Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 51 (1950)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 51
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 51Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 51

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.93 MB)

Scans (12.03 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 51

(1950)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 121]
[p. 121]

[Nummer 6]

Gezelle en het Engels College

NA zijn verwijdering uit de poësisklas in September 1859 kwam bij Gezelle de drang naar, Engeland op, sterker dan ooit te voren. Dààr lag zijn roeping, zo meende hij, daar zou hij onbelemmerd zijn volle maat als leraar en leidsman kunnen geven. Als vakleraar nu, leraar van moderne talen, kon hij de traditionele gang van de Roeselaarse humaniora niet rechtstreeks meer storen. Wel behield hij de leiding van de Engelse leerlingen, doch zijn laatste ‘kinderen’ van de ‘vrije vlaamsche poësis’ waren nu laatstejaars - en een nieuw leraar leidde de aankomende poëten langs de veilige paden van classieke regelmaat en beproefde methode.

Sedert jaren onderhield Gezelle een uitweg naar Engeland langs twee bisdommen tegelijk: Southwark (Londen) en Salford (Manchester), Hij durfde echter Mgr Malou niet rechtstreeks om een exeat aanspreken: Vader Gezelle had, in April 1855, heftig genoeg de les gespeld aan zijn zoon die, pas benoemd te Roe-

[pagina 122]
[p. 122]

selare, zich onvoorzichtig liet aantrekken door de secretaris en grootvicaris van het bisdom Salford. Deze laatste was niemand minder dan Pieter Benoit van Kuurne, de eerste Vlaming die na de Katholieke Emancipatie door toedoen van professor (de latere bisschop) Faict naar de Engelse Missie getrokken was en de stichting van een Klein Seminarie in zijn bisdom voorbereidde.Ga naar voetnoot(1)

Bleef Gezelle tien en meer jaar hunkeren en dralen in het zicht van het vermeende land zijner roeping, in zijn laatste Roeselaarse jaar heeft hij overtuigd en beslist gewerkt om er te mogen binnengaan. In de herfst van 1859 - bij het begin van het nieuwe schooljaar - deed hij de grote stap waarvan zijn vader hem vier jaar te voren had afgeschrikt: hij richtte aan Mgr Malou een rechtstreekse en dringende bede om naar de Engelse Missie te mogen overgaan. Het antwoord bleef uit.

Gezelle vervolgde daarop de zijdelingse weg. Met Nieuwjaar 1860 deelde hij zijn wens mede aan de Salfordse grootvicaris die zonder verwijl, namens zijn bisschop Mgr Turner, een aanvraag in dien zin richtte aan de bisschop van Brugge. Mgr Malou verklaarde zich bereid Gezelle te laten gaan, echter niet vóór het einde van het schooljaar.Ga naar voetnoot(2)

De Salfordse grootvicaris, die jaarlijks zijn vacantie alhier kwam doorbrengen, had in Juli 1860, onmiddellijk voor zijn afvaart uit Oostende, een persoonlijk onderhoud te Brugge met Mgr Malou. Gezelle, ongeduldig om de uitslag van de bespreking te kennen, zond hem een dringend briefje achterna. Het antwoord (27 Juli) van grootvicaris Benoit was: uw bisschop is en blijft bereid u naar Salford te laten komen; hij be-

[pagina 123]
[p. 123]

grijpt uwe tegenwoordige drukkende positie te Roeselare en de onmogelijkheid om, dit jaar ten minste, iets voor de Engelsen te Brugge te ondernemen; hij zal echter zijn beslissend antwoord eerst gedurende de aanstaande vacantie geven om de zaken te Roeselare niet nodeloos te verwarren; gij (Gezelle) moet dan in de eerste verlofdagen (met Halfoogst) de bisschop spreken en zonder uitstel naar Salford komen, hopelijk met Dr. Algar.Ga naar voetnoot(1)

Voor de ijverige grootvicaris van Salford was, begin Augustus 1860, de aankomst van het Roeselaars tweemanschap Gezelle-Algar alleen nog een kwestie van dagen.

 

Gezelle ging in de eerste dagen van Augustus zijn vertrouwensman grootvicaris Faict te Brugge raadplegen: Gij weet het, 'k ben tenden te Roeselare, laat mij naar Engeland gaan, naar Salford om met Benoit een Klein Seminarie op te richten?

Faict kende zeer goed Benoit en Gezelle, en was beide zeer genegen. En ook hun werk: immers, een der allereersten had hij de werking voor de Engelse Missie alhier gesteund en bevorderd. Faict wist ook best hoe het te Roeselare stond, hoe Gezelle er voorts zijn eigen wegen ging, leefde en werkte zo goed als buiten het leraarskorps; Gezelle's beste vriend was toch de vriend en beschermeling van Faict zelf, de Engelse bekeerling Dr. Algar, sedert 1850 taalleraar in het Klein Seminarie.

Waar Mgr Malou zich geneigd toonde om de onbehoedzame Roeselaarse leraar los te laten, was Faict wel besloten hem nooit te laten gaan. Te Roeselare standhouden, zo was zijn besluit, daar is uw plaats - en hij gaf aan zijn opgebeurd zorgenkind de felle spreuk mee ‘la résistance provoque l'énergie’ samen met een inschrijving op een dichtbundel die Karel de Gheldere, dadelijk na zijn rhetorica, zou uitgeven.

[pagina 124]
[p. 124]

Toen Gezelle, bij zijn terugkomst te Roeselare zijn geliefde leerling opzocht om hem het blijde nieuws van deze inschrijving mede te delen, vernam hij dat superior Vanhove ondertussen aan het vlijtige muzenkind van Torhout de raad had gegeven met de uitgave van zijn gedichten te wachten totdat hij 35 jaar was! ‘Toen ik jong was, had de Superior gezegd, werd ik ook door anderen aangespoord om mijn verzen uit te geven en ik dank de Heer dat ik dat niet heb gedaan’.

Gezelle ging om troost bij Dr. Algar en bij kanunnik Faict. De vertrouwelijke Engelse brief aan de Brugse grootvicaris gericht, is een litanie van aanklachten tegen zijn Superior ‘die hem achterbaks tegenwerkt en kost wat kost uit Roeselare wil verwijderen’.

Superior Vanhove was, bij zijn aanstelling in 1859, inderdaad onvoorzichtig geweest tegenover Gezelle: ‘Gij hebt een bijzondere zending te vervullen, had hij hem gezegd, gij zijt een gave Gods die ik zolang mogelijk zal behouden’. Deze woorden hadden de priester-dichter gestijfd in die ‘doem der oorspronkelijkheid’ die hem reeds zoveel leed gebracht had. Hij zelf besefte niet wat er met hem verkeerd liep: ‘Ik voel dat ik langs mijn taallessen om, een goede invloed heb op de jongens. Ik ben de enige vertegenwoordiger van katholieke letterkunde.Ga naar voetnoot(1) En achter mijn rug laat men horen dat de letterkunde door mijn schuld naar de dieperik gaat en dat ik zo maar van alles devotie maak.Ga naar voetnoot(2) Moet ik hier blijven, om Gods wil dan’.Ga naar voetnoot(3)

[pagina 125]
[p. 125]

Deze brief aan de grootvicaris was pas verzonden, toen Gezelle een dringend schrijven van Benoit uit Salford ontving (8 Aug.): Mgr Turner wacht op u om de benoemingen hier te doen; laat uw persoonlijk besluit kennen, Mgr Malou zal u zonder twijfel laten komen, zo gij het hem nu vraagt; kom dan zo snel mogelijk na O.L. Vrouwdag! En de ijverige grootvicaris beschrijft duidelijk de toekomstige positie van Gezelle: eerst een korte stage bij hem in het bisschopshuis te Salford om dan mede te werken aan de oprichting van het college of Klein Seminarie van Salford dat tegen de volgende zomer zou moeten op dreef zijn.Ga naar voetnoot(1)

Op dat eigen uur werd Gezelle geroepen om samen met Dr. Algar, een Engels College op te richten.... te Brugge.

 

Grootvicaris Faict had een gelukkige combinatie gevonden om Gezelle's Engelse verzuchtingen tegemoet te komen en hem eervol uit Roeselare te verwijderen: Gezelle en Dr. Algar zouden hun Engelse sectie overbrengen naar Brugge als kern van een zelfstandig ‘Engels College’. Gezelle zou tevens als professor in de wijsbegeerte aan het Engels Seminarie gehecht zijn.

De beslissing moet snel genomen geweest zijn. Kanunnik Dessein, rector van het Engels Seminarie, meende rond Halfoogst een heel ‘vertrouwelijk’ nieuws aan Gezelle te moeten mededelen: ik ken uw ijver voor Engeland en voor ons Seminarie, zo schrijft hij, en uw aanstaande benoeming zal u gelukkig maken.Ga naar voetnoot(2) Gezelle wist meer en beter, hij correspondeerde rechtstreeks met Faict. Een brief van hem aan de grootvicaris, gedateerd van 14 Aug., bespreekt de modaliteiten

[pagina 126]
[p. 126]

van de inrichting van het nieuw college: Geef mij Dr. Algar en een passend huis - en de onderneming moet slagen, zegt Gezelle, vooral met een schoolgeld dat 100 fr. lager is dan te Roeselare.Ga naar voetnoot(1)

Rond 20 Augustus is de zaak beredderd. Dr. Algar echter, in een brief aan Gezelle (uit Roeselare 22 Aug.) verzoekt hem wel bekend te maken dat hij de positie in het Engels College te Brugge slechts voorwaardelijk heeft aanvaard ‘and that you and I shall both go to England if we cannot establish the new College exactly on the footing which we wish’.

Dr. Algar was een stijlvolle Oxford-man, opgeyoed in de geest van Dr. Arnold die, vanuit Rugby College, de geest van talrijke Public Schools had vernieuwd. Door hem had Gezelle de nieuwe Engelse pedagogiek theoretisch en practisch leren kennen. Faict kende zijn pappenheimers en gaf hun gaarne een kans om het plan van het ideaal college dat zij op zak hadden, zelfstandig uit te werken. Alleen heeft hij er op aangedrongen, dat zij ook Vlamingen - liefst uit andere bisdommen - zouden recruteren.

Gezelle zette ijverig de propaganda voor het nieuw college in. Brief op brief ging naar Poeke om Hendrik Van Doorne los te krijgen. Da brief van 31 Aug. is het enig ‘prospectus’ van de stichting dat wij bezitten. ‘Gij moet weten - schrijft Gezelle - dat ik en Mr. Algar hier voor goed te Brugge zyn en dat wy gaen een gesticht houden voor Vlamingen Engelschen Duitschen en voor alle staeten en bedieningen, om kloeke ware studiën te doen en waerlyk kloeke en christelyke jongens te kweeken. By my en Mr. Algar zullen ze in de kost zyn, klasse te St. Louis in 't Kollegie, bezondere hulpe en lessen van Engelsch Vlaemsch etc. ge weet wel, by ons in de familie, gelyk thuis; van de wereld niets; in 't geheele geen de minste dwang van vocatie: vryheid!......’Ga naar voetnoot(2)

Gezelle's uitverkorenen, Karel de Gheldere en Gustave

[pagina 127]
[p. 127]

Verriest, die nu Roeselare voor Leuven verlieten, waren met de Meester afgesproken zich, na een jaar of twee taalstudie, als lekeleraars te Manchester bij hem te vervoegen. Een woord van hem was genoeg om hen voor het Engels College van Brugge te winnen. De anglomanie van Gezelle vierde in deze dagen hoogtij: in zijn college ‘zouden de Vlamingen de weldaden van een Engelse opvoeding genieten, zo schrijft hij aan Verriest, en alles zou er op zijn Engels zijn’.Ga naar voetnoot(1)

 

De instelling was een kostschool naar Engels model, met inwonende masters: Algar en Gezelle. Men betrok het ruim herenhuis in de Wijnzakstraat Al, palende aan de St. Jansplaats. De leerlingen volgden de lessen in St. Louis (tegenwoordig Hemelsdale) op de St. Jansplaats, op enkele stappen van hun college.

De naam zelf van de stichting is onvast geweest. Gezelle stelt boven zijn brieven: nu eens Engelsch Kollegie - English College, dan weer English little Seminary - Kleen Engelsch Seminarie. Grootvicaris Benoit noemt het huis een Engels Petit Séminaire, elders weer de ‘English branche of the College of St. Louis’. Prof. Huys vraagt aan Gezelle zelf hoe het gaat met ‘le Collège de M. Algar’.Ga naar voetnoot(2)

Het College heeft nooit meer dan een dozijn leerlingen ingeschreven, waaronder een viertal Vlamingen. Men begon in October, en met Pasen was de zaak geliquideerd. Dr. Algar noemde later nog zijn verblijf te Brugge ‘that long nightmare of six months’. Het was er een hel geweest van wanorde en onenigheid, vooral tussen Engelsen en Vlamingen. ‘Droom ik van een nieuwe proefneming met Drusen en Maronieten, schreef Algar ironiserend aan Gezelle, dan schijnen mij toch twee elementen van ons Brugs avontuur onmisbaar: de goede meid Rosalie en Vader Gezelle die ons regelmatig een provisie appelen bezorgd heeft’.Ga naar voetnoot(3)

[pagina 128]
[p. 128]

Gezelle zelf had reeds in Februari van het College afscheid genomen - om de onder-rector van het Engels Seminarie, Dr. Leadbitter, ad interim te vervangen. Het schijnt hem een ware ontlasting geweest te zijn; in een brief aan van Oye horen we zijn eigen indruk: ‘Ik ben van 't zoogezeid Collegie af om alleen aan 't Seminarie toe te behoren’.Ga naar voetnoot(1)

Dr. Algar hernam na Pasen zijn leraarsambt te Roeselare. Even intiem met Gezelle als vroeger, betreurde hij in zijn brieven van 1861 telkens weer de afwezigheid van zijn goede vriendGa naar voetnoot(2). Gezelle was intusssen reeds meer aan Brugge gebonden dan Dr. Algar vermoedde.

 

De geschiedenis van het Engels College is de geschiedenis van een mislukking. Voor de levensbeschrijving van Gezelle is deze episode echter van betekenis.

De feiten leren inderdaad dat niemand anders dan grootvicaris Faict in 1860 Gezelle van de Engelse Missie heeft afgehouden en voor Vlaanderen behouden. Enkele dagen vóór de beslissing van Mgr Malou, die Gezelle aan het Klein Seminarie van Manchester (Salford) wilde afstaan, is de zakelijke oud-superior met zijn eigen oplossing voor den dag gekomen. Het Engels College te Brugge, afscheiding van het Roeselaars Seminarie, was de losprijs waarmede hij Gezelle uit zijn drang naar Engeland heeft bevrijd. Faict haalde Gezelle over naar het enig Engels schoolmidden van Westvlaanderen: het Seminarium Anglo Belgicum te Brugge. Hier verkreeg de Dichter, nevens het professoraat in de wijsbegeerte, een werkkring naar zijn droom, een kostschool voor jongeren, waar hij als opvoeder, buiten het kader van de Vlaamse colleges, zijn eigen ‘Engelse’ weg mocht gaan.

Dit Brugs experiment laat van terzijde licht invallen op het pedagogisch conflict te Roeselare. Gezelle kon

[pagina 129]
[p. 129]

niet alleen het Engels zo goed als zijn moedertaal: hij onderging de bekoring van het Victoriaanse Engeland. Hij ‘volgde’ Engeland in de boeken en bladen van zijn veelbelezen collega en vriend Dr Algar.Ga naar voetnoot(1) De Engelse wereld, tastbaar in Algar en de Engelse jongens, openbaarde hem een levensstijl en omgangsvormen die zijn huiskring en zijn schooltijd hem hadden onthouden. Alles achtte hij best ‘in the english way’. Door Dr Algar was hij ook ingewijd in de pedagogische hervormingen van Rugby en Oxford, en meende zonder voorbehoud de Engelse voorhoede-pedagogiek van Dr Arnold in zijn Roeselaars midden te mogen nadoen. Ook hier zou de school als een familie zijn, ‘alles gelijk thuis’; het vertrouwen vervangt voortaan de bewaking; de oudere leerlingen hebben gezag en verantwoordelijkheid tegenover de jongere; het programma wordt uit zijn enge grieks-latijnse sleur geheven en verbreed op het gebied van moedertaal en moderne talen.Ga naar voetnoot(2) En deze moderne Engelse opvoeding, bezield door een vernieuwde christelijke geest, zou leiden naar een nieuwe christelijke kunst en een eigen Vlaamse Dichtschool; - en dat alles gericht op het grote ideaal: Engeland bekeren om de wereld te bekeren. En Roeselare: de Engels-Vlaamse kweekschool, het missieseminarie voor deze wereldverovering....

Het onvermijdelijke gebeurde. Met heilige overtuiging doordrijvend, geraakte Gezelle met zijn zwerm Engelse en Vlaamse jongens weldra los uit het verband van een instelling die naar het model van het Franse Petit Séminaire was opgevat. En de wanorde

[pagina 130]
[p. 130]

van zijn opvoedingsmanier werd door zijn collega's, niet altijd zonder leedvermaak, tegen de methode van zijn taallessen en de oorspronkelijkheid van zijn dichtkunst uitgespeeld. Ten slotte was zijn positie te Roeselare onhoudbaar geworden. Toen heeft Gezelle naar de collegestichting van Manchester uitgezien....

 

De overgang van Gezelle van Roeselare naar Brugge was ingewerkt in de literaire legende lang voordat iemand de ware toedracht van de zaak had blootgelegd. De projectie van het zgn. dertigjarig zwijgen van de Dichter vond juist in de verwijdering uit Roeselare haar dramatisch terminus a quo. Na zijn dood hebben voordracht, essay en polemiek Gezelle's mislukking te Roeselare in bloed en tranen gedoopt, en de mythe van zijn gebrokenheid de wereld omgedragen.Ga naar voetnoot(1)

In het licht van de legende heeft Caesar Gezelle in 1918 een uitspraak van zijn oom geheel willekeurig in verband gebracht met de overplaatsing uit Roeselare. Dr Algar zou namelijk geschreven hebben dat Gezelle uit Roeselare wegging als een verstoteling, gebroken en verloren: ‘looking on himself as a castaway, broken and lost’.Ga naar voetnoot(2) Gezelle heeft feitelijk zelf dat woord geschreven in een intieme brief aan Dr Algar, en wel in Mei 1863, als onder-rector van het Engels Seminarie.Ga naar voetnoot(3) Hij was alsdan in zijn derde jaar te Brugge werkzaam. Een voor een zag hij daar zijn oudleerlingen van Roeselare uit zijn Seminarie naar de Engelse Missie weggaan; weldra zou Bruno Desplenter, die dat jaar te Rome studeerde, in het Klein Seminarie van grootvicaris Benoit te Salford de plaats gaan innemen die drie jaar vroeger voor hemzelf bestemd wasGa naar voetnoot(4). Niet op Roeselare slaat de weemoed van dat

[pagina 131]
[p. 131]

woord van 1863, maar op Engeland, het land van zijn gedroomde ‘vocatie’ die - hij besefte het nu - niet meer in vervulling zou gaan. Hij stond ‘in het midden van de weg zijns levens’ en bleef achter hier te Brugge, verloren voor Engeland, behouden voor Vlaanderen, tot zijn leedwezen - en tot zegen en roem van zijn volk.

A. Viaene

Bijlagen

I
[Grootvicaris Benoit aan Gezelle]

Bishop's House, Salford. July 27/60.

Dear Mr Gezelle,

I had to wait in Bruges a day later than expected in order to see Dr Malou, and have had to hurry as fast as possible afterward in order to reach home in time for my missionary duties; and now that I am quietly settling down I am glad to receive your kind note by which you remind me of my promise of writing to you after my interview with the Bishop of Bruges.

I proposed to His Lordship your conscientious scruples which keep you from urging your request to come to the English missions; and on the other hand I spoke of course of the great want of priests here, and the great good you would probably do among us when we once get our Petit Seminaire agoing.

Well, the good Bishop is quite disposed to give you permission to come to us (His Lordship easily understands that your being partly engaged with Dr Grant will be settled without difficulty between Dr Grant and our Bishop who are on the most intimate terms). He feels your present harassing position, and the impossibility of doing anything, this year at least, for the English in Bruges. However his Lordschip will only give his final answer during the ensuing holidays, in order not to unsettle things at Roulers more than necessary. If then, you have not yet done it, you must see the Bishop at the commencement of the holidays, and come as soon as ever you can......

Please give my kind regards to Mr. Algar, and tell him that I still hope that he will be your collaborateur in the great work of evangelizing that part of England which gives at present the tone to the whole country by its gigantic trading.

Yours truly in Ch.P. Benoit

[pagina 132]
[p. 132]

II
[Grootvicaris Benoit aan Gezelle]

Bishop's House, Salford

Aug. 8/60.

 

My dear Mr. Gezelle,

 

Our good Bishop has asked me repeatedly when we may expect you here. Of course you cannot tell us, because Mgr Malou makes his arrangements only during the holidays. However, as Dr Turner [de bisschop van Salford] is kept from making any arrangements or changes, which are to be made now, until we know something more positive, be kind enough to drop me a few words in receipt on this, to say whether you are determined to do what I suggested in my last letter viz. to see Dr Malou at the vacation time, or better perhaps at the distribution of prizes of Roulers, to tell him of your wish and ask him to be allowed to come forthwith.

Your position will be this: you will be with us, in order to work with me and my colleagues in our mission or parish; after two or three months you will probably be asked to go a few times in the week to the Institute to render yourself useful then, until, Deo dante, next summer the Institute is raised to a more important position of usefulness for the Church and for our laity.

Please urge on the Bishop to be allowed to come over immediately after Lady-day, as it will enable our good Bishop to make some arrangements which should be made at once.

Every circumstance both at Roulers and here seems to say that it is God's will that you should come and labour, according to the measure of your abilities, for a country to which we as Flemings are so deeply indebted, and which, under God's blessings is destined to become again, as it was in the 6th and 7th century, the means of converting the Pagan world.

So please to send me a few words by return of post about your intentions.

To know your intention as to what you intend to do, is enough. For it is perfectly certain that Mgr Malou will grant you permission to come over.

 

Yours truly in Christ

P. Benoit

[pagina 133]
[p. 133]

III
[Gezelle aan grootvicaris Faict]

Roulers vig. Assumpt. [1860]

Monsieur le grand vic[aire],

Je crois devoir vous écrire avant que vous ayiez une conférence avec Mr Algar, que je suis sûr qu'avec 2 mots de ma part j'aurais 2 élèves ou 3 ou 4 même du diocèse de Gand actuellement ici et qui quitteraient à cause des 600 frs. lls sont fort bons étudiants et il y en a encore qui [iraient?] certainement avec moi. Pour peu qu'il y aurait une maison un peu convenable il y aurait moyen de faire marcher les choses admirablement, je pense, mais Mr Algar est indis pensable, il n'a qu'une objection c'est qu'il ne pourrait pas vivre à Bruges. Soyez sûr que l'élément flamand ne ferait pas défaut, j'ose tout à fait en répondre. Dans le cas qu'on s'arrête à la décision actuelle, si nous devons venir, qu'on nous mette ensemble, les classes au collège, tout le reste chez Mr Algar et moi. Impossible de ne pas réussir, la pension [étantl plus basse qu'ici.

Yours truly in Xo

Guido Gezelle

 

Puis après un an Karel de Gheldere est à notre disposition, plus tôt encore s'il le faut, j'ai sa parole, il est jeune et peut durer longtemsGa naar voetnoot(1).

IV
[Gustave Verriest aan Gezelle]

Deerlijk Tuesday (Sept. 1860)

..... What you told me about our professorship at Bruges pleased me extremely, I do not wish any thing more, than to become professor in an institute, of which you and Master Algar would have the direction.

[pagina 134]
[p. 134]

I do not understand clearly what you mean by your last phrase ‘if you know of any flemings who wish to enjoy the benefits of English education the price will be for those that can pay 500 fr. a year and every thing in the english way.’

V
[Dr Algar aan Gezelle]

Roeselare 4 Mei 1861:

‘...... You will do of course a great deal of good at Bruges; but after all your place was here, if you had been able to pull together with others. However no doubt Providence has arranged all for the best..... I miss you very much and as I said before I cannot help thinking, that Roulers was your place, - but still others do not see it thus, and if I were you, I would not come over here. ‘Wait a wee’ and all will be straight......’

Roeselare 27 Mei 1861:

‘........ It was a great pity that you could not manage to work with others here, as you might have done so much good: for Roulers, in that case, would evidently be your place. I cannot think that the English Seminary is so, notwithstanding all the services which you render there. However I will write no more on that matter.......’

Roeselare 10 Mei 1863.

[Algar vraagt boeken terug; hij zal Le Beffroi van Weale, op Gezelle's verzoek, bekend maken]......

I do not think that you are right in looking on yourself as a castaway ‘broken and lost’. I assure you that the English Seminarists think very differently: those who were here during the vacation spoke of you as ‘doing the work of the house’ etc., which is certainly the truth, and indeed the whole affair could not continue without you. Here, there are many things which you alone could have done; and I often have occasion to wish that you were still here to do them.......’

voetnoot(1)
VW (= Jubileumuitgave). Brieven II, blz. 20-22. - P. Allossery, Onze Westvlaamse Zendelingen, I, blz. 288 (Brugge, 1925). Benoit volgde in 1872 Mgr Vaughan op als bestuurder van het Seminarie Mill-Hill.
voetnoot(2)
VW. Brieven II, blz. 90
voetnoot(1)
Brief in Gezelle Museum (= G M). Zie Bijlage I. - Dr. Grant, vermeld in deze brief, is de bisschop van Southwark.
voetnoot(1)
Het eerste halfjaar 1860 was een vruchtbare tijd geweest voor de dichter: achtereenvolgens verschenen Het Kindeke van de Dood, Het Noorsch en Vlaamsch Messeboekske, Alcune Poesie de' Poeti Celesti, de eerste xxxiii Kleengedichtjes. Hij begon ook te ‘spoken’ in Reinaert de Vos.
voetnoot(2)
Een paar maanden vroeger straalde nog het optimisme door. In een brief aan van Oye meldt hij ‘dat vele dingen hier [te Roeselare] veranderd zijn, dat mijn manier van leeren de overhand heeft, dat de grootste vijanden bekeerd zijn en dat het een heel ander dingen is’. VW Brieven I, blz. 59.
voetnoot(3)
VW. Brieven II, blz. 92.
voetnoot(1)
Brief in GM. Zie Bijlage II.
voetnoot(2)
Brief aldaar.
voetnoot(1)
Brief aldaar (Aanwinsten 1950). Zie bijlage III.
voetnoot(2)
VW. Brieven II, blz. 94.
voetnoot(1)
Brief van Sept. 1860 in GM. Zie bijlage IV.
voetnoot(2)
Briefwisseling in GM. passim.
voetnoot(3)
Brief van 28 Mei 1861 in GM.
voetnoot(1)
VW. Brieven I, blz. 90.
voetnoot(2)
Zie Bijlage V.
voetnoot(1)
Prof. Dr Baur. Uit Gezelle's Leven en Werk, blz. 137 en passim (Leuven, 1930). - Vgl. C. Gezelle in Biekorf 1928, blz. 225 volg.
voetnoot(2)
Over Dr Thomas Arnold en zijn hervorming, zie John Rodgers, The Old Public Schools in Engeland, blz. 2 en 79 (Londen, 1938). - A. Walgrave, Het Leven van GG. I, blz 174, wijst alleen op het werk De l'Education van Mgr Dupanloup; Gezelle heeft echter bewust de Engelse reform overgenomen.
voetnoot(1)
Daarover Prof. Dr Brom in Dietsche Warande en Belfort 1949, blz. 578 volg.
voetnoot(2)
Guido Gezelle door C. Gezelle, blz. 123 (Amsterdam, 1918).
voetnoot(3)
Bijlage V. Brieven in GM.
voetnoot(4)
P. Allossery a.w. I, blz. 305.

voetnoot(1)
Gezelle had pas grootvicaris Benoit aangesproken betreffende K. de Gheldere: deze zou nog een jaar te Leuven studeren en daarna als leek naar Salford overkomen als assistent van Gezelle in het nieuw College aldaar. Benoit had dit voorstel aanvaard, op voorwaarde dat Gezelle zelf eerst naar Salford kwam. Brief van 27 Juli 1860 in GM. Vgl. Biekorf 1922, blz. 5. - Het blijkt uit deze bijlage dat K. de Gheldere door Gezelle onmiddellijk op het Engels College te Brugge ‘overgeschakeld’ werd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Antoon Viaene

  • over Guido Gezelle


landen

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)


datums

  • 27 juli 1860

  • 8 augustus 1860

  • 1860

  • september 1860

  • 4 mei 1861

  • 27 mei 1861

  • 10 mei 1863