Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 14 (1903)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 14
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 14Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.04 MB)

ebook (3.49 MB)

XML (0.91 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 14

(1903)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 297]
[p. 297]

Gebruiken op Cinxen
(Vervolg van bladz. 288.)

OM volledig te zijn, dienden we nu de betrekking, die bestaat tusschen het Mei- en het Cinxenfeest, te onderzoeken.

Toen overouds het Lentefeest gevierd werd, geschiedde dit niet noodzakelijk op een bepaalden dagGa naar voetnoot(1). 't Zal eerst later geweest zijn dat, tot grooter gemak en overeenkomst, de eerste dag van Mei ofte Bloeimaand daartoe werd aangeduid. Verders, daar het vast staat dat de gebruiken op Cinxen, heel en al dezelfde zijn als de oudere Meigebruiken, besluit men dat de heidensche Meigebruiken op den christen feestdag van Cinxen zijn overgegaan. Het wordt nogthans beweerd, dat de volksgebruiken op Cinxen niets anders zouden zijn dan de herinnering aan het Pinksteren der Joden en dat ons Cinxenvieren rechtstreeks van het Jodenfeest afstamt. De Joden ook immers, bestrooien op Cinxen hunne gebouwen, wegen, synagogen met groente, hangen takken aan de ramen, bekransen hun hoofd met bloemen, dit alles ter gedachtenis van het afkondigen der wet op Sinaï, om reden dat op dit tijdstip alles groen stond en in bloeiGa naar voetnoot(2).

Wat er over het Joodsche Pinksterfeest en dezes beteekenis mocht te denken zijn, laten we onverlet. 't Schijnt echter niet aan te nemen, dat er tusschen ons en der Joden Cinxenvieren eene rechtstreeksclie afhankelijk-

[pagina 298]
[p. 298]

heid bestaat. Neen, onze Cinxengebruiken staan onmiddelijk in verband met het heidensche Mei- of Lentefeest. We kunnen nogthans niet aanveerden dat dit verplanten op Cinxen enkellijk zou te wijten zijn aan de stuurheid van het weder, zooals het in sommige streken met het begin van Bloeimaand kan het geval zijnGa naar voetnoot(1). We meenen veeleer te doen te hebben met een heidensch feest dat men heeft trachten te verkerstenen. Toen de Geloofsboden aan de wilde volkeren de Heilboodschap gingen verkonden, troffen ze bij hen heidensche feesten en geplogenheden aan. Steeds hebben ze den afgodendienst en het avergeloove bij die feesten bestreden. Doch, ingezien de gehechtheid van het volk aan hun overoude gebruiken en de onmogelijkheid dezelve in eens en voor goed uit te roeien, heeft de Kerk het natuurlijke daarvan erkend en geduld zoolang er geen gevaar was voor 't Geloof; en, naar de voorschriften van Paus Gregorius den GrooteGa naar voetnoot(2) en de herhaalde vermaningen, der toemalige kerkvoogdenGa naar voetnoot(3), poogden de geloofspredikers de aloude gebruiken en feesten te ontdoen van wat er heidensch in was en ze zooveel mogelijk een christelijk character te geven. Zoo zal 't gegaan zijn met onze gebruiken op Cinxen. Onmogelijk was 't het volk te beletten lucht te geven aan de gevoelens die in hem opwelden, bij den terugkeer des Zomers. Zulks was natuurlijk en onberispelijk. Doch wat kwaad was en verdwijnen moest, was de herinnering aan het heidendom, het plegen van afgodendienst en avergeloof. Men heeft dan gepoogd het oude Meifeest te ontheidenen, ja zelfs een christelijk uitzicht te geven. Men heeft het vreugdevieren toegelaten, doch verzet op het kerkelijk

[pagina 299]
[p. 299]

feest dat samenvalt met het begin des Zomers, te weten: op Cinxen. Heeft men daarbij getracht er een kerkelijk gedacht in te steken? Heeft men er de herinnering aangehecht aan het Pinksterfeest der Joden? Heeft men bij het herleven de natuur, ter welks gelegenheid het heidensch Meifeest plaats greep, het gedacht gevoegd van de hernieuwing des geestelijken levens, teweeggebracht door de nederdaling van den H. Geest? Of is men tevreden gebleven met de oude Meiplechtigheden, wier eerste beteekenis misschien al vergeten was, vast te binden aan een christelijken blijdag, die met den aanvang des Zomers gevierd werd? Zulks is wel mogelijk. Want, niet alleen op Cinxen vierde men het Mei- of Lentefeest, maar ook op Halfvasten, den Zondag van ‘Laetare’, die van oudsher als vreugdedag gehouden wordt. In sommige streken van Vlaanderen heet die dag Zomerdag. In Brabant is het feest voor Sinte Greef (de graaf van Halfvasten = Meigraaf). Te Antwerpen rijdt de graaf rond in feestelijken omtocht. In Duitschland ook is 't Sommertag. Men gaat er rond met meien. In Bohemen, in Zwitserland verbeeldt men den strijd tusschen Zomer en Winter; men draagt er de dood, den gestorven Winter uit, men verbrandt en versmoort er de strooien puppeGa naar voetnoot(1).

Verschillend dus was de handelwijze der Kerk volgens de verschillende omstandigheden. Eerst verbood ze de heidensche volksgebruiken, zoolang het christenvolk enkel uit nieuwbekeerden bestond en de afgoderij nog niet ten volle was uitgeroeid. Daarna, als alle vrees voor 't Geloof verdwenen was, liet ze dezelve toe, doch gaf hun zooveel mogelijk eene christelijke beteekenis; eindelijk, werden ze opnieuw verboden, als er gevaar was, zoo niet voor 't Geloof, dan toch voor de zeden, om reden der baldadigheden die zulke feesten somtijds vergezelden. Dwaling echter is het te beweren, zooals eenigen doen, dat al de kerkelijke feesten, evenals de christen godsdienst zelf,

[pagina 300]
[p. 300]

enkel een rechtstreeksche voortvloeiing zijn uit de voorchristene tijden, want altijd heeft de Kerk het heidendom en het avergeloof, als dusdanig, verboden en bestreden.

 

***

 

Op vele plaatsen, is, benevens het Cinxenvieren, het Meifeest blijven voortbestaan. Hier en daar, geschieden ze heden, voor zooveel ze nog in zwang zijn, ter eere van Onze Lieve Vrouw. Den avond van Mariamaand wordt de Meiboom geplant vóór O.L. Vr. kapellekens; bloemenkransen worden gehangen aan deur en raam; 't volk komt er bijeen en zingt geestelijke liederen, die nogthans veelal doormengd zijn met overblijfsels uit oude ongewijde MeizangenGa naar voetnoot(1).

***

Wat vroeger zoo diep was ingeworteld, is bijna heel en al uitgegroeid. Hetgeen kerkelijke en burgerlijke overheid vroeger niet vermochten, dat volbrachten de knagende tand des tijds, de ontwikkeling in de beschaving, de verandering in gedachten en zeden.

Eerst verdwenen bij de hoogere standen, dan bij de burgerij, eindelijk bij 't arme volk, zijn deze aloude gebruiken ten deele nog te vinden, verminkt en onkenlijk schier, in het eenvoudig spel der volkskinderen. ‘'t Is, zegt Dr BoekenoogenGa naar voetnoot(2), het lot van tal van oude gebruiken, spelen, rijmen en raadsels, dat zij, bij het veranderen der tijden en het wijzigen der denkbeelden, door de ouderen aan de jongen zijn overgegaan. Oude ritueele handelingen in den tijd van 't heidendom en veel later nog door ouderen uitgevoerd - men denke aan het ontsteken van Mei- en Paaschvuren, aan den omgang met den Luilak en de Pinksterbloem en andere voorjaarsgebruiken, - zijn of in onbruik geraakt of kinderspel geworden. En, voegt hij er met spijt bij, in de wijze

[pagina 301]
[p. 301]

waarin men zich zoekt te onderhouden of te ontspannen is een algeheele ommekeer gekomen. Overvloed van lectuur is onder ieders bereik en bovendien drijft de maatschappij het menschengeslacht voort. De tijd van eenvoudige volksvermaken, van vertellen en raadsels opgeven in 't hoekje van den heerd is voorbij en wel voor goed. Wij zijn die oude dingen ontgroeid, ze zijn niet meer van onzen geest. Ze trekken onze beredeneerde verstandsmenschen niet meer aan, want zij hebben het vermogen verloren om hunne naïveteit volkomen te waardeeren’.

Em. V.C.

voetnoot(1)
Kirchenlexicon, bl. 1417 en vlgg. - Zeitschrift des Vereins für Volkskunde, VII. 77.
voetnoot(2)
Buxtorf, Synag. Jud., c. 20, bl. 443 (aangehaald bij Gilliodts-van Severen, Inventaire des Chartes, Introd. bl. 82, aanmerk. 4).
‘Mos ille Christianorum, quod festo Pentecostes fenestras, domos et templa gramine, floribus et betulis viridantibus ornent, a Judaeis descendit ad Christianos. Hi enim in laudem legis ejusque memoriam, pavimenta aedium, plateas et synagogam gramine perspargunt, fasciculos ramusculorum viridium passim fenestris apponunt, corollas, viridas capitibus impositas gestant, quia illo tempore, quo lex in monte Sinai tradita est, omnia fuerunt florentia et viridantia, id quod colligunt ex Exod. XXII. 3.’
voetnoot(1)
Pol de Mont, in Volkskunde, XI. 1 en vlgg.
voetnoot(2)
Ziet zijne handmare aan den Angel-sassischen Abt Melitus, daarvan Beda gewaagt in zijn Hist. Ecclesiast. gentis Anglorum, I. 30.
voetnoot(3)
Ziet de handmare van Bisschop Daniel van Winchester aan Bonifacius. (Vgk. Mannhardt, Die Götterwelt, l.c.) - G. Kurth doet deze handelwijze duidelijk uitschijnen in zijn S. Boniface, collection ‘des Saints’ Paris, 1902.
voetnoot(1)
Kirchenlexicon, op 't w. Feste. Laetari.
voetnoot(1)
Volkskunde, XI. 11-12; XII. 196. - Am Ur-quell, V. 57.
voetnoot(2)
Raadsels en Raadselsprookjes, bl. 39, in Handelingen en mededeelingen van de maatsch. der Nederl. Letterk. te Leiden, 1901.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken