Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 32 (1926)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 32
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 32Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 32

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.44 MB)

ebook (3.38 MB)

XML (0.64 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 32

(1926)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Hoe Telesfoor haast pastertje wierd
(Vervolg van bl. 168).

Hoeveel verzuurde en gegiste sirope op 'nen dag de kindermage binnenging; hoeveel van die doppen er op den grond vielen of in de vuiligheid drilden; of 't kind op tijd en stond èn ate èn hebbinge kreeg dat-al 'n ging Babe lijk noch af noch aan.. Als een echte moeder van den eersten broek, liever van den eersten rok, zat ze dat kind te bekukkelen en te betoefelen, dat 't stonk van bedorvenheid en eenhandigheid. Vader mierde soms van kwaadheid: ‘en moet dat paster worden’?!...

Twee weken kwamen en gingen met die proppen... 't Schaap z'n mond stond ‘wit van de vassche; en de afgang was garsgroene’. Doktor Dikta zat met ‘sarope van bleeke roozen’ aan heur tien vingers in Telefoor's kele te schilderen... ‘Die afgang?... dat waren de tanden die schoten’. Drie, vier dagen... en Telesfoor ging aan 't hoesten vlage op vlage, maar Dikta gaf hem ‘sarope van pijpkwano’ en hij spoog uit al dat hij binnen nam. 't Eene ongeluk 'n verbeidde 't ander niet..: ‘de eerdenworm kwam

[pagina 188]
[p. 188]

in z'n haar wonen’, en daar 'n mocht men van de minne niet aan roeren: ‘'t zijn de gezondste kinders die dat hebben, dat is overmate van gezondheid... en 't zou op z'n oogen vallen...’ Maar 't viel algelijk op z'n oogen en de oogmeesteresse Benedikta waschte ze ‘met blauwe koornbloemetjes op witten wijn’. Van krijschen 'n was er al lange geen sprake meer, 't kind was heesch en uitgetuit... 't Liet hem weerloos begaan en 't lag amechtig naar z'n dood te smachten. Babe met al heur delekten liep ‘van Keïvus naar Pilatus’, alles zou z' aventuren. Maar Leapold zag ineens dat 't gemeend was, hij rechtte hem lijk 'n man, voor den eersten keer sedert... ho! 'k weet niet hoe lange. Hij schoot, in een hitte, z'n beste kazakke aan en trok... onversaagd den geneesheer halen.

Doctor Rudaris viel binnen lijk een steen!... Moeder vlamde lijk hellevier.

- 't Was gedaan met sparen nu... Die dwaze vent van nu voortaan ging het al vermeesteren.

- Zulk een splijtmijte van een vrouwmensch moet er nog geboren worden! beet Pol tegen, en hij beefde van kwaadheid...

Dat niet gewoon zijnde, wist hij z'n zelven niet hoe bedwongen...

De doctor intusschen 'n had niets te verletten: kort van stof en zonder meer prullen te verkoopen, was hij bezig het kind te pelen; 't was immers gelijk een andjoen, al 't een op 't ander voor de warmte; en 't stond, och arme, blauw van de koude en de koortsen. Acht dagen lang kwam hij de borstkasse bedokken achter en voren. Nonkel Jan stond erbij te luisteren met z'n kop scheef en vond ‘dat 't op sommige plekken klonk gelijk een geborsten pinte; Telesfoor zal pastor worden, Babe, hij spreekt van nu al latijn’.

't Was van pap te leggen acht dagen reke; en kele, neus, ooren, oogen en hoofd te ontsmetten. Doctor Rudaris beet en baste op de oudewijfsreme-

[pagina 189]
[p. 189]

dies, kletste de futten dat ze plakten aan de kolen, en smeet de flesschen en de zalven waar ze vliegen wilden. Babe zat in de apegarens tot over de oksels, kreeg geregeld heur mutse vol zottigheden en blaasde lijk een dempig peerd. De heilige Benedikta was al heur devotie kwijt en vloekte - binnensmonds - lijk 'n ketter. Was dat een schommelinge geweest in die weke; maar op den achtsten dag keek de jongen lijk een vinke en loech lijk een paptaarte... geheel en gansch genezen.

- Proficiat, zei Pol, en daar zi'... hij telde geld op tafel: dat geef ik met liefdet Menheere den Docteur!

De vlage was over; ze kropen al te gare lijk uit Mazeltje's droom. Barbara was inwendig overgelukkig, maar dat 'n mocht en 'n wou ze niet laten blijken. ‘'t Zou anders ook wel gegaan hebben en met min kosten’.

't En duurde geen drie weken Telesfoor was weerom zoo versnuisterd als tevoren, en met een aanzichte lijk witte van ei.

En alzoo een keer op, en alzoo een keer neere.

Zoo verliep het eerste jaar. De jongen 'n was van geen haar bedegen, liep in een reuze met een valhoedjen aan, en had een koppel beugelbeenen. 't Was toch ‘geestig om zien’, zei moeder, de stekeblinde, ‘en hij kijkt uit de loopmande lijk de paster uit z'n kuipe’.

('t vervolg)

K.D.W.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken