Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 36 (1930)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 36
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 36Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 36

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.95 MB)

ebook (3.99 MB)

XML (0.79 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 36

(1930)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Boekennieuws.

A. O' Flanders: Toen Vlaanderen groot was. Zantingen in vreemde landen. Brugge, ‘Excelsior’, 1930. In-8o, 278 blz., = Fr. 20.

De schuilnaam van den schrijver, - de titel van het werk, - de aard van de navorschingen en mededeelingen, spreken van kinderlijke fierheid om het oude, en van mannelijk vertrouwen in het jonge Vlaanderen. De eerwaarde, veelbereisde en veelbelezen schrijver van dezen bundel zantingen had gehoopt dat het boek tegen Meimaand zoude klaar zijn, als zijn bijdrage tot de Gezelle-hulde. ‘Aan priester Guido Gezelle, Vlaanderens Dante en Levenswekker’, luidt de opdracht. En E.H. Verschaeve die een voorbericht schreef, haalt er Mistral bij te pas: Per la grandour del remembranço Tu que nous sauves l'esperanço:

‘Gelukkig is Vlaanderens verleden een zonne van roem, en is de Vlaamsche herinnering vol van grootheid.’ 't Heeft echter nog een paar maanden langer aangeloopen, eer de drukker klaar kwam Jammer. - De eerw. Schrijver, een kind van Brugge, en met de trouw en de opgewektheid van Iersch bloed in de aderen, heeft vele jaren lang zijn reizen her en der, en zijn napluizingen in boeken en oorkonden, aangewend om na te speuren wat daar in den vreemde, in Italië, Engeland, Wales, Schotland en Ier-

[pagina 318]
[p. 318]

land, aan Vlaanderens invloed en roem blijft herinneren. De Vlaamsche trant gold, in den bloeitijd van de Middel-hoogduitsche letteren, als het puik van de beschaving. Brugge vooral, en Antwerpen, zijn van uit de Lage Landen lichtbakens geweest over de heele oude wereld. Het mag zeker merkwaardig heeten wat iemand, die geenszins aanspraak wil maken op de geschooldheid van een vakman in de historie noch in de kunstgeschiedenis, overal wist op te maken en voor ons aan te stippen. ‘My heart is in the Highlands, my heart is not here’. Hij mag zijn waar hij wil, zijn hart zoekt Vlaanderen overal; en zoo is dit boek, schijnbaar zoo dor en uiteenloopend van stof, er een vol innige stille vrome liefde.

De inhoud? Een bonte afwisseling van bijdragen, waaronder ettelijke die al vroeger in Vlaamsche of Engelsche tijdschriften belangstelling gewekt hadden: de lezers van Biekorf zullen er verscheidene herkennen die vroeger alhier onder den schuilnaam Remo voor 't eerst geboekt werden. We trekken met O' Flanders door Italië, laten ons door hem rondvoeren te Rome, te Ferrara, te Florentië, te Genua, en elders, overal waar iets te wijzen valt, dat van Vlaanderen blijft spreken: prachtwerk van onze onovertroffen Arazzieri, onze kunsttapijtwevers; herinneringen, begraafplaatsen, stichtingen met betrekking tot den drukken handel die weleer werd gevoerd met Brugge en Antwerpen, en voornamelijk over de Genueezen in Vlaanderen en hun natie-huis te Brugge, en de oorkonden over den handel met Genua in het Koninklijk Archief te Brussel; en eindelijk brengen wij onder zijn geleide een bezoek aan Ravenna la Gloriosa, ten tijde van Keizer Augustus de Groote, schuilhaven van de Romeinsche vloot in de Adriatische Zee, thans als Brugge, door de zee verlaten, maar zóó rijk aan herinneringen. Van blz. 139 af, bevinden we ons weer in grijze luchten, en wordt er gehandeld over de ‘eeuwenoude staatkundige, geestelijke en handelsbetrekkingen tusschen Vlaanderen en Groot-Brittanië’. Laten we even wijzen, in deze tweede helft van het boek, op de bijdragen over Brugge als toevluchtsoord van Engelsche koningen en prinsen, over den zeeslag bij Sluis in 1340, over de Britsche en Iersche heiligen in Vlaanderen en Nederland, over de Londensche Hanze, over de voormalige Iersche Colleges te Leuven, Doornik, Rijssel, Dowaai; over de rol van vechtersbazen door Ieren gespeeld in de verschillende legers die op onzen bodem krijg gevoerd hebben; over den grooten opstand in Ierland in 1641; enz. enz. Op iedere bladzijde krijgen we de verrassing van bijzonderheden, die ons inzicht van de geschiedenis aanvullen en verdiepen, en aldus het werk in zijn geheel tot een bron van inlichtingen maken, dat nooit zonder nut ende profijt ter hand zal worden genomen, zoodat het in de school- en volksbibliotheken best op zijn plaats zal zijn. Dit is zeker, moest het me ooit te beurt vallen te mogen inpakken voor een toer 't zij in Engeland, 't zij in Italië: 't boek van O' Flanders was zijn plaatsje verzekerd in mijn reiskoffer; en als ik dan in den vreemde, door mijn

[pagina 319]
[p. 319]

Baedeker en andere handwijzers, mijn weetlust niet bevredigd kreeg, zou O' Flanders me trouw gezelschap houden, en mijn aandacht telkens vestigen op zooveel dat me als Vlaming zou boeien, en mijn Vlaamsch-zijn nog zou verstevigen!...

Dr. L. Scharpé

- G. Van Steene. De Zeekust en Knocke. Natuur- en Geschiedkundige gids. Brugge, Verbeke-Loys, 1930. In-8, 221 blz.; met afbb. = Fr. 20 (te bestellen: Dorpstraat, 8, Knocke).

We hebben met het meeste genoegen dit boekje doorbladerd: we hebben er niets méér in gezocht dan een ‘natuuren geschiedkundige gids’, en aldus zal dit werkje welkom zijn niet alleen bij de vlaamsch-kennende badgasten maar ook bij de ingezetenen van Knokke en omstreken.

Voor de geschiedenis van Knokke bestond reeds het prachtwerk van J. Opdedrinck: ‘Knocke, histoire et souvenirs’ (1913). Heer Van Steene heeft dan ook ruimschoots uit dit boek geput. Zelf heeft hij voor de jongste geschiedenis een heele reeks belangwekkende gegevens op den volksmond nog kunnen oppikken en beschrijft op degelijke wijze de ontwikkeling van de jonge badstad

Voor de oudste geschiedenis mist het werkje critisch inzicht en geschoolde vakkennis: de oudste geschiedenis van deze streek kan niet geschreven worden zonder een diep en oordeelkundig samengaan van geschied-, plaatsnaam-, oudheid- en aardkunde. Het viel natuurlijk buiten de bedoeling van den Steller een dergelijk onderwerp aan te vatten! We wenschen toch dat bij een heruitgave den oorsprong van Knokke uit een ander standpunt beschouwd worde dan het zeer twijfelachtige van E.H Opdedrinck (Iersche oorsprong): Zie daarover Biek. 1930, bl. 85-88.

Ook de spelling van de plaatsnamen laat te wenschen: waarom nog steeds: Paerdemarkt, Zwin, Ceuveldijk enz, waar redelijkerwijze: Paardenmarkt, Zwijn, Keuveldijk enz. zou moeten staan.

Een verklaring van den naam Scharphout als deze op blz. 22 is natuurlijk onjuist (Zie Biek. t.a.p.).

We moeten ook een paar prachtig gelukte bladzijden vermelden: Uitstapje naar het Zwin (blz. 37), Overzicht van enkele dijkbreuken (blz. 70), Het Zoute (blz 91) e.a.

Op natuurkundig gebied missen we nog steeds een uitgebreid Vlaamsch werk over onze kust: dat heeft Heer Van Steene ook wel gevoeld. Het verwondert ons in de boekenopgave het degelijke Fransche werkje van Verhas: ‘Le long de nos Plages’ niet aan te treffen. Vooral de plaatjes zullen welkom zijn bij de badgasten die vlug den naam van het; zee- strand- en duingedoe willen opzoeken.

Alles samen genomen: een goed werkje. En wanneer Heer Van Steene bij een heruitgave, die we uit ganscher harte wenschen, het werkje hier en daar herzien wil, alsook een paar ongelukkige zegswijzen (b.v. eenvoudige som voor gering bedrag, phosfoorlicht voor glimlicht enz.) verbeteren wil, dan zal het buiten het bereik van alle critiek liggen.

J. De Langhe.

[pagina 320]
[p. 320]

- Vanwege ‘De Sikkel’, Kruishofstraat, 223. te Antwerpen: R Van Roosbroeck. Het Wonderjaar te Antwerpen 1566-67.

Inleiding tot de studie der Godsdienstonlusten te Antwerpen van 1566 tot 1585. - 1930, in-8o, XXVI-527 bl. = Fr. 85.

Een werk dat alle beoefenaars en ernstige liefhebbers van geschiedenis geern en met vrucht zullen lezen. We zeggen lezen: want al steunt het verhaal voortdurend op overvloedige, oordeelkundig aangehaalde boekenschap, op uitgegeven en vele onuitgegeven bescheiden, toch blijft het eene onderhoudende en boeiende lezing die haren aantrekkelijken titel ten volle verrechtveerdigt.

Steller, die hem reeds door de uitgave van een belangrijke kronijk uit dien tijd verdienstelijk maakte (Biekorf 1929, bl. 159-160), streeft er naar en lukt er in het ingewikkelde verloop van 't Wonderjaar te Antwerpen waarlijk te doen herleven: het stadsleven in zijn vollen omvang, het doen en denken van adel, burgerij en volk worden met fijnen speurzin achterhaald en, in hunne voortdurende wendingen, diep-zielkundig ontleed en treffend uitgebeeld.

't Belang van dit werk blijft echter niet beperkt tot de stad Antwerpen alleen. De bloeiende havenstad was 't middelpunt van koophandel en verkeer, en alzoo ook de groote in-en-uit van nieuwe gedachten, leering en beweging: de nieuwgezinden uit al de Nederlandsche gouwen waren in voeling met de ‘Geuzenstad’. En daarom juist had St. wat dieper mogen nazoeken in de uitgegeven geschiedbronnen van die gouwen, en namelijk van Vlaanderen; daaruit had hij sommige zijner inlichtingen kunnen aanvullen en verrijken. Alzoo: nopens de kollekte van het ‘driemillioenrekwest’ in West-Vlaanderen (waarover bl. 239-240) konden uit den documentenbundel van A.C. De Schrevel, Troubles Religieux du XVIe siècle au Quartier de Bruges (Brugge, 1894), bl. 12-13, 19-20, 85-86, 240-44, belangwekkende gegevens benuttigd worden. Nopens de bedrijvigheid van den geuzenkapitein Jan Denys had St. alleszins het Vierde Deel (bl. 80-89) van Ed. De Coussemaker's groot verzamelwerk, Troubles Religieux du XVIe siècle dans la Flandre Maritime 1876), niet mogen onvermeld noch onbenuttigd laten. Wegens de geweldige boekenschap over dien beroerden tijd is zoo'n verzuim niet te ontgaan en alleszins licht te verontschuldigen, te meer omdat het maar een buitenhoekje van den voortreffelijken bouw aanraakt - De uitgave zelf, door ‘De Sikkel’ bezorgd, voldoet ten volle om hare voorname keurigheid.

A. Viaene.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • L. ScharpĂ©

  • Jozef E. de Langhe

  • Antoon Viaene

  • over Renaat Vincke

  • over Gaston van Steene

  • over Rob van Roosbroeck