Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 29 (1923)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 29
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.43 MB)

ebook (3.31 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 29

(1923)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

De Oorlog in Dickebusch en omstreken

(Vervolg van bladz. 68).

1914. Vrijdag 6n in Slachtmaand. Heel den nacht en 's ochtends, aldoor een dikken mist, gestadig voorbijgevaar van engelsche, en tusschenin fransche drommen (misschien wel een 15000 man): versch volk, naar Yper-toe. Nog nieuwe kanonnen ookal.

[pagina 93]
[p. 93]

Geweld al Armentiers. Madam Mahieu's kasteel herpakt, en weer verloren... nu voorgoed. Wytschaete bijna heel verwoest. De ‘Hollandsche Scheure’ aldaar, 't groot hof van Leterme's, staat er in brande wel voor acht dagen tewege: alleen de beesten zijn er gered; al 't overige zit er nog in, tot onderander een 40000 kilo tabak.

Vandage 8 lezende missen.

Ten eenen 4000 engelsche voetlui, versch volk naar Yper weerom.

Ondertusschen de 8 andere Zusters van Wytschaete zijn daar [vgl. boven, bl. 68], de minst-vlugge van 't gemeente, met een oude vrouwe mee. Om ze naar Poperinghe te voeren, geen gespan: alles staat beladen om te vluchten. Toch eindelijk vind ik een man uit Voormezeele die 't aanneemt voor 20 fr. Hij mag echter enkel vertrekken ten tienen van den avond.

Inderdaad streng verbod vanaf den 4en 's morgens op de bane te vertoeven. Is 't voor de meeste veiligheid van 't leger, of voor den minsten drum, of is 't om het den hoop vluchtelingen lastig te maken en ze zoo te doen opschuiven? Waarlijk al meer dan 2000 hebben Dickebusch verlaten. En best, want welk een ellende! Meestendeel hebben opgeëten wat ze nog hadden. Ten anderen, wie nog wat overheeft komt immer in de winkels vanachter. Vele vrouwvolk begint om het krijgsvolk te staan en hunkeren achter eten en... winninge: waarmee dit spel eindigt bij sommige slechterikken kan men wel raden. Dan de huizinge wordt allerellendigst: thoopegetast al dooreen, dag en nacht, ouden, geslachten, leger en burgers. In de zaal van 't gemeentehuis berechtte ik een vrouwe, waar dat er wel 150 menschen gestadig zonder ommezien omendom heen woelden; zoo stierf ze er, en een schof tijds erachter was ze reeds ‘gezonken’.

Meer en meer wordt het schrap in de eetwaren. Gelukkiglijk zijn er nog aardappels; en vele liên ook versteken hun gevluchte beesten voor 't mes. Maar bloem is er schaarsch: men durft er geen indoen; en 't derschen te

[pagina 94]
[p. 94]

lande is uittermate verachterd. De menschen staan stoet aan de winkels, en dikwijls vruchteloos. De koffie is op; geen suiker, geen kaas, geen visch; boter en melk en eiers verweinigen zeere. Den vrijdag gaat 't slecht met den kost. 't Bier ook, nog de eenige drank, is aan 't minderen. In hooi en strooi wordt er gebrield door de legergasten, dat 't waarlijk een schande is, en dat ingaans den winter de boeren geen voeder meer vinden. Toch alleman herdt het, met de hope nog een beetjen op beternis... en tevens uit vreeze dat 't laatste is.

Te Em. Van den Broeke's op 't hof, is er nu alnog een verpleegstand in de nieuwe gebouwen, en in een groote tente. In deze komen enkel erg-gekwetsten, een 35 tot nu. Ook een soldatenkerkhof wordt aangeleid in H. Thevelin's weide, palende aan 't dorpskerkhof: een hoek wordt er uit dezer hage gekapt, en een tuin gezet.

In den namiddag heb ik tusschen te komen voor Jul. Lauwyck die op den toren is aangehouden. Men aanzag hem voor uitziener. Maar achter een tweetal uren was 't effen. Heele dagen worden alzoo menschen geklampt, doch nooit nog met erg: nooitnog geen bewijs van verklikspel.

Men begint de burgers aan 't vermaken van wegen te zetten.

Vandage te Vermeulen's in de verpleging, zag ik een soldaat door een dum-dum kogel getroffen.

In den avond versust het geweld.

('t Vervolgt)

[A.V.W.]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken