Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 29 (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 29
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.43 MB)

ebook (3.31 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 29

(1923)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Mengelmaren

Aan Karel Van de Poele uitvinder van de Trolley

't Volgende stond dezer dagen in verschillende vlaamsche binden; 't verdient hier boekvaste te worden.

Te Boston in Noord-Amerika heeft men hem een standbeeld opgericht, maar wie in Vlaanderen, zijn geboorteland, kent hem? Nog eenige menschen misschien in Thourout en Lichtervelde.

Karel-Joseph Vande Poele werd geboren te Lichtervelde in 1846 in een huis der tegenwoordige Statiestraat. Hij was de zoon van Pieter en Theresia Allegoet. Nog jong verloor hij zijne moeder. De knaap kende veel gebrek in zijn eerste jaren. Te Lichtervelde kreeg hij de eerste lessen van een der E.H. onderpastoors. Toen zijn vader eene bediening bekomen had bij den spoorweg Roeselare-Poperinghe, mocht de jongen enkelen tijd gaan leeren aan het college te Poperinghe: die jaren zouden over heel zijne levensbaan beslissen! En inderdaad, daar hoorde hij het eerst spreken over electriciteit en die lessen boeiden hem. De kennis, daar opgedaan, ontwikkelde hij verder door eigen studie en zoeken! Al het drinkgeld dat hij kon bijeenvergaren was om hoeken te koopen, die over electriciteit handelden. Juist op dat oogenblik werd de telegraaflijn tusschen Brugge en Poperinghe aangelegd. Van dat werk was hij niet weg.

Maar 't werd tijd voor Karel een ambacht te kiezen. Zijn vader. die hertrouwd was, ging naar Rijssel wonen en opende er een werkwinkel van meubelmaker-beeldhouwer.

Nu wilde hij Karel dien stiel doen leeren. Doch daarvan wilde deze niet weten. Tegen zijn vader in, trok hij in 1869 eenige gezellen van den winkel mede en samen staken ze de zee over naar Noord-Amerika. Bekommerd over wat hij noemde ‘Karel's electrische geldverspil-

[pagina 21]
[p. 21]

lingen’, volgde de vader later met heel het huisgezin en mocht er ginder ver nog voor zijn dood den roem van zijn kind beleven.

In Amerika trachtte hij wat geld te verdienen om zijne geliefkoosde electriciteitsstudie voort te zetten. Weldra had hij een werkwinkel en begon dynamo's te bouwen en electrisch licht voort te brengen. Kort daarop werd in Detroit gesticht: ‘The Vande Poele electric Light Company’. In 1882 werden in de tentoonstelling van Chicago buitengewoon gelukte photo's gemaakt bij middel van Vande Poele's electrisch lichttoestel. Daar stond hij ook met een stelsel van electrische verlichting met gelijkstroom; en de kleine tweephasen wisselstroommotor, welke men daar ook zien kon, wordt beschouwd als de eerste machine van dit soort. In 1883 toekende, bouwde en verkocht hij de eerste 60 lampensterke dynamo's.

Van dan af legde hij zich toe om de electrische kracht als drijfkracht te gebruiken en hierin is het dat hij zijn wereldberoemdheid heeft verworven.

In ‘The Vande Poele System electric Railways and transmission of power’ (Chicago 1887) staan de eerste trams afgebeeld te beginnen van 1884 en de negentig Vande Poele Patents.

Zoo bedacht hij en verwezenlijkte voor het eerst het stelsel dat nog altijd voort verre het moest in zwang blijft om den electrischen stroom over te brengen op de tramwagens: het ‘Trolley’-stelsel. Die uitvinding stelde hem voor goed op het voorplan in de electrische nijverheid: de jongen uit arm Vlaanderen word werelberoemd, en als de dood hem kwam treffen in 1895 mocht men nog veel van zijne kennis verwachten, zooveel te meer daar de machtigste electrische maatschappij van Amerika ‘The general electric company’ zijn vernuft erkend had. Ook de electrische tijdschriften stelden zijn afsterven voor als een onmetelijk verlies en brachten alle eene schitterende hulde aan zijne nagedachtenis. Bij zijn dood liet hij in weelde eene weduwe na met vijf kinderen die vader's nijverheid voortzetten.

Zou een gedenkteeken, of ware het maar een gedenkplaat op zijn geboortehuis, te Lichtervelde niet heel wel passen?

(De Standaard, 17-1-23).



illustratie

Handzaeme

't En is maar een vermoeden.

Aeme is de plaatsnaamval van am, dat weide beteekent.

Zou hands - het eerste lid - de hanze niet zijn. de gemeenzaamheid?

't Was vroeger de gemeenzaamheid der kooplieden, maar dat is misschien maar een afgeleide zin.

De hanze kan ook de oude frankische gemeenzaamheid bedieden.

Hansaeme ware aldus iets, als het ‘vrijgeweed’ van Swevezeele, als het gemeenzaam weiland der markgenooten van de ‘korte mark’ die ook niet ver van daar en ligt.

J. Claerhout.

[pagina 22]
[p. 22]

Cafmeyer

Ik leze daar van een Kampfmeyer (A Belges 1910, 112). Is die niet een beetje vriend aan de Cafmeyer's?

