Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 28 (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 28
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 28Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 28

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.50 MB)

ebook (4.59 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 28

(1922)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

[Zus of zoo?]

Thans worden de vlaamschgezinden bedeeld in Optimisten en Pessimisten; en die beide benden zitten zoogezeid elk lijk aan een kant van een renbane. Dan tusschen de twee op het zand van de bane, loopt het volk, nl. de vlaamsch- en franschsprekende ‘Vlamingen’.

- En de Optimisten zeggen: - 'n gaan we met 't vlaamsch niet vooruit? Ja-w', nietwaar?

- En de Pessimisten antwoorden: - neen-we, we zakken ermeê.

- Kijkt een keer op naar ‘ons’, zeggen de eersten.

- Kijkt liever neêre naar 't volk zeggen de anderen.

- De eersten dan: Welk een verschil bij voorheen, bij vóór 30 jaar: zijn we niet talrijk geworden? Kijkt met hoeveel we nu zijn de ‘élite van 't vlaamsch intellect’. Leest onze kranten: ‘we beleven een éclatante overwinning’, ‘wij ageeren in alles op de directie van 't land’, ‘behalen sous peu, haut la main, alle onze objectieven’, en intusschen ‘de vlaamsche opera opent haar poorten’ en ‘oud-Brussel zal fungeeren als vlaamsch artistiek cabaret’! ‘Textueel’. Wij zijn geworden voornaam en ons vlaamsch is 't medeen.

[pagina 213]
[p. 213]

- De anderen antwoorden: Wij ja, wij de toeschouwers, wij, we zijn talrijk geworden, ttz. met een grooter getal ‘doen wij heden aan... vlaamsch’! Met veel mèèr wis dan eertijds; maar zijn wij nog vlaamsch? En ons volk? De buitenliên, Steê, de werklui, het schrijfvolk, de winkeldienstdochters, de sport- en de leerkinderen, enz. enz.? En wie is er het volk? Wij die de vlaamsche menschen bekijken dààr vóór ons in het zand, of die vlaamsche menschenhoop zelve?... En wat is er het vlaamsch? Ons bastaardgebrabbel waarmee wij ons eigen goed, geest, geheugen en mondkrachten, en klankzwier bederven, of de beschaaf bare volkstaal waar het ‘volk’ naar ons voorbeeld ook meer en meer aan verzaakt? Dunt het getal der vlaamschsprekenden niet, en 'n ontaardt hunne taal niet aanhoudend? 't Minste-uit wordt almeer genoemd in het fransch. Tot zelfs de ploeg van den landman heet nu al een ‘charrue’, en de ploeg van den werkman wordt geheeten ‘équipe’... ‘Chef de kiep’ ‘chef de... hier’ ‘chef de... daar’ zonder einde. Er wordt nietmeer gegoêndagd in het vlaamsch: 't is ‘bonzoer’ en ‘bonsoor’ ‘a revoor’ ‘a demain’. In de winkels, op straat, op reis, in het alledaagsch leven, het ‘volk’ (niet wij, die ‘doen aan het vlaamsch’) het volk, hoor-je, 't volk meer en meer - enja naar ons voorbeeld - vervreemdt aan zijn taal uit voornaamheid, veel meer, honderdmaal meer, alledage nog meer, meer dan 30 jaar leên! We gaan naar den diepen (niet wij die ‘doen aan het vlaamsch’ maar ons volk!). En wat wordt er daartegen gedaan? Gezitdagd uitsluitelijk, ‘dagen’ en ‘weken’ gehouden, gestaan in het teeken van ‘actie’... met de tonge vooruit!... waarna: wat? waarna weêr wordt gewacht naar telkens een ander ‘betooging’! En vanwege de leerknapen? Nu, dat de verloftijd weêr om is - we vragen 't ons af achter ieder verloftijd - is er wel één onder hen, van die mannen met tijd en geleerdheid, is er wel één die b.v. zijn weken gebruikt hoeft om een ouderen werker, in de stilte en den last van zijn vlaamsche gezwoeg of geleer, een stonde of twee-drie nu en dan hulpe te biên? Is er wel één? Één misschien. Twee misschien! Meer niet. Over 30 jaar, mestendeel! We zakken, en zeere... en beauté, maar we zakken.

- En daarop worden de Optimisten dan hitsig. En de Pessimisten krijgen ervan... verwijtsels, dat het stuift over 't volk op de bane, zoodat 't volk verwonderd eens opkijkt.

- Maar wat moet-je dan zijn? vraagt het volk: Optimist? Pessimist? Allesgoed? Alleskwaad?

...Niemendalle daarvan. Een treffelijk man effendoor. Een mensch uit zijn volk, maar een treffelijk mensch, in Vlaanderen een treffelijke Vlaming, dwersdoor. Zorgen we, dat allen het worden.

A'zo'.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken