Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biekorf. Jaargang 52 (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biekorf. Jaargang 52
Afbeelding van Biekorf. Jaargang 52Toon afbeelding van titelpagina van Biekorf. Jaargang 52

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.21 MB)

Scans (11.43 MB)

XML (0.61 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biekorf. Jaargang 52

(1951)– [tijdschrift] Biekorf–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Mengelmaren

Ieper door de eeuwen heen.

Dit is een zeer goed werk van J.E. Cornillie over het verleden van Ieper, onder de auspiciën van het stadsbestuur uitgegeven (1950; 378 blz. met ill. en plans) elf jaar na het overlijden van de schrijver. Deze heeft er o.m. de talrijke nota's in verwerkt die hij, vóór de brand van het Iepers stadsarchief op 22 November 1914, in deze inrichting had verzameld. Dat alleen geeft reeds een buitengewone waarde aan het boek.

Wij vinden er geschetst het ontstaan en de ontwikkeling van de stad, de uitbreiding van haar rechtsgebied, het ontstaan van de parochiën. Een nota over de bevolking van Ieper rond 1300 bewijst dat da stad toen niet 18.000 inwoners telde, zoals professor H. Pirenne vroeger schreef, maar wel een 30.000 zielen. Enkele bladzijden zijn gewijd aan de ontwikkeling van de Ieperse stadswaterbedeling en aan de straatverlichting in vroegere eeuwen.

In twee hoofdstukken wordt een historische wandeling ondernomen eerst door de straten van de oude stad en daarna door deze van de voorgeborchten. Hier is een schat van gegevens te vinden over de inrichtingen en de gebouwen die vroeger te Ieper waren gevestigd. Ziehier enkele behandelde punten genomen uit de duizenden die in het boek te vinden zijn: de jaarmarkt, de halle en het belfort, de kerken en kloosters, het kattefeest, de oudste inrichting van O.L. Vrouw gasthuis, dat tot in 1914 op de Markt lag, de middeleeuwse politiewacht met de gebruiken die er in ere

[pagina 165]
[p. 165]

gehouden werden, de vroegere brandweer, de Lombarden en de Berg van Bermhertigheid, het St. Jansgasthuis dat tot in 1791 bestemd bleef voor vreemdelingen, de hoofdkamer van de rederijkers Alpha en Omega, de Bogarden en hun weefschool, het broederschap van de bedevaarders naar St. Jacob te Compostella, enz.

Een belangrijke bijdrage handelt over de hervorming van de armenzorg te Ieper in 1515.

Evenals Brugge bezat Ieper vroeger een (H)Auwerstraat, die beide hun naam ontlenen aan de familie Hangouart.

Vermelden we nog: de openbare wijntaveerne van de bedelorden; vijf geestelijken die in 1382 ter dood veroordeeld werden wegens toverij; de geschiedenis van O.L. Vrouw van Tuine, de patrones van de stad; de opstootjes in 1632 veroorzaakt door Spaanse soldaten.

In de historische wandeling door de voorgeborchten vinden wij o.m. nota's over Ieper en de Tempeliers, over de Ieperlee en de middeleeuwse waterverbindingen, over de gilde van de Parijse studenten, over het leprozenhuis ten Hogen Zieken, waaruit de huidige parochie van Sint-Jan is ontstaan. Verder krijgen wij de beroerde geschiedenis van het kanaal Ieper-Komen, dat nooit in gebruik kon worden genomen, en het verhaal der moeilijkheden die oprezen bij het openen van het nieuwe stedelijk kerkhof buiten de stad.

Een afzonderlijk hoofdstuk geeft de geschiedenis van de Ieperse vestingen, alsook van de dertien belegeringen die zij hebben ondergaan in de loop van de eeuwen.

Deze beperkte keus uit de rijke inhoud van het boek toont wat men er zoal kan vinden. Dank zij de goede index kan terstond de hand gelegd worden op de gegevens die in het werk verspreid liggen.

‘Ieper door de Eeuwen heen’ is een buitengewoon belangrijk documentair boek. De uitgave ervan en de illustratie, die toevertrouwd werden aan de firma Vonksteen, zijn tot in de puntjes verzorgd.

Jos. De Smet

De Proosdij van Papinglo.

Deze proosdij, door monniken van de Sint-Baafsabdij in de 12e eeuw te Maldegem-Kleit gesticht, is in de 16e eeuw bisschopsgoed geworden. In de tweede helft van de 18e eeuw werd het aanpalende ‘Maldegem veld’ - tot dan toe nog een heide - ontgonnen: een grote en snelle ontginning die het uitzicht van de streek veranderde.

In een zeer gedocumenteerde studie wordt door G. De Smeten D. Verstraete (De Proosdij van Papinglo te Maldegem-Kleit. Maldegem, 1951; 64 blz. met pll.) de geschiedenis van het kloostergoed en vooral van de 18e eeuwse ontginning

[pagina 166]
[p. 166]

beschreven. Een model van locale monografie waarin volkomen kennis van de streek en eerstehands bronnenonderzoek verwerkt zijn tot vlot lezende hoofdstukken. De historische gebondenheid van het Meetjesland met het Brugse Vrije en het aandeel van de oude Duinenabdij in de ontginning zijn nog een aanbeveling te meer voor de Westvlaamse liefhebbers van streekgeschiedenis.

A.V.

Stamboom Claeys.

De genealogie van deze Zedelgemse nijveraarsstam klimt op tot Jan Claeys-Van den Bussche, overleden te Ichtegem 25 October 1645, vanwaar reeds met zeven naamhouders vertrokken wordt: wat onmiddellijk breed uitloopt. Hoewel ze in enkele dorpen van het Houtland blijven, was het samenbrengen van de uitgebreide naamdragers-parenteel zeer verdienstelijk.

De album uitgave (één gezin per langwerpig albumblad, met telkens alle ascendenten en de eerstegraads-descendenten) biedt, hoewel ze iets onhandig is, het grote voordeel dat ze persoonlijk kan aangevuld en bewerkt worden door het opstellen van bijbladen en zelfs het inschuiven van foto's.

Dit waardevolle, uiterst eerlijk behandelde werk was niet tot rijpheid gegroeid toen de familie tot het drukken wilde overgaan. Zo volgen achteraf heel wat losse naamdragers.

Met een enkel woord wordt hier en daar een beroep aangeduid: overwegend landbouwers, waarvan eerst Alexander Claeys (1795-1890), grootvader van de ‘Gebroeders Claeys’, Ichtegem verlaat om zich als hoefsmid te vestigen te Zedelgem. Een bescheiden begin van echte familiegeschiedenis dat hopelijk zal vervolgd worden. Tijdsgebrek heeft hier zeer belangrijke bronnen gesloten gelaten.

Samengesteld door L. Vanheule, pr. Privé-druk van 25 gedeeltelijke en 100 volledige exemplaren (90 en 32 ff.)

C. Devyt

Karel de Potter, proefkweker te Rumbeke. 1819.

Een vernuftig landbouwer van Rumbeke, met name Karel de Potter, is in de jaren 1810 en volgende hier te lande de eerste geweest om de cultuur van een nieuwe soort gerst, de Hordeum Zeocritum, te beproeven. Door de Gentse Maatschappij van Hofbouw- en Kruidkunde werd hij vereerd met een gouden medaille. In 1818 had de Potter het zover gebracht dat hij van die nieuwe ‘gerst-rijst’ van zijn proefveld aan de bakkers kon leveren. De Gentse Maatschappij gaf de benaming Potteriana aan een nieuwe bloem van haar wintertentoonstelling van 1819 om de weldadige landbouwer van Rumbeke te eren. Op het banket van St. Dorotheadag (6 Februari) 1819 na deze wintertentoonstelling gehouden, diende men taarten op, gebakken met die ‘gerst-rijst’ van de gevierde Rumbekenaar.

[pagina 167]
[p. 167]

Kan iemand verdere bijzonderheden mededelen over de familie, het leven en de werkzaamheid van die Westvlaamse proefkweker?

K.B.

‘Vanneste’: een vondelingnaam? Vgl. boven bl. 143

De oudste vormen van de familienaam Vanneste wijzen op een samenstelling met het substantief nest: de oudste getuigen zijn Jan van den Neste te Ieper (1353) en Zegher van den Neste te Brugge (1381). Ook de gefranciseerde vorm Delneste bevestigt deze onderstelling. Het wegvallen van het lidwoord heeft niets ongewoons naast vormen als: Vanackere, Vandale, Vandoorne,

Het woord nest (vogelnest) heeft reeds in het Middelnederlands een uitbreiding van betekenis: het zegt: woning, verblijf, ook in ongunstige zin (rooversnest). Brugge kent nog heden een oud huis en erve genaamd 't Heilig Nest en gelegen in de Pottenmakersstraat. En een huis geheten 't Nestkin - in de 16e eeuw vervangen door ‘de Cruytcoucke’ - gaf de naam aan een verdwenen straatje gelegen ‘bachten der stove ten Houfyzere’: ‘strate t' Neskin, Neststrate’.

De naam van den Neste, Vanneste kan dus heel goed ontstaan zijn uit een gekleurde - ironische of spottende - toepassing van het substantief nest als huisnaam. Het is niet uitgesloten dat men hier staat voor een oude Vlaamse vondelingnaam in de trant van bvb. de Mechelse vondelingnamen Van Deur, Van Dorpel, waarover Biekorf 1946, blz. 249. Nest(e) beschouwd als huisnaam en evtl. vondelingstoponiem zou m.i. de weg wijzen naar een verklaring, zo men in het element ‘nest’ volstrekt een toponiem wil vinden.

E.N.

De boer geen duivemelker.

Gehoord van een boer van Melle, die zeker doelde op de duivetorens, de heerlijke gebouwen voor het kweken van duiven voor rekening van de heer onder het oud regime:

‘Een boer 'n is genen duivenmelker. De boeren hebben lang genoeg moeten duiven kweken voor andere om te weten wat scha' daar aan vast is. Een boer is biekweker’.

G.P.B.

Ruttel de tange - Koteraredans.

Het spel ‘Ruttel de tange’ is wel zoals H. Stalpaert het boven blz. 39 beschrijft. Bij ons (Westland) wordt dat gedaan op bruiloften, met dat verschil: in plaats van stoelen moet men, bij de slag van de ‘koterare’, verwisselen van danseres.

Men noemt dat koteraredans en ook polkastok.

A.B. Stavele

Mulders schuppe.

‘In 't malen is er vele aan gelegen,

want 't is met de schuppe de kost gekregen.’

[pagina 168]
[p. 168]

Zo stond er ingekorven op de rugge van de meelschuppe van Coopman's Molen te Isenberge.

Die molen stond ten oosten van de steenweg, gaande van de plaatse naar d'herberge ‘de Brijkerij’ en brandde af de 17 Oogst 1923 binst de kermisweke.

Vóór 1830 stond die zelfde molen op de plaatse te Isenberge.

‘'t Oudste peerd moet de vitsen halen.’

Dat is een oude spreuke uit Veurne-Ambacht en wil zeggen: het lastigste werk blijft voor de oudste.

Eertijds zaaide men van tijd tot tijd een striepe vitsen 't zij in erweet-pameele of vlasstrobbel (stoppel) als groenvoeder voor peerden en hoornvee.

In 't Bloote wrocht men in twee spanten: 's voornoens van 6 tot 11 ure en 's achternoens van 1 tot 6 ure d.i. ‘van den enen zessen tot den anderen zessen.’

Binst dat de jonge werkpeerden nog aan de noenkost waren, haalde de karton, gewoonlijk met het oudste peerd, het dagelijks rantsoen groenigheid. Die spreuke herinnert aan die tijd.

A.B. Stavele

Soldatenliedje. Een vraag.

Bij 't rijden langs Ramskapelle-Heist herinnerde de oudstrijder van 14-18 Ramskapelle aan den IJzer aan het liedje dat de soldaten zongen op de toon van ‘Wij zijn gezworen kameraden’:

 
‘Wie gaat er mee naar Ramskapel... le,
 
‘Daar smijten z' obussen en schrapnel' len...’

en hij martelde zich het hoofd om de rest te zingen maar 't was hem ontgaan. Het was een geestig liedje, zei hij, en 't spijt hem dat hij het niet meer kan.

Zijn er lezers van Biekorf die 't soldatenlied van Ramskapelle kennen?

B.

Oude Proosdij Hertsberge. Een vraag.

Afhangende van de oude abdij van Cysoing, bij Rijsel, bestond er te Hertsberge (tegenwoordig kasteel Rapaert de Grass), een proosdij met een kapel. Deze verdween met de Franse Omwenteling. Naar men mij verzekerd heeft, is de houten koorbekleding van deze kapel overgegaan naar de kerk te Waardamme(koor). Kan iemand mij daarover iets laten geworden, met aanduiding van bronnen? Adres: Luc. Vermeulen, vrederechter Kanton Noord, te Mechelen. Gerechtshof.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Jos De Smet

  • Antoon Viaene

  • Christiaan Devyt

  • Karel Berquin

  • E. Neylants

  • G.P. Baert

  • André Bonnez


plaatsen

  • over Ieper

  • over Maldegem

  • over Rumbeke

  • over Hertsberge


datums

  • 1819