T.R.



illustratie

Klinke-bel-tale

(Vgl. Biekorf, 1922, xxviii, 267, 290-291).

't Is gebeurd waar dat 't geschied is; maar de prochie en zal ik niet namen, noch den pastor, noch den koster, noch den missediender, noch iets van al wat hun toebehoort, 'k Zal zeggen te Ding.

Te Ding waren er van geheel 't jaar bijna geen begravingen geweest, en nochtans ‘met de slunseziekte’ waren er veel berechtingen gebeurd. Den laatsten dag van 't jaar gingen koster en kerkbaljuw naar de pastorij om te vereffenen. Ze waren met rooi gezeten, ze hoorden weer een berechtinge kleppen, en 't en leed niet lange of ze zagen den onderpastor met den missediender haastig vooruitstappen.

- 't Gaat niet' zijn, zei de koster, de missediender belt slecht: altijd in vier poozen:

 
't zijn - al - bel - len
 
maar - geen - vel - len.

- Als 't maar dat en is zei de pastor, gij moet maar bellen in drie poozen:

 
geen - bel - len
 
maar - vel - len.

- En, als dat middeltje niet en lukt, zei de kerkbaljuw, 'k zou u, alle bei, nen goên raad geven: eerst dood te gaan gijzelve, we zullen dan twee groote diensten hebben seffens.

J.V.

 

***

De vijf schabreuze vragen

Tijdens den oorlog, kwam een fransche soldaat, in 't vlaamsch, slapinge vragen. Wij antwoordden van ja, maar we voegden erbij: mogen we weten wie ge zijt?

- Dat is één van de vijf schabreuze vragen, zeide hij, al lachende.

- De vijf schabreuze vragen? Naamt ze alle vijve, was ons wederwoord.

En, zonder te verpinken, dopte hij ze af.

1o)Wie zij-je?
2o)Wat voor een ambacht doe'-je?
3o)Hoe rijke zij'-je wel?
4o)Hoe oud zij'-je? (uitnemende schabreus voor tegen jonge dochters).
5o)Wien zie'-je geren?

J.V.

 

***

 

[pagina 23]
[p. 23]

Vlaamsch gespreeksel ook in 't Noormansch gangbaar

Over een dertig jaar teekenden wij een oude vlaamsche spreuke op te Dixmuide:

- Als ge wilt weten of een jonge knaap een Veurnambachter is of een Houtlander, ge'n hebt hem maar naar de zolderinge te smijten. Blijft hij aan de ribben hangen [zeker van de danige vettigheid?] 't is een Veurnambachter; valt hij ten gronde [van de magerte en de droogte wellicht?] 't is een Houtlander.

In 't Noormansche luidt het:

- Wilt ge weten of een jonge knaap een Noormander is of een Bertoen, ge 'n hebt hem maar naar de zolderinge te smijten. Blijft hij aan de ribben hangen 't is een Noormander [ook uit de boterstreke!]: valt hij ten gronde, 't is een Bertoen [ook een land van kei en bieze]!

J.V.

***

Kniedeuntje

'Tzelfste of nagenoeg, welke boven (1922, xxviii, 267) aangewezen staat als klokliedjen uit Yper, wordt te Coolscamp en omstreken aan de kinderen voorgezongen (d.i. zwierig- en zangerigweg voorgezeid), tot een kniedeuntjen als volgt:

 
God gedenke Kallemoeie's ziele:
 
leefde ze nog, zo 'n ware niet dood.
 
En ze at zoo geren
 
appels en peren
 
Zoete melk en wittebrood.

T. Raepaert.



illustratie

Loontje komt op zijn broodje!

Nu heb ik het zoo gehoord: Loontje komt op zijn broodje, met den zin van ‘de slechterik betert hem wel eens wanneer zijn tijd gekomen is’. Werd gezeid te Brugge door een oude vrouwe uit de borgerij.

Vgl. boven (1922, xxviii. 172 en 196): Noodje komt op zijn plooitje.

L.D.W.



illustratie

Nieuwjaarders op hun schooironde

1.
 
'k Hên een touwtje
 
'k en kan 't niet knoopen.
 
Geef' een kluite
 
'k Zal deure loopen.
 
Haas'-je maak' gedaan
 
'k zijn zoo moe van staan.
 
Geef' een kluitje of centje
 
'k zal er van deure gaan.

(Slype)

[pagina 24]
[p. 24]
2.
 
Nieuwe jaren, nieuwe ruizen,
 
nieuwe borzen uit te luizen,
 
ongemak en anders niet
 
die [= dat] op nieuwjaardag geschiedt.
 
Katten, muizen op dees dagen
 
komen u uw ooren afknagen.
 
Kelder, koffer en schapraai
 
roepen alsdan om gena.
 
Geen [= 'Tgeen?] verdriet is aan de menschen
 
dat en wil ik u niet wenschen.
 
Maar ik wensch u voor uw nieuwjaar
 
een borze van duist pond zwaar
 
om die jonge rampeleeren [= rampeneelen? vgl. De Bo o. 't w.
 
fraai van alles uit te deelen
 
koeken, appels, peren en geld.
 
't Is de nieuwjaar dat [= die] hem [= hen?] kwelt. (Slype)

J. Boorduyt.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Julien Claerhout

  • Lodewijk De Wolf

  • J. Boorduyt

  • Guido Gezelle