Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 40 (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 40
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 40Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 40

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.51 MB)

ebook (3.31 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 40

(1934)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Zei-spreuken.

(Zie hierboven bl. 83 en de vorigen.)

W'EN zitten nog op den grond van de stande niet met onze spreuken van ‘Zeggen en Doen’! Hier nog een vracht van te allen kante: we moeten den blok ijdelen om plaatse te maken voor nog vele nieuwe... hoe meer hoe liever!

- Soorte zoekt soorte, zei de bakker, en hij ging op zwier met den mulder.

- Vivan ons! zei de boer, en hij stond alleene in 't koeistal.

- Quatre is vier, zei de boer, en hij bluschte den heerd.

[pagina 148]
[p. 148]

- Nooit geven wat ze vragen, zei de Brusselegge, en ze gaf drie stuivers om twee.

- 't Is genepen! zei de bulte, en hij stak met zijn [bulte]kasse tusschen de deure.

- De deugd in 't midden, zei de duivel, en hij ging tusschen twee begijntjes.

- Amen, zei de koster, en 't lof was uit.

- 't Is allemaal één duivel! zei de kramer, en 't was Ons Heere en Onze Vrouwe dat hij verkochte.

- Ik alleen ben hier baas, zei de man, en hij lag onder 't bedde.

- Elk is dief in zijn eigen stiel, zei pater predikant, en hij stootte tegen zijnen zandlooper.

- Alles is maar een gedacht, zei de philosophe, en hij at mostaard zonder hespe.

- 't Moet een groote kobbe zijn die die nette gemaakt heeft, zei de schipper, en hij keek naar het touwewerk van een oorlogschip.

- Nu gaan we 'ne gank! zei de stroodekker, en hij viel van 't dak.

- De eene liefde is de andere weerd, zei de vrek, en hij gaf een ei om een osse.

- Nu gaan we ons een keer deugd doen, zei 't wijf, en ze aten een ei met tween.

- Ik ben voor geen ijdelheid, zei Cissen, en hij voelde dat zijn beurze ijle was.

- 't Is al de moeite weerd, zei Gusten, en hij ging voor vijf minuten slapen.

- Wat is een pense toch goed, zei Jan, en hij at er twee.

- 't Is gedaan, zei Janus, en hij nagelde zijn wijf in de kas.

- 't Is gedaan met snuiten, zei Ko, en hij trok zijn neuze uit.

- Quatre is vier, zei Loncke, en hij sloot zijn wijf met drie kiekens in 't hennekot.

- Iedereen zijn goeste, zei Lucas, en hij at nen haring met sirope.

- Een goe' gedacht is alles, zei Miejef, en ze warmde heur aan een koude stove.

[pagina 149]
[p. 149]

- Aai mijn herte, zei Polfliet, en hij tastte aan zijn gat.

- Nu of nooit, zei Sarelouis, en hij beet in den koeke tot over zijn ooren.

- Die over geen bruggen en gaat, zal van de brugge in 't water niet vallen, zei Theophiel, en hij dweersde den stroom te voete.

- Alles moet rusten, zei Tijl, en hij lei 's avonds den slinger stil in d'horlogiekasse.

- Einde goed, alles goed, zei Tist, en ik zei 't mee.

- Koken moet kosten, zei Treze, en ze deed twee keeren (?) beuter in de soepe.

- Alles met mate, zei Wis, en hij sloeg zijn wijf met de elle.

- 'k Wilde dat ik thuis was! zei de vos, en hij zat met zijn steert in 't ijzer.

- 'k En wille die magere kiekens niet, zei de vos, en hij kon niet binnen in 't hennekot.

En voor den opsluit van onze zantinge, een paar zei-spreuken die rijmen:

 
- Om te beginnen,
 
zei de vos tegen d'hinnen,
 
en hij sloeg er zeven binnen.
 
- Overal gekend, zei 't ding,
 
en 't heette Kwâ-penning.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken