Sinte Maartens kerke, te Kortrijk, over de jaarschare 1413-1414, staat er.

‘Van der doot van Pieter Rijcma viij. sc.’

Die Pieter Rijcma moet een Fries geweest zijn, en waarschijnelijk arm en vreemd te Kortrijk, immers zijn begraafschuld is de minste van geheel de jaarschare.

In de geslachtnamen van Johan Winkler staat de friesche name Rijkema vermeld en vertaald door afstammeling van Rijk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken