Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 44 (1938)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 44
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 44Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 44

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.24 MB)

ebook (4.10 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 44

(1938)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

En waar de sterre bleef stille staan...

 
O sterre, o sterre,
 
ge moet er zoo stille niet staan.
 
ja we moeten naar Bethlehem gaan
 
van Bethlehem naar eene stal
 
waar dat Maria m'haar kindeke zat.
 
We hebben gezongen, we hebben hier g'had
 
schrijf dat hier op een leliablad
 
een leliablad op een ingelenziel
 
daarom loopen we hier.

Zoo hoorde ik dat liedje zingen, 't is een paar jaar geleden. De manier hoe ik er aan geraakte is eigenaardiger dan het liedje zelf!

Op Kerstdag kwamen hier drie ‘snotneuzen’ uit een kunstekot met een sterre rond. Ze zongen hun liedje op een raar toontje, ze steunden wel op hier en zeiden dat ze 't nog eens zouden zingen als ze iets kregen. Dat ‘leliablad’ was ook wel ongewoon.

'k Ben dan 's anderendaags naar dat kunstekot geweest, een heel kleine wagen, waar er maar één stoel, een tafel, een stoof en een koffer stond. 'k Moest me zetten op den koffer, en heel 't nest jongens kwam rond me staan: ze waren met zeven kinders. De vrouw was heel tevreden van me te zien, zei ze; de vent, een bultenaar, was niet thuis. Dan hebben die jongens daar gezongen dat 't wagentje daverde. Ze stonden daar allemaal in hun sleppe ('t was te zessen 's avonds) te zuigen aan de spekken die ik meegebracht had. Dan moesten ze van hun moeder bidden voor ze naar bed gingen; ze konden maar den Weesgegroet en Onzevader, en dan nog een deel aanroepingen, bijzonder tot den armen broeder Franciscus. En dan moesten ze gaan slapen. De oudste dicteerde me dan nog de woorden van hun liedje... zooals ze hierboven staan.

Wat zijn er toch rare dutsen van menschen op de wereld.

P.V. Loo.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken