Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 39 (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 39
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 39Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 39

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.01 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 39

(1933)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Oudheidkundige vondsten te Steendam bij Nieuwpoort.

(Vervolg en slot van bl. 68).

DE ontginning der steenbakkerij van Steendam-bij-Nieuwpoort vordert gestadig in oostelijke richting, en diensvolgens zijn al de verdere ontdekkingen die wij nu geleidelijk zullen opsommen, op een later tijdstip aan het licht gekomen dan degene die wij reeds aangehaald hebben. Zij strekken zich uit over de jaren 1929 tot en met 1932.

Wij hebben reeds gewezen op de wel afgeteekende richting die de steenhoopen volgen d.i. van Z.O. naar N.W. Als zulks enkel aan een toeval dient toegeschreven te worden of als er een duidelijke verklaring tot grondslag dezer vaststelling kan aangebracht worden, zal wellicht later met meer zekerheid kunnen ingezien worden.

Als wij nu die zuid-oostelijke richting ongeveer 400 m. volgen, komen wij aan een hoogst belangwekkend vlek dat in den loop van het jaar 1929 blootgelegd werd, Hier werden, op een stuk grond van ongeveer 50 m.

[pagina 104]
[p. 104]

in de ronde, vijf hutten aangetroffen, afgebakend met stakeplak. Die staken stonden vast in het zand dat op deze plaats, onder de vijf voet klei, deels rostachtig, deels blauwkleurig is. Hoewel ten grooten deele vergaan in dering, behielden zij niettemin, rechtstaande in de kleilagen, hun oorspronkelijken stand, vorm en samenhang. Het was evenwel niet mogelijk uit te maken, (wegens den ver gevorderden staat van afkankering), of men met ronde of vierkante palen, of mogelijks met ruwe afgehakte boomstammen te doen had.

De afmetingen dezer hutten schommelden zoo iets van twee tot drie meter vierkant in de oppervlakte, met nagenoeg een meter doorsnede voor de kleinste.

Rondom deze hutten heeft men de beenderen aangetroffen van zwijnen, konijnen en kiekens en ook enkele scherven van potten.

Alles berustte op het zand onder ongeveer vijf voet klei, terwijl het peil der zandlaag hier nogmaals, na degelijk wetenschappelijk onderzoek, is kunnen vastgesteld worden als zijnde hetzelfde als dit waar de hierboven vermelde steenen en kolen gevonden werden.

Op korten afstand van deze schamele woonsteden uit vroegere tijden, n.l. ongeveer 25 m. noord-oost, is de spade der werklieden naderhand op een groep aardroosters of aardvuren gekomen met menige aschhoopjes daaromtrent. In den onmiddellijken omtrek van deze nieuwe ontblooting werden allerzijds potscherven aangetroffen. Deze scherven lagen er bij de vleet, zoodanig dat de steenbakkers zelf niet aarzelden hun eigen besluitselen te trekken. Zij meenden inderdaad - en de getuigenis blijkt prima facie voldoende gesteund om hun gelijk te geven - dat men een voor-historische pottenfabriek voorhanden heeft, in den aard van degene die in De Panne aan het licht gekomen is.

Deze kleine brokskens pottewerk schijnen bij alle slag en gedaante van potten en teelen thuis gehoord te hebben. Zij mogen grootendeels aan het Vóór-Romeinsche en het Gallo-Romeinsche tijdperk toegeschreven worden.

Dit alles berustte op het zand onder de klei.

[pagina 105]
[p. 105]

Noord-west van die aardvuren werd een mast ontbloot, denkelijk een scheepsmast, ongeveer 25 m. lang op 25 tot 30 cm. doorsneê. Vergaan in dering, bleef hij niettemin duidelijk onderscheidbaar, rustende in de klei op eene diepte van vier voet en amper één voet van den zandvloer verwijderd.

Als wij thans in zuid-oostelijke richting voortgaan, naderen wij de welgekende doeningen die den naam dragen van Allaertshuizen, het vroeger goed der Duinheeren te Koksijde.

Hier werd, onder de klei, een geraamte aangetroffen dat evenwel bij de eerste aanraking tot gruis verviel. Vermoedelijk was het een persoon van jeugdigen leeftijd, want het gebit was ongeschonden volledig en in den besten staat van bewaring.

Al deze ontdekkingen zijn, zelfs afzonderlijk beschouwd, rijk genoeg aan kostbare gegevens om nieuwe stofwolken te doen opvliegen in het wereldje van de oudheidkundige navorschers. In hun geheel beschouwd, zullen zij wellicht sommige duistere vraagstukken uit het verleden opnieuw uit hunne kaders lichten en er de passende wijzigingen en herzieningen die zich kunnen opdringen, aan vastleggen.

Alles wat wij hierboven aangehaald hebben berust in een tamelijk uitgestrekte streep gronds gelegen langs den westkant van de Rommelaerevaart.

Toen de kleidelvers, oostwaarts hun arbeid voortzettende, deze vaart naderden, steeg de kleilaag vrij aanzienlijk. In plaats van ongeveer vijf voet (soms min) dooreen aangetroffen, groeide ze tot vijftien steken (zegge 4 ½ m.) binnen het onmiddellijk bereik (15 m.) van den vermelden waterloop. Ook de kleur der baksteenen veranderde van rood tot geel.

Dit verschijnsel in de nabijheid der waters is niet ongewoon in deze streek. Doch het is wellicht niet zonder belang daarop te wijzen, met het oog op de toestanden die er aanleiding kunnen toe gegeven hebben.

Een ander natuurlijk verschijnsel dat misschien een verder strekkend belang heeft, is het feit dat er

[pagina 106]
[p. 106]

op deze plaatsen rond Steendam een tamelijk wel afgelijnde streep gronds aangetroffen werd, waar de dering ontbrak. Men heeft deze streep destijds afgestaakt naarmate men de klei, oostwaarts gaande, wegnam. Men heeft aldus kunnen vaststellen dat men met een bedding te doen had, die ongeveer 100 m. breed is en waarvan de richting duidelijk van zuid-oost naar noordwest gaat.

Deze bedding, gevuld met zeezand (mogelijks een oude waterloop die reeds zal bestaan hebben gedurende het deringtijdvak) moet ongetwijfeld in beide richtingen voortloopen, eenerzijds naar de Koolhofvaart, anderzijds naar de duinen toe.

Hebben wij er reeds bijzonderen nadruk op gelegd dat de kolen, de steenen en de hutten alle diezelfde Z.O.-N.W. strekking volgen, dan kunnen wij er thans bijvoegen dat, vermits die zandzaat insgelijks aan denzelfden regel blijkt onderworpen te zijn, de vorige ontblootingen van kolen, steenen en hutten schijnen geplaatst te zijn langs den oever van een thans verdwenen waterloop, wiens bedding wij in die zandkom schijnen weer te vinden. De toekomst zal dat alleszins zeer belangwekkend punt eensdaags misschien met meer zekerheid kunnen ophelderen.

Bij het einde van 1931 begon men den grond te ontginnen langs den oostkant van de Rommelaerevaart. De eerste vijftien meter grond langs die oostzijde vertoonden dezelfde, kenmerken als de overkant t.t.z. diepe klei, gele baksteenen.

Reeds merkelijken tijd had men niets meer gevonden en men meende dat het nu bepaald uit was. Doch, pas was men vijftien meter van de vaart afgeweken, en was de klei daar op haar normaal peil van vijf voet gedaald, en waren de roode baksteenen opnieuw te voorschijn gekomen, toen er nieuwe beroering ontstond in het kamp der arbeiders. Hier, op nagenoeg 200 m. van de baan die Nieuwpoort met Veurne verbindt, werden er op de zandlaag onder de klei talrijke scherven van allerhande herkomst aangetroffen.

[pagina 107]
[p. 107]

Onder deze laatste die wij zelf opgeraapt hebben, mogen wij vermelden:

1. - Een groot aantal scherven van ruw afgewerkte potten en teelen, deels effen, deels afgezet met velerlei lijnversieringen en die overeenkomen met soortgelijke voorwerpen destijds in de duinen van De Panne opgeraapt door den Heer Rahir. Zij behooren tot het ijzertijdvak en hun kleur is donkergrijs.

2. - Vele scherven van roode potten afkomstig, uittermate dun, fijn afgewerkt, en denkelijk uit den Gallo-Romeinschen tijd.

3. - Effen of gelijnd Samiaansch pottewerk. Deze scherven waren talrijk aanwezig.

4. - Terra Sigillata of Samiaansch goed met allerhande teekeningen opgesmukt. Een der opgeraapte stukken behelst het voetstuk van een vaas zonder aanduiding van den naam van den maker. Het is niet mogelijk met zekerheid den vorm te onderscheiden daar de vaas te ver afgebroken is, doch men heeft den indruk vaas 29 (Déchelette) herkomstig uit de eerste eeuw, voorhanden te hebben.

Een ander stuk geeft de afbeelding van de godin Diana, met hert en leeuw, en behoort mogelijks tot Nr 37 der rangschikking van Déchelette. Dit brengt ons tot in de tweede eeuw.

5. - Een Romeinsche dakpan en een Romeinsche tegel, beide gebroken doch geheel overeenstemmend met degene die wij bezichtigd hebben in de Romeinsche kampen van Cordbridge, Chesters en Housesteads langs de ‘Roman Wall’ in het Noorden van Engeland, (tweede en derde eeuw).

6. - Een gebroken Romeinsche verwarmingsbuis (wandbuis voor de centrale verwarming) die geheel overeenstemt met deze van de Romeinsche neerzettingen van Bath en York. De groeven op deze buis zijn echter beter en zorgzamer afgewerkt dan de Engelsche. De centrale verwarming met behulp der hypocausten was dus te Steendam in voege.

7. - Een klein brokske, uit klei gebakken in de zon,

[pagina 108]
[p. 108]

van een enge buis, ongeveer 10 mm. doorsneê. De binnenwanden zijn bekleed met een zwart verlak. Mogelijks een waterbuisje.

8. - Een voetstuk en eenige scherven van zwarte, fijngewande bekers met teekeningen die echter niet nader kunnen onderscheiden worden. Die bekers behooren boven allen twijfel tot de groep die wij kennen als Castor-potten (derde eeuw).

Al deze vondsten wijzen dus op een vermoedelijke bewoning vanaf minstens twee of drie honderd jaar vóór Christus tot rond het einde der derde eeuw.

Op ditzelfde vlek werden ook aschhoudende centra bespeurd waarin vergruisde mossel- en oesterschelpen zichtbaar waren. Geheel dit vlek bestreek eene oppervlakte van ongeveer 250 V.M.

Behalve de aschcentra kan geen enkel der ontbloote voorwerpen bepaald of stellig aanzien worden als liggende ‘in situ’, ten ware wij met een koer te doen hadden of een plaats extra muros, die bij eene Villa behoorde en waar men zich van allen afval ontlastte. Anderzijds is het mogelijk dat de scherven uit den omtrek afkomstig zijn, en daar door watergeweld - komende uit het noord-oosten (?) - verspreid werden.

De besproken tegels, dakpannen en buizen, samen met de rijke specimens van Terra Sigillata, bewijzen in elk geval het bestaan, - zooniet ter plaatse zelf, dan toch ergens in de nabijheid - van een Romeinsche doening of Villa.

Indien de overstroomingen en de plunderingen der vierde eeuw zulke Villa tot in haar grondvesten niet hebben ondermijnd (wat niet zou te verwonderen zijn), dan kan er nog kans bestaan dat men verder oostwaarts eensdaags op nieuwe ontblootingen zal terecht komen.

Tot meerdere volledigheid dienen wij hier nog aan toe te voegen, dat de laatstgenoemde plaats langs den oostkant ligt van de reeds besprokene zandkom of m.a.w. langs den rechteroever van de vermoedelijke

[pagina 109]
[p. 109]

oude stroombedding op wier bestaan wij hooger zinspeelden. De steenen, de kolen en de hutten liggen langs den overkant. Tusschen de twee ‘oevers’ werd niets gevonden.

Newcastle-on-Tyne.

R.D.



illustratie
Kinderkes, staat op en eet een ei!
't Is bij de Mei!
't Is Paschen!
Alleluia!
Koeke ende vla!



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken