Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 11 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 11
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.36 MB)

ebook (3.98 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 11

(1900)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Ei! het lewa-lawi-leeuwerkt!

 
O! Waar voert verbeelding mij
 
Als, in 't jongste jaargetij,
 
Eer de zonne zit te kijken
 
Uit haar roozen oosterwijken,
 
Mijmrend ik te velde sta,
 
Wandlend ik ter kerke ga,
 
En, voor 't eerst, door 't morgenzwijgen
 
Boven de akkers, koud en kaal,
 
Rechts en links, de klanken stijgen
 
Van de aloude vogeltaal;
 
Als het lewa-lawi-leeuwerkt
 
In den stillen morgen!
 
 
 
'k Zie ze weer nu, die 'k voorheen,
 
Met zoo schraal en kort gesteen,
 
Als het grimmelde aan den hemel,
 
Als het land, met sneeuwgewemel
 
Wit gedekt, geen bete en bood
 
Haren grauwen hongersnood
 
Heb zien slepen over strate,
 
'k Zie ze, in ongetemde vlucht
 
Rijzen, rijzen zonder mate
 
Diep- en dieper in de lucht;
 
Wijl het lewa-lawi-leeuwerkt
 
In den eersten klaren!
 
 
 
Hoort! Haar overvloedig lied
 
Vindt zijn eindloos einde niet!
 
Zonder ruste of asemhalen,
 
Heele reesems schettergalen
[pagina 296]
[p. 296]
 
Stroomen stootend, vol en veel,
 
Uit hare onvermoeide keel;
 
Of zij 't zeggen kon noch zwijgen,
 
Hoe heur hert verblijden mag
 
Dat haar velden scheute krijgen
 
Bij dien eersten lentelach!
 
Hoort! Het lewa-lawi-leeuwerkt
 
Allen- allenthenen!
 
 
 
Ei! Waar drijft mij uw gezang? -
 
Waar ik zielkens, vrij en vrank,
 
Rijzende uit de zonde merke,
 
Kinders van de moederkerke,
 
Vogels, die, in driftgeweld,
 
Fladdrend over 't zondeveld,
 
Zochten aas op winterbrokken;
 
En - nu los aan tonge en slag,
 
Bij genade omhoog getrokken,
 
Vliegen heen, met Oosterdag,
 
Wijl het lewa-lawi-leeuwerkt
 
In 't verrezen herte!
 
 
 
Ei! Waar vliegt ge, mijne ziel? -
 
Waar de zucht aan 't zwijgen viel,
 
Bij 't geraas van Joodsche vechters,
 
Bij 't gespot van valsche rechters,
 
Bij den doodsnik, bij het graf
 
Van het Heil dat God ons gaf,...
 
Doch, waar 't Paaschlicht ik zie blinken
 
Nu, en, daar ik zindrend sta,
 
Klokken hoor en kelen klinken
 
Van een nieuw Alleluia!
 
Ei! Het lewa-lawi-leeuwerkt
 
In de kerkebeuken!
 
 
 
Geeft uw zang den weerklank niet,
 
Van 't onsterflijk vreugdelied,
 
Dat verrijst van eeuw tot eeuwen,
 
Als de Boosheid, krank van schreeuwen,
[pagina 297]
[p. 297]
 
Zat bedwelmd van Christenbloed,
 
Sterft van schande en overmoed?...
 
Het ‘Te Deum’, op de vlerken
 
Van een biddend, dankend volk
 
Dat zijn zegen ziet versterken,
 
Weggevoerd door wind en wolk?...
 
Heil! Als 't lewa-lawi-leeuwerkt
 
Over 't Christenleger!
 
 
 
Ei! Mijn ziel al hooger schiet,
 
Waar mijn oog den stond herziet
 
Toen, na veertig eeuwen smachten
 
In den dwang der hellemachten,
 
Al op eens het bangeslacht
 
Scheuren hoort den langen nacht;
 
Toen gewiekte hemelingen,
 
Stralende al de sterren blind,
 
‘Vrede’ voor de vromen zingen
 
Bij de kribbe van het Kind!
 
Hoort! Het lewa-lawi-leeuwerkt
 
Over heel de wereld!
 
 
 
Op! Mijn' hoop! - Na langen loop
 
Rust de moede wereldhoop,
 
Na den storm, die al 't geschapen
 
Legt den doodenslaap te slapen
 
In zijn eigen puin en gruis.
 
Vóór het stralend Rechterkruis,
 
Zie 'k den vrome 't graf ontgroeien,
 
En, ter hemelvlucht bereid,
 
Glanzend, zingend opwaarts stoeien
 
Naar de blijde oneindigheid,
 
Waar het lewa-lawi-leeuwerkt
 
In alle eeuwigheden!

A.D.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken