Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 41 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 41
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 41Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 41

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.18 MB)

ebook (4.08 MB)

XML (0.65 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 41

(1935)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Mengelmaren

Slooiperen.

De naam ‘Slooiperen’ uit Fransch-Vlaanderen waarvan hierboven bl. 88 sprake is, hoort gewis samen met ons Wvl. (De Bo) slooi, sliereslooi ‘slappe drank of spijs’ bij Mndl. slooven ‘sle(e)pen, slieren, sleuren’ (sloove ‘sleep van

[pagina 111]
[p. 111]

een kleed’) en frequentatief sloyeren, sluveren ‘traag zijn’ (uit ‘langzaam slieren, slepen’), verwant met sluw (uit ‘scheef afglijdend’), verder slim (uit zelfde beteekenis), sluipen, slepen, sleeuw, sloor, sleuren, slieren, sledderen enz. uit slu-, sle- ‘glijden’.

Peren Slooien is dan ‘slap of zachtglijdend maken’ (door 't stoven).

J.D.W.

Zei-spreuken. - Zie hierboven bl. 16 en de vorigen.

- Dat is een ander graan, zei de meulenare, en hij beet op een rattekuttel.

- Liefde is liefde, zei 't wijf, en ze kuste heur kalveke.

- 'k Zou het wel meugen al peizen, zei de karton (boever) en hij reed in den dijk.

- Tot daar, zei Bertje Noose, en hij bolde halfwege. Zie La Flandre VIII, 201; X, 240.

- Hum! zei Schroo,
'k eten zoo geern en 'k werken zoo noo!

- 't En kan niet al gepast zijn, zei Pottendèten, en hij sch... op den bril. Lendelede. - Pottendèten (è: uitspr. als ai in fr. faire) was een gekende volkstype aldaar overleden in '34.

- We staan op een keerpunt, zei de boer, en hij zat op 't snok van zijn driewielkarre. Oostende.

Een sterke smoorder.

Van een die smoort dat 't grijm aan zijn neuze hangt:

- Kijkt hem doen: hij trekt aan zijn pijpe dat er gaten in zijn kaken komen.

- Ja, hij trekt dat er putten in zijn kaken staan. 't Zijn lijk spuigbakken. Poperinghe.

Een Rijkaard.

- Die vent heeft vele, zulle.

- Ja' hij, j'heeft vele: dat hij zijn vinger in zijn hol steekt en in al dat erin zit, en 't is al 't zijne! Belleghem.

Anders zeggen ze nog:

- Den dien' heeft ze t'hoope!

- Ja' hij, in zijnen nekke. Heule.

Zantekoorn.

- Trouwen en goed trouwen op eenen dag is een groot peil. Iseghem.

- Als iedereen voor zijn deure vaagt, zal de strate schoone zijn. D.i. ‘elk zijn kot en zijn affairens’. Roeselare.

- G'en kunt het niet al hên (hebben): droge voeten en water

[pagina 112]
[p. 112]

in je schoên! Roeselare. Vgl. G'en kunt het niet al hên: veel beuter en een vette maarte.

- Is 't didde niet, 't is dat:

een buile ofwel een gat. Coolkerke.

- Jongens die bloemen dragen
moog-je kussen zonder vragen. Moerbeke. O.-Vl.

- Loopen en verkoopen 'n gaat niet tegare! d.i. veel dretsen en draven 'n baat niet in 't winkel houden.

Wynendale.

- 't Is best da'me kinders van Ons Heere zijn! t.t.z. bevoorrechte menschen. Gits.

- En hêt (hij heeft) Onze Vrouwe 'ezien door ê peerlare. Hij ziet scheel. Poperinghe.

- 'ên (hij) is in m'n herte 'esloten
lijk 't water door e'mande 'egoten!

Om te zeggen dat men erniet veel van houdt. Geh. Poperinghe.

- Pier was 'nen eersten in 't werk: hij draaide op een taljoore. D.i. rap zijn, zeere werken. Houttave.

- Jan is altijd dweers in den zak: averechts, tegenstrijdig. Jabbeke.

Zandeters

Zoo noemen ze te Oostende de menschen die, 's Zondags vooral, hun tenten in de duinen opslaan en eten uit de valieze, enja... ‘Zandeters komen er genoeg, maar daarmee en daarnevens blijven d'hotels ijle staan!’

F.P.

Voetelinge.

d.i. de vagelinge van den dorschvloer.

- 'k Heb de voetelinge in de lane uitgesturt. Vlisseghem.

A.V.W.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken