Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 15 (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 15
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.40 MB)

ebook (3.71 MB)

XML (0.83 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 15

(1904)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Mengelmare

Vaderrecht of Moederrecht?

IN ‘De Katholiek’ Februari 1904, bl. 135-158, heeft Dr. Jos. Schrijnen een belangwekkende bijdrage laten verschijnen over ‘Patriarchaat of Matriarchaat?’

Met den schrijver zullen we eerst zeggen wat er onder die woorden dient verstaan te worden.

‘Door Patriarchaat verstaat men die familie-inrichting, krachtens welke de man in allen deele het hoofd is van het gezin, terwijl bij het Matriarchaat de vrouw alleszins de meerdere is, de afstammingslijn aangeeft, den naam verleent en het erfrecht bepaalt.’

Het opschrift is gesteld in vorm van eene vraag: ‘Patriarchaat of Matriarchaat?’ En inderdaad, door de geleerden wordt de vraag gesteld, welke van die twee verwantschapsstelsels het oorspronkelijke is. Is het moederrecht voorafgegaan ofwel het vaderrecht?

Die zaak heeft Dr. Schrijnen ook diepgrondig onderzocht, daar hij hem tevens op een zuiver onzijdig standpunt wenschte te plaatsen, en werkelijk hem geplaatst heeft.

Om den aard van het moederrecht na te gaan, beschouwde men den

[pagina 96]
[p. 96]

toestand der oude- en der natuurvolken, en men vond er een groot aantal, waar dit verwantschapsstelsel gehuldigd wordt of geweest is. Dan zocht men ook bij de andere volken de survivals of overleefsels op, waaruit men hadde kunnen besluiten tot eenen voormaligen toestand, waarin de vrouw de meerdere was. Zulk overleefsel is b.v. dat slechts de oom van moeders zijde het recht heeft een meisje uit te huwelijken (zóó bij de Oostjaken).

En dan begon men stelsels op te bouwen.

Men zegde: oorspronkelijk heerschte overal het moederrecht, en slechts langzamerhand heeft het plaats moeten maken voor het vaderrecht. En het bewijs? Het moet al zoo geweest zijn. En waarom? Omdat de toestand, waarin de vrouw heerscht, minder volmaakt is dan deze, waarin de man de hoofdrol speelt. Zijn er geen andere bewijzen? Neen.

Terecht vraagt Dr. Schrijnen waarom men de andere veronderstellingen van vorenaan verwerpen moet. Kan het minder volmaakte geene ontaarding zijn van het meer volmaakte? Kunnen ten minste de twee vormen hen niet onafhankelijk ontwikkeld hebben!

Dan heeft men nog de verklaring van het oorspronkelijke moederrecht: hoe het kwam dat de vrouw in den beginne de bovenhand zou gehad hebben. Dit recht zou gesteund zijn op den oorspronkelijken huwelijksvorm, dien de schrijvers, getrouw aan hun stelsel, wederom ten ruwste mogelijk, vooruitzetten. De verhoudingen van moeder tot kind alleen, zeggen ze, waren aanvankelijk zeker, en de weerde van het vaderschap was ongeacht of miskend.

Hier hebben we dus nogmaals te doen met het stelsel van de noodzakelijke ontwikkeling, en daarbij, zegt Dr. Schrijnen, er kunnen toch ook nog andere oorzaken aangewezen worden, om den invloed der vrouw te verklaren, zooals ‘de voorname rol, haar plaatselijk ten gevolge van juridisch-ekonomische toestanden in het bestuur van het gezin toegedacht’.

En dan de survivals, de overleefsels. Het stelsel is vooropgezet, en alles wat tot het moederrecht betrekking heeft of schijnt te hebben, wordt bijgehaald en krijgt dan zijne plaats in den ontwikkelingsgang. En men denkt er niet eens aan, dat verscheidene der gebezigde overleefsels op eenen anderen grondslag kunnen berusten, dan op dezen van het moederrecht. ‘Inderdaad, bloedsbroederschap, bloedband, kannibalisme, bloedwraak, enz. vormen een komplex van verschijnselen, die allen wortelen in de kinderlijk-naïeve volksvoorstelling, dat het vochte, warme bloed de zetel is van het leven, en op deze animistische grond-idee steunt ten deele ook het matriarchaat’.

Dr. Schrijnen eindigt deze grondige studie met de verheerlijking der groote zedelijke weerde van het christen huwelijk, waarin het vaderrecht gehuldigd en geheiligd wordt, maar waarin tevens de rol der vrouw, ofschoon ondergeschikt, toch verheven genoeg is, opdat ook aan de moeder aller achting en eerbied gewaarborgd zouden blijven.

L.G.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken