Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 11 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 11
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

ebook (3.98 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 11

(1900)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 285]
[p. 285]

Hoe leven zij?

VAN den morgen tot den avond staan of liggen zij, die leegloopende mannen, op de openbare plaatsen, bij het spoorhof, aan de bruggen en poorten van het schoone Brugge.

Een weinig verder, buiten de opgevulde wallen en vestingen van de herlevende stad, wiemelt en wentelt er een bieënzwerm van vlijtige en neerstige werklieden, die spitten en delven en graven, of kerven en kloppen en kleunen - en zij, zij staan daar werkeloos.... en kijken... en vloeken..... en plagen malkander of tergen ievers een eenvoudigen man, die wat te dichte bijkomt...... ofwel gaan in eenen hoek of kant schuilen om te tuischen en om geld te spelen. Des middags gaan zij naar huis om te eten, en 's namiddags zijn ze daar weer.

De menschen maken niet geern kennis met die kerels, met hunne opgezwollene oogen en roodontstekene wangen en wezenstrekken.

Zij werken niet, maar dan, waarmêe leven zij?

Zijn zij gelijk de lieve bloemen in Gods natuur, die noch spinnen noch weven, maar, zonder eenen slag te werken, in prachtige kleedij te voorschijn komen? Genieten zij de voorrechten en de voordeelen der vogelen, die noch zaaien noch maaien, en toch gereedelijk hun voedsel vinden?

Zijn het vogelen? Misschien wel, maar roof- en nachtvogelen.

Er zijn er immers die zeggen, stillekens, onder malkander, om met die kerels in geen gemeenschap te komen; er zijn er die zeggen, dat sommigen onder hen ‘nachtridders’ zijn en vledermuizen die 's nachts uitgaan en 's nachts hun werk volbrengen, bij het bleeke manelicht, dat dievelinge schijnt en helpt hun boosaardig bedrijf voltrokken.

Zij gaan met eenen zak op den rugge hun ‘provisie’ opdoen in de naburige velden en landen, en tegen dat de mane wegdrijft voor den opkomenden dageraad, zoo vlieden zij gelijk de nachtvogels, naar hunne ellendige koten!

[pagina 286]
[p. 286]

En in den dag daar staan zij, die kerels, in den bloei van hunne mannelijke krachten; daar staan zij met de handen in de zakken, terwijl zij dreigend en grijnzend den voorbijganger van het hoofd tot de voeten doorzien en doorkijken, den voorbijganger, die haastig voorbijtreedt, of ten minsten, het hoofd en de oogen afwendt van die afrottende en afbrokkelende leden van de samenleving.

Is er misschien geen werk te vinden? Zijn zij van die ongelukkigen, die onvrijwillig, op straat staan zonder werk, met de tranen in de oogen, en de wanhoop in het hert.

Ware het zoo, ik zou die eerlijke werklieden beklagen uit den grond van mijn hert?

Maar hebben die mannen daar, die men alle dagen, en alle uren van den dag tegenkomt aan hoeken en kanten, hebben die mannen ooit eenen stap te meer gedaan om links of rechts naar werk te vragen?

Van menigeen onder hen zou men zulk eene getuigenis niet mogen vragen noch bekomen. Zelfs moest men aan eenigen werk, regelmatig werk, aanbieden ...... zij zouden durven weigeren.

Werken, neen! dat hebben zij verleerd, ten ware men hun een klein werksken aanbood, dat zij in eenen korten tijd en zonder veel last kunnen gedaan krijgen. Dat zullen zij doen om met dit geld in een kroegsken hunnen brandenden en onleschbaren dorst te gaan laven aan eenen druppel vuur en vergift.

Dat is 't leven van sommige leegloopers, zerkslijpers, komliggers, enz.!

En waar is de oorzaak te vinden van dit lui en vadsig leven?

Er zijn er die in het algemeen den Bruggeling beschuldigd hebben, dat hij noch werkzaamheid, noch krachtdadigheid, noch ‘ondernemendheid’ (tenzij voor de kunst) bezit. Maar al te dikwijls oordeelen dezulken naar enkele mannen en volgens een klein getal.

Anderen nog beweren een reden te vinden in de

[pagina 287]
[p. 287]

wondere en overgroote liefdadigheid, die de stad Brugge kenmerkt. Weliswaar heeft men ten allen tijde en overal misbruik gemaakt van de heiligste en deugdelijkste zaken; maar dit ook mag men niet overdrijven, en jammer ware het, moesten welgestelde en goeddenkende armen door het kwalijk handelen van sommigen schade lijden.

De schuld, meen ik, moet dikwijls gelegd worden op eene slechte arbeidsopvoeding van de jonge werklieden, en ook op de nalatigheid van zorgelooze en onbezonnen ouders. Zij steunen er niet genoeg op om hunne kinderen een vast en eerlijk ambacht te doen leeren. De jongelingen zelve veranderen vier of vijfmaal van ambacht en eindigen somtijds met ievers een boodschapperswerk te doen in een handelshuis. Zij worden ‘sjouwers’ en hebben alzoo meestendeels geen standvastig werk.

Voegen wij daar nog den kwaden invloed bij van het voorbeeld en van het midden waarin zij leven; de natuurlijke en ingeborene luiheid, waartegen de ouders niet genoeg opkomen en strijden, het verlies van alle eergevoel, het vergeten van alle menschelijke weerdigheid; - zoo zullen we misschien den uitleg vinden van dit leegloopers leven.

Aan dit gemis van standvastig werk, hebben wij misschien ook het ontstaan te danken van hetgeen men de ‘Brugsche neringen’ noemt. Hoe eigenaardig klinken door onze straten al die kreten der zandverkoopers, kooldragers, mosselmannen, voddenkoopers met hunnen welgekenden roep ‘slunsen en beenen’, alsook der rondleurders met mostaard, petrolie, enz....

En toch, die sjouwers, waarover wij even spraken, en die Brugsche neringdoeners zijn en blijven eerlijke werklieden, die somtijds tot zulk een leven gedwongen wierden uit nood of gebrek, of uit andere omstandigheden, waarover zij niet aansprekelijk zijn. Zij hebben den moed gehad iets aan te vangen, en daarom zijn zij te prijzen.

Maar hetzelfde kan men niet zeggen van die leegloopende mannen. Zij hebben alle wilskracht en alle krachtdadig-

[pagina 288]
[p. 288]

heid verleren. Daarbij zijn zij nog dikwijls slaven van den drank, en werken zij nog, het is om nog dieper te rollen in den afgrond der ontwording en ontbinding van alle menschelijke weerdigheid.

Zulke mannen strekken de moederstad tot schande en oneer.

Ledeganck, die in zijne ‘drie zustersteden’ het lieve Brugge, de ‘doode maged’ wat al te doodsch en te levenloos afschildert, bezingt de schoonheid en de pracht als een onbetwistbaar kenteeken van het Venetiën van het Noorden. Allen hebben om het meest die schoonheid beschreven en besproken, en die Brugge kent of ooit bezocht, zingt geestdriftig met den dichter mede:

 
O lang gevierde Maagd der rijkste van de steden,
 
Nog draagt gij 't kenmerk van den adel om uw leden,
 
Nog zweeft om U een straal des luisters van weleer!
 
Maar ach!......

Maar ach! Op dit heerlijk en prachtig beeld kleven er donkere plekken, duistere vlekken.

Daarom, die Brugge bemint en liefheeft, werke om de aloude stad waarlijk en wezentlijk het ‘oorbeeldig schoone Brugge’ te maken. Dan zal onze stad wederom oprijzen ‘als een dageraad.... een helle zon in 't neevlig Westen’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken