Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 35 (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 35
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 35Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 35

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.98 MB)

ebook (3.70 MB)

XML (0.77 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 35

(1929)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

De oorlog in Dickebusch en omstreken
(Vervolg van bl. 254).

1915. Dinsdag den 19n in Hooimaand. Met halfdag wederom een geweldig gesmijt: nl. in den omtrek van H. Doom's - en drie legermannen gedood -, dan tusschen Molenhuis en Hemelrijk, en ookal op 't dorp, vóór mijn huis, en waar-hier en waar-daar. De ruiten vliegen. Wij vluchten tot aan H. Vandamme's,

[pagina 285]
[p. 285]

waar nog een brok ijzer door 't dak boort. Tweemaal hooren we de ladinge toekomen van een ganschen schietstand ineens, vier stukken met 'n trek, waarvan de vier bommen terzelfdertijde en tenzelfden oorde ontploffen; een gehuil en gebuisch onzeggelijk, dat het u schokt door het lijf. 't Is vreeselijk. 'n Bomme op 't huis van Romanie Lamerant; een op 't huis, dak en gevel, van Remi Titeca; een op den voorwand van ‘den Risquons-Tout’ (de vierde treffinge daar); een op 't Paradijs, peerdstal en keuken; en nog andere langs wegen en hovingen.

't En is nietmeer uitstanelijk! Hoe lastig dus het ook valle, maak ik mij 'n gedacht van te verleggen van woninge. Immers, 't is te zien, mijn huis ligt meer en meer in de bete, en 'k heb er niet het minste geschuil. Waarom daarbij, àl wat weerde heeft, mijn woonraad, mijn huis- en missedrank, dienstgerief enz in 't gevaar willen houden, waar reeds alom zoovele verbrand en ingesmeten ligt? En; 'n huis... is 't nog een huis?... met ruiten en pannen aan brokken! Het waait en regent erdoor! En tuig om het te vermaken is nietmeer te vinden. Dus voort, en verhuisd! Mijn goed mag ik laten vervoeren naar den Herder's te Haringhe, en ikzelve trek-in te Hektor Dalle's, op 't hof, vijf stekken gaans van de Plaatse. Bij die menschen verkrijg ik ten mijnen dienste hun ‘bestekamer’, God loone 't die hertelijke liên die altijd voor alles zijn gereed geweest. 'n Deel van den wijn maak ik te gelde bij den baas van het Vyverhuis, immers ten behoeve van den gaande' en den komenden kooper: en, in mijn ellende, ik moet erom lachen oprecht, dat ik dienzelfden wijn verderop te Rousbrugge, heel buiten schote en tegen minder gegeld, aan den man niet en kreeg, waarom... omdat 't er te bij van 't gevaar scheen! Te bij van 't gevaar, te Rousbrugge! En hier, gèèn gevaar? Hier op 'n stap van den vijand?

Woensdag. 20n. Verhuizen zijn ruizen; ik ondervind het, thans meer dan ooit. Heel den dag inpakkinge van goed.

[pagina 286]
[p. 286]

Geen geschot. Vele Highlanders weer op den dril.

Donderdag 21n. Twee voer van mijn tuig zijn naar Haringhe.

Vrijdag. 22n. Ons Vijfde legerdeel zet over naar Atrecht. Mede vertrekt Vandenbroucke's verpleegstand. Nu komt hier als nieuw 't Zeventienste.

Bommen aan Canada, aan de twee Lamerant's, Desmaret's. Smijtschroot al Onraet's waar ik even omtrent was. Op Canada twee vrouwliên gekwetst en dadelijk naar 't Gasthuis te Poperinghe overgevoerd.

Vandage ben ik binnen te Dalle's. 'n Tijd heb ik Ons-Heere bewaard in mijn huis, maar berge 't Allerheiligste thans in mijn doeninge op de hofstede.

23n. Zaterdag. Vele-vele gevlieg. In den achterhalfdag 'n veertigtal bommen tusschen Hallebast, Canada en Oûrdom, verder tot aan 't Schaapstal langs den steenweg van Poperinghe, en tot-op tien stekken van Reninghelst-kerke, voor de eerste maal is het zooverre. Twee krijgsliên gekwetst te Derycke's, peerden gekwetst te Verhaeghe's en Coene's.

24n. Zondag. Vele volk in de missen. Vele jonkheden ter H. Nuttinge. Morgen immers moeten velen van hen naar den inlijvingsraad, en, zoo goed bevonden, met denzelfden gange vertrekken nl. voor den houw van '15, den inroep van nu.

Omstreeks ten drie'n nog schrootbommen, al Opsomer's en Lemahieu's.

In den avond gemoet ik Eerw. Vader Gill, legerherder, die op tocht is naar M. Coene's hof indenwille van een te gaan biechten die ter dood is veroordeeld wegens vendelontvluchting al sedert Herfstmaand verleden, en die morgen eraan moet. Ik geef Oas-Heere mee tot zijn laatste H. Nuttinge. Daar te Coene's op 't hof liggen reeds drie doodgeschotenen-zoo. Ik heb hun graven gezien, maar nievers zag ik er, als deze, zoowel onderhouden. Coene vertelt dat er vele van 't krijgsvolk die graven komen Lezoeken. Is er daarbij soms geen avergeloove in

[pagina 287]
[p. 287]

het spel? Die mannen zijn teer aan avergeloove: ge ziet 't aan de hoefijzers overal op de deuren.

Maandag den 25n. Alweder gebom, toe naar den Vyver en naar de Potente.

's Morgends misse voor de jongelingen die op moeten. Daarna zetten ze aan, op rij- en voertuigen naar Watou, waar de schouwinge in gang is. Tiene van hen zijn vrijgesteld geworden voorgoed. Achte voor drie maand. Het meeste getal, oud van 19 tot 25 jaar, zijn gehouden geweest: nl., met drie'n voor het rijvolk, 'n 25 voor 't voetvolk (voor vecht- of verpleegwerk), en één voor 't geschut. Al de voetgangers zijn gestuurd op Fécamp waar ze niet noo' en vertoefden, waarvandaan echter zij na den 14n in Wintermaand naar Camp d'Auvours en Parigné-l'Evêque zijn vertrokken waar het hun minder beviel.

('t Vervolgt).

[A.V.W.]


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken