Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 17 (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 17
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.16 MB)

ebook (3.77 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 17

(1906)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Zeeliederen

I.

 
O zeg, hebt gij de pracht der morsenzee bestaard
 
Als naar de verre verte een rei van schepen schuilt,
 
Van schepen hoogbemast, waar luide wind in vaart
 
En 't blij matrozenlied aan drukke haven wuift?
[pagina 355]
[p. 355]
 
O zeg, hebt gij de pracht der morgenzee bestaard
 
Als rn een stralengloed van laaiend zonnelicht
 
De sombere eindloosheid uit nacht en duister klaart,
 
Al goud, opaal, safier in 't heerlijk vergezicht?
 
 
 
O zeg, hebt gij de pracht der morgenzee bestaard
 
Als luwe zomerwind de baren zwellen doet,
 
't Geklots der golven tot een machtig galmen gaart
 
En 't fiere hooglied gaat van vreugde en jongen moed?
 
 
 
Zoo is ons levenszee in schoonen jonkheidstijd,
 
Waar schepen stevenen op idealen-buit,
 
Waar 't leven rijk is in zijn gouden heerlijkheid
 
En uit het fiere hart een lied van geestdrift spruit...
 
 
 
Maar schepen keeren weer des avonds, moebevracht
 
En vlaggen flabbren slap, aan dichten mast gescheurd,
 
En smart en duisterheid komt met den droeven nacht...
 
Wat is er op de zee, de levenszee gebeurd?

G.V.

II.

 
Wij klommen op den top der hooge duinen
 
En zagen dan de grootsche zee,
 
Wij hoorden 't loeien van haar stormbazuinen
 
En 't siddren van haar machtig wee.
 
 
 
Lang zijn wij op dat schouwspel blijven staren
 
Zoo schoon in al zijn somberheid,
 
En stonden er in 't aanzien van de baren
 
Bewust van onze nietigheid.
[pagina 356]
[p. 356]
 
Wij spraken bei geen woord, niet waar, en dachten
 
Aan de onbeperkte macht van God,
 
Die de oude zee met al haar wilde krachten
 
Door de almacht schiep van zijn gebod.
 
 
 
Wiens scheppende adem over 't water vaarde,
 
Die woeste orkanen buldren liet,
 
En door zijn wil, bewegen zee en aarde
 
In opperheerschappij gebiedt.
 
 
 
Wij voelden dan zoowel ons kleine leven
 
Met al zijn hoogmoed en zijn waan,
 
En hoe van Dezen alles wordt gegeven
 
Die 't al deed uit den niet ontstaan.
 
 
 
Herinnert gij u nog dat onweerschallen
 
De aanbiddingshymne van de zee,
 
En hoe wij op de knieën zijn gevallen
 
En baden met de golven mêe?

G.V.

III.

 
Zie, de avondschaduw komt al zwarter aan
 
En dekt de zee al meer met rouwgewaden.
 
De zee lag heerlijk-schoon bij 't ondergaan
 
Der zon in lieven kleurenglans te baden,
 
Het water en de luchten waren rood
 
In gloed van gouden tooverbrand aan 't gloeien,
 
En roerloos lag de zee, zoo stil en groot -
 
Een lusthof waar millioenen bloemen bloeien.
 
Nu is 't hier eenzaam op het dumster strand.
 
In 't halve duister komen bolle baren
[pagina 357]
[p. 357]
 
Met lillend schuimgevlok naar 't oeverzand
 
Elkander stootend zachtjes aangevaren.
 
En immer gaan zij weder naar de zee
 
En andre komen, komen en verdwijnen.
 
Zoo zoetjes kreunen zij hun stille wee
 
Dat op den rythmus van het golvendeinen
 
Zij murmlend klagen in zoo'n droeve klacht.
 
In preveling van teere hulpgebeden
 
Ruischt immer door den langen, bangen nacht
 
Het wonder wee der zee-oneindigheden....

G.V.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken