Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 35 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 35
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 35Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 35

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 35

(1929)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 157]
[p. 157]


illustratie

Mengelmaren

† God wille de ziele van EERW. HEER JAN CRAEYNEST als herder te s. Michiel's bij Brugge overleden den 23n in Grasmaand 1929

HIJ was een van de medestichters van Biekorf (alh. 1914, xxv, 15), de laatstovergeblevene. Hij was medeen een van dezen die meest ertoe bijdroeg, niet om het leven ervan, maar om de eigenheid ervan te bevorderen.

't Is immers eene aardigheid van Biekorf geweest, dat dit blad, voor taal en voor zeden, van eersten af streefde, eenerzijds wel - lijk zoovelen - naar het behoud van het eigene, anderzijds echter - alleen schier - naar het vermijden van vreemdgoed.

En, waar in Holland, Cattie, Hgl. Nicolaas Beets, Hgl. J. ten Brink en de Zitdag van Arnhem of anderen nog (Biek. iv, 301) het hielden bij 'n wensch van schuimwoordenwering, of, waar hier onze inlandsche Taalvroedschap gedoogzaam bleef steken bij halfbedurfde en halfduidelijke taalloutering, daar was reeds Biekorf vooruit om van verdietsching een stelsel te maken... in de hope dat er toch iets van zou overblijven. Verdietsching moeste geschieden: volledig, met woorden die ‘dietsch’ zouden zijn door-en-door, woorden geraapt uit de boeken van eermaals, uit den mond van het huidige volk, en desnoods uit eigen gevond (dit naar den trant, als het moest, van talen die aanverwant zijn, liever dan van 'n tale, lijk 't fransch, die heelemaal vreemd is); die woorden werden dan voorgesteld, dikwijls met de rechtveerdiging mede, in heerlijke taalkundige opstellen; en ze werden dan ookal beredetwist soms, onder gevrienden, tusschen Biekorf en 't Belfort b.v.; ze werden nooit opgelegd als ineens onverbe terbaar, maar opgediend eer als een staande bewijs dat, waar iemand nu wilde, hij toch in het dietsch, en wel in het echtste, heel veel alzoo zeggen kon dat anders de meesten lijkmeenen alleen-in het fransch te kunnen verknoezelen. Sommige dan van die woorden zijn inderdaad in gebruike gebleven, spijts al het razen en gekken van enkelen... die overigens weinig eer van hun gekken ge-

[pagina 158]
[p. 158]

haald hebben, aangezien 'n keer gekken gemakkelijker bleek dan een heel leven lang verdietschingen zoeken, en dat, bij allemans wete, niet in 't gemakkelijkste 'n verdienste gelegen ligt; die haastige praters bewezen ten andere dat ze die pogingen niet en begrepen! Wijzeren begrepen ze wel, en steunden ze, en steunen ze totheden nogvoort. Ondertusschen hoe leerzaam en boeiend was dat alles toch niet! Hoe opwekkend ook voor de jongeren, velemeer dan op heden al het koude en onberedende nagegaapsel van wat ze denken te deugen omdat ze 't ergens in een dagblad gelezen hebben.

Welaan, hij die Biekorf dien weg heeft doen inslaan, en, met een uitnemende veerdigheid van gevoel en van taalkracht, Biekorf op dien weg heeft gehouden, was wijlen J. Craeynest. Jawel Gezelle gaf hem 't gedacht, lei hem voorbeelden voor, hielp hem en steunde hem... uit de macht van zijn sperkelenden geest, maar dat was enkel geliefhebber nog, Craeynest miek van dat àl een kunstig bedrijf, handelende naar stevige wetten en voeren. In dat vak een tweeden als hem moeten we wis nietmeer verwachten.

Door velen werd hij gevolgd, in het eerst... maar hij en hield zijn volk niet gesloten.

Hij en was immers geen leidsman vanaard, trouwens te onveranderlijk zijnde in alle andere zaken daarbuiten, te stijde in het meegaan door 't leven, te slepend eenbeetje in het werk, en te beducht om voren te komen. En... zoo gerocht hij zelfs achter.

Hij is toch en blijft, en wellichte voor lange, een onzer sterkste voelers-geweest van de taal, en een man (een Westvlaming opnieuw) weer door velen ons te benijden.

Men herleze nu eens zijne opstellen weer, en bewondere daar zijne scheppende taalmacht; danke medeen den Gever van alle scheppende krachten, God, die aan hem hier-deze had geschonken! Men smeeke dan God dat Hij wille - onderander om het goede gebruik van die gave - Zijnen dienaar met goedheid en bermhertigheid aanzien.

We zijn hem ten minste wel dàt schuldig.

R.I.P.



illustratie

Voor de Verstaanders

HET gebeurt dat, naar een'-of-ander's meening, iets te weerzeggen valt op dingen die in Biekorf gedrukt

[pagina 159]
[p. 159]

zijn geworden: b.v. boven, op de betrekkingen van GG. mei de ‘Knkl. Vl. Akademie’ (bl. 98, 109) Waarom, die dat denkt, 'n meldt hij het niet? De Stellers, niet Biekorf, zijn aansprakelijk voor wat zij uiteendoen; en, met 'en zeg en 'en tegenzeg zouden Biekorf en de waarheid bovendien nog gediend zijn.

B.



illustratie

Boekennieuws
Albert Visart de Bocarmé. De l'origine de quelques types monétaires belges. (- Annal. Acad, Roy. de Belg.) 1929, in 8n, 18 blz., 8 bladen afbb. (van 62 geldstukken vk. en ak.).

Kwam er daar eens vóór u een kenner heel vriendelijk ten tooge leggen al het ‘verschillige’ geld dat alhier heeft gegolden van vóór Karel den Groote tot op het einde der xviiie e., wie 'n zou er niet gretig naar dat alles staan toezien? En deed dan die kenner uiteen hoedat al die verschillige leesten van geld met den tijd zijn ontstaan, 'n ware 't niet leerzaam? Toonde hij b.v., hoe en waarom ze van malkaar - vooral van den tegenstrever's - zijn achtergemaakt 'n beetje bedriegende weg, en hoe en waarom elk van die achtereenkomende gelden of van meerdere of van mindere weerde en gehalte geweest zijn, wat een genot en ware het niet te vernemen dat op die wijze ‘de munte als een weerglas kan dienen waarin, van uit heel de geschiedenisse door, ons huishoudkundig en bewindschappelijk verleden zit wedergegeven’!

Welaan zoo wordt hier gedaan in dit opstel, waar aldus de geldstukkenleer wordt bewezen te zijn eene hulpwetenschap van zeer merkelijk gewicht. Dan even, omdat dit hier wordt bewezen op stukken uit onze eigen gewesten en steden, brengen wij dat boeiende werkje heel geren onze Lezers ter kennis. Voor eenen of anderen liefhebber die het bezonder begeerde, misschien met 'en keer schoone te kijken, zouden we wel nog een afdrukje kunnen verkrijgen.

 

***

 

Vanwege ‘De Sikkel’ zeer keurig:

- Godevaert van Haecht. De Kroniek... over de troebelen van 1565 tot 1574 te Antwerpen en elders. Ingeleid en toegelicht door Rob. van Roosbroeck. Bdl. I, T929, kl. in-4n, 268 bl. = Fr. 75.

G.v. Haecht, man uit het volk maar geleerd en bezadigd, stelde een van de meest gelijkzinnige en voorwerpelijke ‘Kronieken’ die meehelpen kunnen tot de kennis van 's volks gemoed bij 't zien der gebeurtenissen uit 1565-1574.

[pagina 160]
[p. 160]

We vinden daarin ook den weerklank van eenige verre geruchten uit Westvlaanderen.

't Werk was totnu niet uitgegeven, maar is het thans, en van den eersten keer oordeelkundig voldoende.

- Jan van Stijevoorts. Refereinenbundel, ao 1574, ‘naar het berlijnsch handschrift integraal en diplomatisch uitgegeven door Fr. Lyna en W. Van Eeghem’ (Privédruk). Bdl. I, [1929] in-8n, 308 bl. = Fr. 75.

Hier is het eerste deel van die blijde en onblonke ‘Refereinen’ Genoegzaam ziet men het oordeelkundig gemoei van de uitgevers doorstralen onderaan de bladzijden in de opmerkingen; doch meest op gebied van de tale. Dan de boekkunde zal hopen we bezorgd worden in het 2e deel. Wachten we dit af; en verheugen wij ons onderwijls, dit schoone werk naar Vlaanderen te zien terugkeeren, althans in afboekinge en aan de hand van knappe binnenleiders.

L.D.W.



illustratie

Gelgedichtje

 
MIEKE, bieke, berkenhout
 
in de' winter is het koud
 
in de' zomer is het warm
 
ik wil wedden voor 'n zwarm
 
ik wil wedden voor 'n vaan
 
dat hier vijf en twintig streepjes staan.

(Wynghene)

H.P.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Lodewijk De Wolf

  • over Jan Craeynest

  • over Godevaert van Haecht

  • over Albert Visart de Bocarmé

  • over Jan van Stijevoort