Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 15 (1904)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 15
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.40 MB)

ebook (3.71 MB)

XML (0.83 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 15

(1904)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 153]
[p. 153]

Jantje Plaagsteert

IV. Ratten en Muizen.

't IS toch aardig dat de meisjes zoo een hevigen schrik hebben voor ratten en muizen! De knapen zijn er nimmer bang over en 't zou me niet kunnen schelen al zaten er iedere nacht wel honderd duizend in mijn slaapkamer.

Eens vertelde Pieter, aan mij en Maria, een schrikkelijke geschiedenis van eene vrouw die door een eenzaam veld ging toen ze eensklaps, recht vóór haar, eene veldmuis zag. 't Was een moedige vrouw; zoo, na geroepen te hebben. ‘Aai! help, help!’ besloot ze haar zelf te redden, zoo 't mogelijk was, want uren in 't ronde was er niemand te zien. Niet ver van daar stond een boom en zij had juist tijd genoeg om er op te klimmen en haar in de takken neêr te zetten vooraleer de muis den voet bereikte. Zes dagen en zes nachten lang bleef dat dier, op dezelfde plaats de vrouw afwachten en piepte op zoo een zonderlinge wijze, dat zij erbij huiverde. Den zevenden dag, toen ze bijna uitgeput was van krachten, kwam daar een man voorbijgegaan met een geweer, en schoot de muis en redde haar 't leven. Ik hecht geen geloof aan dit vertelsel en 'k heb het ook aan Pieter gezeid; want eene vrouw zou op geen boom kunnen klimmen, en dan nog, wat zou de muis beletten haar achterna te klimmen!

Mijnheer Goegebeur heeft mij een hond gegeven. 't Is een schoone schotsche rattepakker en hij zei dat hij de ratten zou pakken gelijk de beste uit, en hij was twee jaar oud.

Natuurlijk verlangde ik hem te zien ratten pakken. 'k Ging dus ermeê naar een rattenhol in de keuken; maar hij stond daar zoo luid te keffen dat de ratten er niet wilden uitkomen. Als ge wilt ratten pakken moet ge daar niet beginnen blaffen en scharten aan de rattenholen, maar ge moet u stil neerzetten gelijk de katten het doen.

[pagina 154]
[p. 154]

'k Zei aan Mijnheer Goegebeur, dat de hond geen ratten kon pakken, en hij zei dat hij er eenige in een kistje zou brengen; ik zou ze maar uit te laten hebben en de hond zou ze éen voor éen pakken.

's Anderendaags, zond mij Maria naar de hoedenmaakster haren nieuwen hoed halen, en ‘zie dat ge niet lang weg blijft, gij luie, lamlendige kerel’. Zoo, ik ging naar de hoedenmaakster, maar 't hoedje was nog niet gedaan; en daar ik vóór mijnheer Goegebeur's voorbijging, zegde hij mij: ‘Kom hier Jantje, 'k heb deze ratten voor u gepakt.’ Hij overhandigde mij een houten kistje en zei mij dat er een twaalftal ratten in zaten en dat ik best zou doen ze aanstonds door den hond te laten pakken, want anderzins zouden ze zich eruit knagen vóór den morgend.

Toen ik 't huis gerocht, kwam Maria mij tegen aan de voordeur en zegde: ‘Geef mij die hoedendoos, seffens; gij zijt meer dan een uur weggebleven’. Ik wilde haar zeggen dat het hare doos niet was; maar ze wilde er niet naar luisteren, snakte ze uit mijn handen en ging ermêe in de spreekkamer, waar drie andere meisjes waren die haar waren komen bezoeken, en kletste de deur achter zich toe; maar de hond sloop met haar binnen.

Omtrent een minuut later hoorde ik 't schrikkelijkst gekerm dat ooit iemand gehoord heeft. 't Was een gerucht en leven alsof men al de meubels in de kamer, tot brandhout sloeg en de hond was gedurig aan 't blaffen, als ware hij zot. Een oogenblik daarna kwam een meisje uit de vóórvenster gevlogen en een tweede sprong juist op haar vooraleer ze haar uit den weg kon maken en ze riepen zonder ophouden: ‘moord! moord! laat mij uit!’

Ik wist natuurlijk dat Maria 't kistje geopend en de ratten eruit gelaten had, en ofschoon ik, o, zoo verlangend was om te weten of de hond ze alle gedood had, dacht ik toch dat ze liever zou gehad hebben dat ik naar de hoedenmaakster weêrkeerde en daar eenige uren wachtte.

[pagina 155]
[p. 155]

Omtrent negen uren kwam ik ermeê te huis; maar Maria was naar bed gegaan. Vader zal vóór de naaste week niet te huis komen en misschien dat Maria middelerwijl zal hersteld zijn. 'k Zou toch willen weten of de hond al de ratten gekregen heeft en hoeveel tijd hij daartoe gebruikt heeft.

R.D.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken