Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 6 (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 6
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.09 MB)

ebook (3.61 MB)

XML (0.95 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 6

(1895)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Langswaar - Waarlangs

IN Het Belfort (n. 8, bl. 120), wordt het woord langswaar door M. Meert afgekeurd, in de volgende zinsnede: ‘ik ken geheime gangen langswaar ik de gevangen kan buiten leiden.’

In West-Vlaanderen en hebben die twee woorden de zelfste beteekenisse niet. Langswaar beteekent in het fr. par où; waarlangs is het fr. le long de... in ondervragenden of betrekkelijken zin. B.v.: Langswaar gaat gij naar huis? De weg langswaar hij kwam...; waarlangs loopt die beek? De weg waarlangs hij eene haag geplant heeft...

Dat schijnt M. Meert niet geweten te hebben, of niet te aanveerden. Het is nochtans zeker dat men hier tusschen die twee woorden nooit en zal missen.

Daarom, als M. Meert zegt: ‘In Zuid-Nederland zal iedereen langswaar bezigen,’ moet er bijgevoegd worden: in den zin van: par où, ja; maar in den zin van: le long de..., neen. ‘Het behoort trouwens tot de volkstaal:’ zekerlijk, evenals waarlangs, maar ieder woord met zijne eigene beteekenisse.

‘Zonder er op verdacht te zijn, dat het een gallicisme is: par où.’ Zekerlijk en dacht dat niemand; want eene vlaamsche uitdrukkinge en is toch zeker geen gallicisme omdat men ze in 't fransch letterlijk kan vertalen.

[pagina 381]
[p. 381]

‘Sla maar de Wdl. op of Van Dale of Kramers: langswaar is er niet in te vinden.’ Welneen, gelijk vele vlaamsche woorden, waarvan er nu eenige, veel te weinig in het groot woordenboek uit De Bo of Loquela opgenomen worden. Ten anderen, Kramers verstaat waarlangs in den zelfsten zin als de Vlamingen; hij vertaalt het immers: le long duquel... en niet: par où, dat hij vertaalt: waardoor, langs welken weg.

Maar Kiliaen kende reeds: langhs hier, hàc; langhs daer, illàc; langhs waer, quà.

‘Het Nederlandsch zegt immers uitsluitend waarlangs’; het heeft ongelijk het deugdelijke langswaar uit te sluiten; het is immers gevormd gelijk alwaar, dat de zelfste beteekenisse heeft, en door Kiliaen reeds opgenomen is; al hier, al daer, al waer, hac, illac, qua; en gelijk van waar, naar waar, naar hier, naar daar, die alle in twee woorden geschreven worden, waaruit men zou kunnen besluiten dat langswaar ook beter langs waar geschreven wierde, omdat beide woorden hunne kracht behouden.

‘Ledeganck heeft beter geweten dan zijne langenooten: ‘De dichterharp in hand, waarlangs mijn vingrenvlogen.’ en: ‘een weg... tot aan Germanjes stroom, waarlangs uw handel zweeft op vleuglen van den stroom.’

(Aan Antw. 4o en 15o str.)

Hij heeft wel geweten, gelijk zijne landgenooten, maar niet beter, niemand zou hier langswaar schrijven. Anderen kennen ook waarlangs, b.v. Muskeyn:

daar is 't pad Waarlangs zijne moeder hem naar 't kerkjen leidde.
(Onze dichters, bl. 100.)

Zoo ook Dr Am. De Vos:

‘Gij hoort hoe 't volksgeroep de duinen dreunen doet, Waarlangs de laatste bliksems branden.’
(Ibid. bl. 216).

Schrijft N. Beets (Gedichten 1. bl. 12): ‘Koud, ijskoud is uw wang waar langs geen traan komt leken’, geen West- Vlaming zou anders schrijven.

[pagina 382]
[p. 382]

Wij weten wel dat de weg van Zuid- naar Noord-Nederland een weg is waar langs vele deugdelijke vlaamsche woorden en wendingen vergaan en miskend worden, alhoewel het een weg behoorde te zijn langs waar alle goede woorden vrijen doorgang zouden moeten hebben.

C.D.J.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken