Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 6 (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 6
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.09 MB)

ebook (3.61 MB)

XML (0.95 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 6

(1895)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Taalzuivering

EENIGEN zitten vooral op de vreemde wendingen en uitdrukkingen: gewis missen zij daarin; het is minstens nog 20 jaar te vroeg, om den oorsprong der verschillige wendingen vast te stellen; immers het zal nog wel 20 jaar zijn, eer men een zinbouwredenkundig woordenboek zal hebben. Nog heeft men nergens eene volledige rangschikking der wendingen in gelijk welke taal.

Dat men dus eerst vreemde en onvlaamsch luidende woorden verbanne.

Men werpt op dat sommigen slecht vertaald zijn, zoo als internationaal, door wederlansche; en daarom wil men die vreemde woorden behouden.

Wat er daarvan ook zij, wij weten dat het vlaamsch sprekend volk zonder moeite al zijne gedachten in eigen spraak kan uitdrukken, ja dat het zelfs geene moeite en zou hebben om tien goede vertalingen te geven van genoemd vreemd woord: wij willen dus dat men eene tweede maal bezie, als men met de eerste maal niet en lukt.

Wat hebben wij tegen de schuimwoorden?

1. Hunne uitspraak misnoegt den vlaamschen mond; harde samenkoming van boekstaven, geheugenbrekende doormengeling van klinkers en medeklinkers, overeindzetting van de stemzate.

De lezer oordeele welke moeite een vlaming, die niet geoefend en is in de uitspraak der vreemde talen, zal hebben

[pagina 42]
[p. 42]

om woorden uit te spreken en te onthouden als: poly synthetische; monocotyledoni; apherese, labialiseering; sesquibasisch, hyposulfurisch, acide!

2. Zij zijn duister: nemen wij bijv. het woord internationaal, dat men een zoo klaar woord heeft durven noemen. - Men vergat erbij te voegen, dat het zoo duidelijk was voor degenen die fransch kunnen, maar ik vergis mij hier, 'k moet zeggen, die latijn kunnen: inter en bestaat immers in 't fransch niet.

Wanneer zal men toch eens eenen vlaamschen opsteller tegenkomen, die, zoo het billijk is, veronderstelt, dat zijne lezers niet anders dan vlaamsch en kunnen?

Eenigen behandelen onze taal als een oud moedertje, wiens dienst men niet meer noodig en heeft, maar welke men zoms een aalmoes wil geven. Zij meenen haar alzoo eenen dienst te bewijzen, terwijl zij haar de beleedigendste der versmadingen doen.

3. Het volk is genegen om onder de vreemde woorden vlaamsche te verstaan, en zoo verwringen zij de woorden, en verduisteren 't gedacht. Het zal van apocopen, apekoppen maken, enz.

4. In welke vlaamsche spraakkunst leert men hoe pathologie, genre (in dit genre), praeteritum praesens, populair moeten uitgesproken worden? Men zou er allicht den helft der fransche spraakkunst moeten inbrengen.

5. De vreemde woorden vermoeilijken de verspreiding der wetenschappen onder 't volk, dewelke nochtans zeer noodig is.

Geeft eens eene voordracht bijv. over de gewassen aan 't volk en spreekt daar over petalen, petiolen, monocotyledonen, derm, epiderm, stomaten, ovairs, antheres!

‘Ik meende dat 't voor nieten was,’ zei eens een toehoorder zulker onderwijzing ‘en mijnheer spreekt altijd van betalen (pétalen)! Hoor-je 't, nog een keer van betalen, maar van mij en krijgt hij geen oordtje.’

Hoe klaar, integendeel, en wordt de voordracht niet met de woorden bloembladtje, bloemsteel, enz. te gebruiken? Zoo ook bijv. in eigenheidkunde, hoe gauw vat men 't woord en mitsgaders de zake? straalbreking Refractie

[pagina 43]
[p. 43]

zouden andere zeggen. Bovendien hoe gemakkelijker en wordt alles niet onthouden.

Voorzeker, moet het in Vrankrijk, waar de wetenschappelijke taal grootendeels latijn en grieksch is, dubbel moeite vergen om 't volk te onderwijzen; en daar zou men ons ook naartoe willen.

Zeker is het grootelijks af te keuren vele van zijnen tijd en moeite te verliezen in 't zoeken naar vertalingen van schuimwoorden; doch die de zaak goed verstaat die hij boekt, en zijne taal wel kent, zal die vertalingen, in de hitte van den opstel of van de voordracht zonder eenig letsel noch tijdverlies maken, en ze zullen beter zijn als de lang en verre gezochte.

A.v.c.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken