Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 42 (1936)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 42
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 42Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 42

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.53 MB)

ebook (4.49 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 42

(1936)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Spreekwoorden.

Tegen den oven gapen (iets onmogelijks willen verrichten).

Het sluit als een tange op een verken (past kwalijk).

Tusschen twee stoelen in d'asschen zitten (in verlegenheid zitten).

Met twee monden spreken (onoprecht zijn).

Den paling bij den steert houden (onzeker zijn van iets).

Den hond in den hutsepot vinden (te laat komen, als de hond al den pot uitlekt; van anderen onderkropen worden).

Den duivel een keersken hechten (de boozen zoeken te behagen).

De katte de belle aanhangen (den eersten stap doen tot een gevaarlijke onderneming).

De huike naar den wind hangen (zich schikken naar de omstandigheden).

Het zijn twee zotten in éénen kaproen (ze komen goed overeen; vgl. Biek. 1933, bl. 285).

Op 't hennen-ei zien, en 't ganzen-ei laten varen (het groot profijt voor een kleintje verkoopen, onwijs handelen).

Van 't een brood tot 't ander niet kunnen geraken (in de krot zitten).

Vuur dragen in d'een hand en water in d'andere (zelf altijd twist uitlokken en dan haastig weer vrede willen sluiten).

[pagina 135]
[p. 135]

Rokken dat een ander spinnen moet (door zijn schuld een ander doen lijden).

De zeug gaat met den tap loopen (waar alles verwaarloosd wordt).

Waar den tuin leegst is, daar gaat men over (de meerdere vertrapt den minderen man) = De groote visschen eten de kleine.

't En zijn niet al koks die lange messen dragen (schijn bedriegt).

De woorden en vullen den zak niet (geen woorden maar daden zijn er noodig).

Brillen van alle gezichten verkoopen (de huike naar den wind hangen).

't Een mes houdt het andere in de scheê (men zwicht dengene die zelf op z'n hoede is).

Arm muizeke dat maar één hol en heeft ('t is goed van twee pezen op uw boog te hebben).

Dat is de bruid waar men om danst (daar ligt de knoop van de zaak).

De eene scheert de schapen en de andere de verkens (de menschen zijn verschillend van aanleg, de eene heeft meer geluk dan de andere).

't Is hierom en daarom dat de ganzen barvoets gaan (ge kunt de reden zelf achterhalen).

Den haring om de roche braden (een bliekske werpen om een snoek te vangen).

Een goed peerd is zijn haver weerd.

Men vond nooit leelijk lief (liefde is blind).

Het verken in den ketel jagen (alles tot eigen bate trekken).

Te zeere snuiten doet bloeden (men moet nuttelooze strengheid vermijden): Waar een draaike genoeg is, waartoe de koorden?

Hij heeft altijd ei of jong (heeft altijd iets in den zin, broedt steeds nieuwe plannen).

Die 's noens opstaat, 'n slaapt heel den dag niet (beter laat dan nooit).

Met andermans sleppen in d'asschen zitten (achterklap vertellen).

[pagina 136]
[p. 136]

Nature trekt meer dan zeven peerden.

Dat is de luis in de pels steken (zijn eigen ongeluk en tegenspoed verwekken) = Dat is de kat in den kelder kweeken.

Den pap om een ei bederven (onbezonnen behendigheid) = Behendigheid beschijt wijsheid.

- Uit een zeldzaam boekje: Lot van Wijsheid ende Goed Geluck van P. Jan David (Donaes Idinau), uitgegeven te Antwerpen, in de Plantijnsche Drukkerij, bij Jan Moerentorf, 1606.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken