Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 25 (1914-1919)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 25
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.84 MB)

ebook (3.59 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 25

(1914-1919)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Over hoesten en niezen, spreken en vezelen

EVEN als een ervaren onderpastor, toen hij 's zondags het kraantje zijner welsprekendheid openzet, zijne onderrichting wel afperkt, uit vreeze dat hij, door den vloed zijner eigene woorden meegestroomd, dingen zou kunnen zeggen die hij nadien zou beklagen, zoo ook wil ik mijn onderwerp met zooveel te meer zorge bepalend uiteendoen, dat deze kleine voordracht niet voor eenvoudige lieden van te lande, noch voor een lichtgeloovige gemeenschap van Siskes of Xaveriaantjes, maar voor verstandige, nadenkende lezers geschreven en bestemd is, en dienen moet om het vijf-en-twintig-jarig bestaan van ons heerlijk

[pagina 64]
[p. 64]

westvlaamsch tijdschrift ‘Biekorf’ te helpen opluisteren en vereeren.

Welke ongemakken zijn er in het hoesten en niezen, gapen en geeuwen, spreken en vezelen, van gezonde lieden gelegen?

De ongemakken zijn u door daaglijksche ondervinding genoegzaam bekend. Daar zijn immers menschen genoeg, die overtollig gebruik makend van de vrijheid die wij sedert 't jaar 30 genieten, zoo breed durven gapen, zoo geweldig hoesten, zoo uitbarstig niezen, zoo brobbelend en speitend klappen en vezelen, dat er hagel en regen rondspettert, telken keere hun neuze lost of hun mond opengaat. Meest mannenvolk: want de ‘chères soeurs’ onzer kloosters en kostscholen letten er op dat de juffertjes en meisjes, aan hare zorgen toevertrouwd, van jongs af leeren hoesten en niezen, gapen en geeuwen met eene ingetogene behoedzaamheid, hierin bestaande dat hetgeen nog bedwingbaar is, tegengehouden wordt en dat de uitspattende overschot van mond- en neusgeweld 't zij op een zakdoek, 't zij op het vlakke der hand afgeschampt, gebroken of onthaald wordt.

Maar dit ongemak is nog het minste, en ten andere men kan het ontgaan, 't zij met eens aangezicht aan tijden af te wenden, 't zij met eens hoofd zoodanig te laten zakken dat er de regen overspringt, 't zij met de zaten aan tafel zoo behendig te schikken dat de vlage past op iemand anders.

Ongelukkiglijk is het door onbetwistbare opzoekingen bewezen: ten eerste dat er, zelfs onder het stil spreken en 't lijzig vezelen, verschillige meters verre, een onzichtbare mist van allerfijnste speeksel-druppeltjes uit en rondvliegt; ten tweede, dat er in het neus- en keelslijm van menschen die volkomen gezond zijn pathogene kiemen kunnen zitten, ik meene levelingen die bekwaam zijn om bij anderen gevaarlijke, besniettelijke ziekten te doen ontstaan. Zulke bacillen-dragers, aldus genoemd omdat zij bacillen dragen die ziekten overdragen, zijn gewoonlijk

[pagina 65]
[p. 65]

menschen die de krankheid, eigen aan den leveling dien zij nog herbergen, onderstaan hebben, maar die sedert weken en maanden genezen zijn en die, buiten hun eigen en buiten eenieders wete, onweerhoudend en onweerhoudbaar, hun verleden ziekte overzetten en gevaarlijk verspreiden. In soldaten-hospitalen is er daar nog tegenhouden aan: kerels, die een besmettelijke ziekte onderstaan hebben, kan men daar, ofschoon zij reeds genezen zijn, thuis houden en kort steken zoo lang de kwaadaardige levelingen hunne ziekte in mond- en neusslijm nog gevonden worden, en slechts dan loslaten als er, op herhaald en nauwkeurig onderzoek, geen van die besmettelijke ziektekiemen te bespeuren zijn. Maar in den gewonen gang van ons vrij burgerlijk leven, valt er op zulk geenen dwang van tegenhoudende maatregelen te denken. Wij zijn in ons land aleens nog zoo verre niet gerocht dat wij de honden tegen de verwoedheid doen muilebanden. Om de kiemen eener ziekte rond te dragen is het, ten andere, zelfs niet noodig dat men die ziekte gehad hebbe: 't is genoeg dat men eenen zieke, bij voorbeeld een diphterie-krank kind of iemand die met meningitis cerebro-spinalis aangedaan is, bezorgd of bezocht hebbe om, zonder zelf ziek te worden, de levelingen dezer aanstekelijke ziekten op te nemen, in het slijm van neus- en keelholten te herbergen, door hoesten, niezen en spreken rond te strooien en aan andere, met de ziekte daarbij, over te zetten. Van waar komt het, hoor ik u vragen, dat die eigenste kiemen in de keel van den eenen blijven nestelen zonder kwaaddoen, en in de keel van een anderen ziekte veroorzaken? Hiervan, dat alle lieden niet even ziekte-ontvankelijk zijn. Besmettelijke krankheid is zake van zaad en van bodem: hoe heviger en vinniger de kiemen, te weten het zaad, en hoe beter de ziekte grijpen en groeien zal; maar ook: hoe beter de bodem geschikt is en hoe gemakkelijker de ziekte, te weten de vrucht, schieten en ontwikkelen zal. Die de ziekte krijgt heeft gepasten bodem; de andere niet. Nu, hoop ik, hebt gij het vast hoe gevaarlijk het hoesten,

[pagina 66]
[p. 66]

niezen en spreken, zelfs van iemand die er gave en gezond uit ziet, worden kan: bij elke van die keel-, neus- en mond- oefeningen, kan de eerste de gereedste, meters verre, een nevel onzichtbare spetterlingen uitjagen die krielende vol kwaadaardige levelingen zitten, en die gij, zonder 't minste achterdenken inademt en opvangt.

 

***

 

Binst het verrichten van heelkundig handwerk is hoesten en niezen, lachen en klappen ten strengste af te keuren. Lachen en tateren en zelfs spreken in eene zaal waar een menschenleven, of ware 't maar door het toedienen van chloroform, altijd min of meer in gevaar verkeert, is ten eerste hoogst onbetamelijk; ten tweede is het altijd stoorend op het werk dat verricht wordt; ten derde is het oorzaak van besmetting omdat de kleine spetterlingen speeksel die dan, zoo 'k reeds heb uiteengedaan, uit den mond vliegen, met wond-gevaarlijke levelingen beladen zijn. Die vezelt spuigt ook; ten anderen, vezelen is onbeleefd van wege die het doet, en onverdragelijk voor die het ziet. Slechts in een geval mogen de helpende geneesheeren en verpleegsters nog spreken, als eene operatie aan den gang is, te weten als zij aan den heelmeester iets te zeggen hebben dat tot het welgelukken van zijn werk of tot de welvaart van den zieke van bedied en belang is. Ook de heelmeester moet zwijgen, 't en zij hij een bevel te geven of een bemerking te doen heeft; dan moet dit bevel onmiddellijk en stilzwijgend volbracht, en die bemerking zonder onbehaaglijk rullen of knotteren aanveerd worden. In de duitsche heelkundige Gestichten die ik nog onlangs bezocht heb is er geen een assistent die een woord spreekt; ook de heelmeester spreekt zeer zelden, maar kort en klaar, als hij iets te zeggen heeft. Een bewijs, dat spreken, als oorzaak van besmetting, gevaarlijk zijn kan, is dat veel heelmeesters onder 't opereren, den mond hunner medehelpers, mitsgaders hun eigen mond met een kiemvrij linnen doek muilbanden.

[pagina 67]
[p. 67]

Aanwezige, vreemde geneesheeren zijn dikwijls betinteld en benitteld om raad of nieuws te vragen: koppige stilzwijgendheid, als eenig antwoord, moet hen, van den eersten af, doen verstaan dat er voor 't oogenblik, op hunne aanvragen, geen gehoor en is in Israël.

Dr Lauwers


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken