Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 31 (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 31
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 31Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 31

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.48 MB)

ebook (3.35 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 31

(1925)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Geen doekskes eraan

Den 18n 11. kwam Heer De Groeve uit Leuven in 't Davidsfonds te Brugge, de leden aan wekken om op Dietsche Warande en Belfort (zeggen we DWB.) met meer dan totnu in te teekenen. 't Was zijn recht. En we wenschen hem te hebben mogen gelukken. Hij zei veel goed van zijn tijdblad; met reden. Maar hij zei dan ook almedeens - zonder dat het eenigszins streke gaf - veel goed nog van Biekorf! Zoo! Namens wien? Namens wat? En waarom? Biekorf 'n trekt hij niet; Biekorf 'n kent hij niet; Biekorf 'n leest hij niet... Wie zou Biek. lezen te Leuven? Inderdaad buiten eenige Hooggeleerden aldaar. Hoogleeraars. Hoogleerlingen, en eenige uitstekende menschen, wis niemand. Maar, 't kwam uit: 't was zeer goedhertig gezeid om op 't einde met dezelfde, goedhertigheid te mogen erbijvoegen dat Biekorf, enja, maar een klein gewestblad 'n was... waarnevens... de leden van 't Davidsfonds DWB. behoorden te trekken!... Hij sprak namens ‘de uitgeverij’! (Uitgeverij! Ook een van die ongelukkige plaagwoorden)... Evenwel. Waarom vloog nu Biekorf ertegen van hem? Ligt Biekorf zoo zwaar op zijn teen? Is die nietige Biekorf een schrikbeeld geworden?... Voor steekte 'n vreeze hij toch niet, hij, noch de ‘uitgeverij’. Want Biekorf 'n vaart al nietveel béter in 't Davidsfonds-hier, sedert dat DWB. er minder gewenscht wordt. Biekorf is 't niet, die hier DWB. belet van te leven. 't Is heelemaal iets anders dat kwaad doet eraan, iets dat de twee samen beschadigt.

Hoort. Heer De Groeve, hoort wat het is. Er is in 't land iets veranderd, dàt is 't! In 't land, in den geest, in 't gevoel, in den smaak van de jongere Vlamingen. En, evenals DWB., moet ook Biek. lijden daaronder. Biekorf misschien min, omdat in zijn ‘geweste’ - in Westvlaanderen, horresco! - de menschen, zeggen we, meer... tegen ‘den noordschen stier’ zijn bestand. Lijdt men daar elders meer van, 'n wijt dit niet aan Biekorf daarom. Want Biek. vechter eer tegen, al jaren en jaren.

Als ge beter Biekorf gingt kennen, ge gingt ook anders spreken over heel dezen toestand; ge gingt ondertusschen Biekorf niet

[pagina 42]
[p. 42]

oordeelen naar 'tgeen dat ge denkt over hem, maar naar 'tgeen dat hij is. Ge gingt hem gerust laten, ofwel... ook ondersteunen. In Biek. trouwens staat vele dat niet alleen zijn ‘geweste’ aan en gaat, maar heelegansch Vlaanderen meê, en welnog in hoofdzakelijk belang - zoo, over wat zijt gij anders bekommerd? -

B. v. er staat in, toch zoo dikwijls, dat 't jammer is, dat heel de ‘vlaamsche strijd’ lijk onder-tot-boven gezet is: dat de nieuwere vlaamschgezinden nu alles willen... hervervlaanderen... ineens (niet meer hervervlaamschen maar meer, hervervlaanderen), en dat wel. ineens, kunnen-of-niet, wat onredelijk is; vooral dat ze dat willen wildweg, spijts al en spijts allen; 'raddoor; ongeduldig en bot; met geweld, alleen met geweld; alleen door te doen om alles te breken, al denkende dat daarachter alles in 't nieuwe weêr komt zoodra ze 't gaan willen... enkelijk willend, alsof dat zou gaan alleen met te willen, scheppenderwijze! Hoe vermetel!

En er staat dan ookal in Biekorf, zoo dikwijls, dat voorheden de strijd niet eigenlijk strijd maar een stuwinge was, niet een vermoording maar eerder herwekking, niet een vervloeking maar werk van bekeering. Toen werd de jeugd opgebracht in 't gedacht dat, wilde ze iets doen uit liefde voor Vlaanderen, ze dat liefderijk doen moest: liefde zei men is lijdzaam, en leerzaam, zwoegzaam, beleefd, ùit achter schoonheid, benauwd van te schaden, benauwd van te stooren, en toch onwankelbaar vaste, zoetaardiglijk aloverhalend, en daardoor onweerstaanbaar en winnend. Thans integendeel is het allemaal haat, haat tot en meest tegen de eigene vrienden. Wie heel zijn leven alles voor Vlaanderen verbeurde, wordt aanzien als ‘de’ vijand. Wie geleerd heeft, geleden jaren en jaren, er zijn beste belangen aangehangen, wie eindelijk allichte tot iets scheen bekwaam, die 'n kent noch 'n kan nu niets meer dat deugt, die ligt nog het meest in den weg. Alle verstand, en verstand van vanalles, is alleen nog te vinden bij hen die maar even de wiege en de loopmande ontliepen. Hoe onbevoegder hoe beter. Wetenschap, vrome beginselen, veerdigheid, mannenkracht en -bevinding... àl nietmeer noodig, zelfs dient bestreden. Beknibbeling, afbrake is zoogemeend 't eenige vlaamsche wapen van heden... ‘Regnum divisum’!... Hoe jammer voor Vlaanderen. Daartegen waarschuwt Biekorf allange, en zie-je wel, dat gaat niet alleen Westvlaanderen aan.

En zegt eens, in afwachtinge dat alles geveld ligt, wat komt er nog voort, uit meest van die ‘Jongeren’? We kennen wij middens, waaruit voorheen allerlei geestesgehandel en kunstwerk, woordenboeken, spraakkunsten, leesstukken, tijdbladen enz. ontstonden bij hoopen; waar dat er daartoe noch geld- noch tijd- noch zelfverpandinge nooit door niemand ontzien werd;

[pagina 43]
[p. 43]

waar niettemin blijdschap, edele leute, verzet en geviering immer onuitputbaar te krijgen was; maar... waar heden niets door de kave meer komt dan de rook... van de pijpen, 't klinken van glazen, de aanhoudende slag van het speelblad op tafel, en onvriendelijk gevezel van haatvol gespook tegen alles wat riekt naar gezag, of wat er zijn best doet om in 't een of in 't ander ten bate van Vlaanderen uitnemend te worden. Geen geleer, geen geliefhebber, niets meer. En ge staat dan verwonderd dat, onder de nieuwere Vlaamschgezinden, het uit is met de inteekenaars, en dat de Vlaamsche tijdbladen kwijnen?

Ge weet misschien-nog. Heer De Groeve, dat we vroeger wanneer die ellende aan den gang ging, u zeiden: ‘let op; geen stryt-van-tonghen toch, geen ijdel geblaas, geen mateloos spel van gebaren, geen geweld om 't geweld, geen gebond om een bond, geen gebeurel en nooit anders van “algemeenvanalles” en van algemeen niets;... werken we liever, zeiden we toen, en doen we de anderen werken (werken dit is: ons bekwamen in iets), om elk iets te worden, en om later - iets zijnde, ieder van ons onverwinbaar in 't zijne - al te zamen dan eindelijk te wezen onverwinbaar in alles. Geen haaste; met reden; met moete; al anderen makende die achter ons komen, en die ééns toch op 't laatste gaan hebben wat wij nooit verkrijgen en zullen. Met liefde! geen haat... of 't eerste dat valt is ons eigene macht. Werken we, leeren we, of 't eerste dat valt is ons eigene uiting, ons eigen verstandswerk, ons eigene tijdblaân’... 't En was allemaal geen waar!... En nu, dat er leeggangerij, steking en stoornis, en haat, tuchteloosheid en beginselloosheid, wederzijdsche gestook woedt alom, onder de leiding van menschen wier hert en wier geest en wier hand en wier taal tot leidswerk onopgevoed is, nu dat er niets wordt eerbiedigd 't en zij spier en getier,... nu zoudt ge willen bekomen alvanuit dat woelig onwillig en verwilderd genestel, dat m'er eendrachtig en minzaam een gezamenlijk, ernstig, kostbare tijdblad als DWB. steune en in gang houde? Dan, het kittelt u verder dat Biekorf die opstond daartegen zoo eertijds zoo voort, met zijn oude gezonde Westvlamingen die 't zooveel-beter-anders hebben geweten en wenschen, altijd-maar voortkan?

Komt, wij ook we gaan zeggen aan de jongere Vlamingen 't zij binnen 't zij buiten het Davidsfonds, en mede aan de leden van 't Davidsfonds zelve - die meest-allen dien toestand betreuren, maar even meest-allen den moed lieten schieten -, we gaan zeggen: ‘ondersteunt DWB.’. Wij, naar uw wensch, gaan dat zeggen met meening (en nochtans we winnen daar tewege niets aan). Maar dan moet gij ook, meê met ons, zeggen overal en herhalende-weg aan de Vlamingen: stopt uw getwist, uw gehaat, uw straatjesgestrijdsel; liever verstandig en keurig, niettemin koppig, elk aan zijn eigenen

[pagina 44]
[p. 44]

string; en met kunste getrokken, hardnekkig, gelijkig, met mate, met tucht, met blijdschap, met mooiheid, maanden als 't moet, jaren als 't moet, nimmer ontmoedigd en nimmer omverre. Zegt dat met ons. Heer De Groeve, (en gij voor uw deel, noch uw ‘uitgeverij’, ge 'n gaat er niet aan verliezen).

BIEKORF.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken