Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 8 (1897)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 8
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 8Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 8

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.99 MB)

ebook (3.57 MB)

XML (0.94 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 8

(1897)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 209]
[p. 209]

[Nummer 14]

Van den wonderbaren Eeke
Vervolg van blz. 169.

HET leedde den jongeling naar de tweede zale.

Hier ging het slechter; de drake was wel aan 't slapen maar zij lag met haren kop tendenuit in eenen hoek geschoord, zoo dat de strijder, wilde hij er aan geraken, over haar lijf moeste en dan in 't nauwe zat tusschen den muur en het gedrochte... Zulk een werk en zou ik niet masschen, dacht de jongeling, ik zal het anders moeten aan boord leggen. Om de vorstin over het lijf der drake te doen gaan, en dan weg te vluchten, 't ware nog gevaarlijker; moest het gedrochte wakker schieten, wie weet of het ons alle twee niet en zoude om den hals brengen. Hij en zag er bijkans geen rechter kant aan, als hij al met nen keer een goed gedacht kreeg. 't Zal al vele zijn, dacht hij, zoo ik de drake een harer voorpooten afsla; 't zal dan moeilijk zijn voor de drake haar te rechten, en dan met eene lichte wonde aan den

[pagina 210]
[p. 210]

kop zal zij verre gezet zijn. In eenen slag was de voorpoot afgehouwen. De drake sprong rechte, en smeet een afgrijselijk geschreeuw. Zij spankelde hare wijde muile open en hinkte naar den jongeling, gereed om hem te verslinden. Maar deze, rap als de weerlicht, bukte neder, sprong onder het dier en sloeg den anderen poot af. De drake plofte neder, met zulk eenen pardaf, dat de jongeling meende dat zij steendood was. Doch voor de tweeden maal sprong zij rechte en zweepte zij haren steert tegen de steenen wanden, dat geheel de zale ervan lunderde. Dan ging de jongeling eenige stappen achteruit, haalde zijnen raam en, met eenen trek, splette hij haren kop. Nu viel zij voor goed.

De vorstin lei ook haren vinger op haren mond en gaf hem de zelfste waarschuwing.

‘'k Hebbe voor u gevreesd,’ sprak het kaboutertje, dat wederom daar gezet was, ‘maar, gij zijt een man uit 'en duist; 't zal al wel verloopen, komt, nog nen stap en gij zijt er.’ 't Was nu een ander paar mouwen. Bij al dat eendelijk geruchte was de derde drake wakker geschoten, en, van met dat de steen uitrolde en dat de jongeling binnensprong, ging zij met eens zoodanig aan 't briesschen, dat de jonge man zijnen moed voelde begeven.

Die drake was nog zoo groot als de andere, en zij droeg op haar reusachtig lijf zeven koppen, die hunne vergiftige tongen lijk zeven scherpe pijlen vooruitstaken, en hunne vreeselijke tanden gereed hielden om hem te verscheuren.

't Is hier slag of val, dacht de strijder, en hij sloeg met zijn zweerd, van den eersten keer, drie koppen af. Doch 't was nu dat de drake heure perten speelde. Zij sprong, vol razernij, van den eenen hoek der zale naar den anderen, en slingerde haren krulsteert over den vloer, zoodat de jongeling maar te schuiven en had, wilde hij ter stede niet doodgeslegen worden. Als hij nu al lange van den eenen kant naar den anderen gevlucht had, viel de drake stille. De jongeling schoot er naartoe en sloeg de andere koppen af....

De vorstin, die in eenen hoek der zale, met kloppend herte, haar lot afwachtte, vloog hem zelf te gemoet, eer

[pagina 211]
[p. 211]

hij den tijd had om eenen stap te verzetten, en zij noemde hem dankbaar haren verlosser. Het wiemtje was in eenen wip de zale uit, rechte naar zijne makkers, om het blijde nieuws aan te kondigen. 't Stond bij dat kleen volksken al in rep en roer; men hield een leven zonder ende of grond.

Het eerste dat de jongeling in de ooge kreeg, als hij bij de wiemtjes wederkeerde, 't was een groote wagen geladen met geschenken, van alles dat men gedenken kan. Goud en zelverwerk, kostelijke steenen, prachtige wapens en allerhande gerief; 't en ontbrak niets.

De wiemtjeskoning kwam hem te gemoet, wenschte hem veel geluks, en vroeg hem of hij van zin was zijn woord te houden. ‘Mag ik u vergezellen,’ sprak hij, ‘en uw stalmeester worden, dan is geheel die wagen met kostbaarheden voor u.’

‘'k En heb maar een woord,’ sprak de jongeling, ‘en ik ben u te dankbaar om u eenig onrecht te doen; zijt dan welgekomen bij mij; heden nog zullen wij vertrekken. Alwaar kunnen wij met onzen wagen doorgang krijgen?’

‘Tusschen hier en een ure,’ sprak het wiemtje, ‘kunnen wij al ten hove zijn.’

‘Hoe eerder wij ons vader wederzien hoe beter,’ spraken de vorstinnen, ‘wij en kunnen het bijna niet meer uithouden, zoodanig verlangen wij.’

Een prachtige wagen met kostelijke versierde zitsels kwam voorn, door twee wonderschoone peerden getrokken.

Eenige stonden later kwam de jongeling met de drie vorstinnen en het wiemtje, in vollen draf, in eene der lange dreven van het vorstelijk slot aangereden.

Buiten het wiemtje, geen van hen en had kunnen bemerken, hoe zij uit de onderaardsche woning, in de vrije lucht gekomen waren. Het dacht den jongeling dat zij een oogenblik in volle vlucht, als door eene avedochte gereden hadden; 't was al dat hij er van denken kon.

Als men den ouden koning nu boodschapte dat zijne drie dochters, met hunnen verlosser, het slot naderden, dat een dienaar hun aangesproken had, en was komen

[pagina 212]
[p. 212]

voorngereden, en bezat hij zijn zelven niet van vreugde. Hij deed hem, niettegenstaande zijne ziekte, buitendragen, en wilde kost wat kost zijne dochters tegengaan. 't En was geen zeggen aan; hij moeste ze zelve verwellekommen, en hij liet hem tot voor de poorte dragen. Of er daar geweend wierd en omhelsd! De oude koning was er zoo in gedaan, dat hij 's anderdaags zieker en zieker wierd, en schaars éénen dag, zijne vreugde kwam te overleven.

Nu was de jongeling koning en meester van gansch het rijk. Hij trouwde met de jongste vorstin en vierde wel veertien dagen lang zijn huwelijk.

Hij bestierde zijn rijk met verstand en wijsheid. Een van zijn eerste zorgen was de dieven, de moordenaars en de boosdoeners te straffen en uit te roeien.

Hij zelve trok met een honderdtal goede strijders, naar het slot daar zijne moeder eens gevangen zat, miek hem meester van al wat er ten huize en ten hove was; en nam den hoofdman met zijne moordenaars gevangen mede.

Jamaar! 't en leed niet lange of de bevelhebber van den ouden koning, had ook den wonderbaren eeke gevonden!

Hoe stond hij te horken, als hij van den boom vernam, dat de koningsdochters al verlost waren, dat de koning dood was, en dat een vreemde man, de redder zijner dochters, op den troon zat.

Dat en zou geen waar blijven! Doch wilde hij zelve koning worden, 't wierd hem eenen moeilijken last opgeleid; hij zoude leger en leger te strijden hebben; hij moeste alles wagen, geen ander middel en stond hem te verkiezen.

 

('t Slot volgt)

J.V.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken