De vismarkt in Brugge
Koningen en Keizers hebben hun naam gevlochten in de ‘kleine geschiedenis’ van de Brugse Vismarkt.
De ‘Vrije Vischcoopers’ hadden eeuwenlang hun standplaats op de noordzijde van de Grote Markt; hun kramen en stallen bezetten er de plaats waar tegenwoordig de Koornmarkt - de Zaterdagse Graanbeurs - gehouden wordt. De Koornmarkt was oudtijds op de Braamberg. Vismarkt en Koornmarkt verwisselden van plaats in 1745, naar aanleiding van de plechtige intrede van Koning Lodewijk xv van Frankrijk. De magistraat wilde voor deze gelegenheid de Grote Markt vrij en schoon - en de Vischcoopers kregen bevel ‘de markt behoorlick te suyveren ende voor den tydt van het verblyf vanden Coninck alhier’ met kramen en stallen te verhuizen naar de afgelegen Biskajersplaats.
De verplaatsing was zeker niet naar hun zin. Hun privilegiën leerden dat hertog Karel hun voorzaten in 1469 de standplaats op de Markt had toegewezen, nadat zij een eeuw lang (vanaf 1350) op de Braamberg hadden gestaan. Hun woordvoerder ter Camer was Jonker Pieter Anchemant, proost van de Confrerie van het Heilig Bloed, schepen van de stad en tresorier van de ‘Vrye Vischcoopers’.
Nauwelijks had Louis-Quinze de stad verlaten, of ‘die van den visschenambachte’ namen hun aloude plaats weer in. De verhuizing gebeurde over nacht. De magistraat stond, op de vroege morgen van 2 Augustus, voor het voldongen feit.
Het College wilde blijkbaar voorgoed de Markt gezuiverd houden; de resolutie laat horen dat het Brugse publiek met de verplaatsing van de onwelriekende kramen instemde: ‘.... gheconsidereert - zo luidt de motivering van de wetheren - dat het voor den dienst van de Majesteyt ende van het publicq niet en betaemt dat soo een schoone plaetse met deselve visch-stallen causerende eenen grooten stanck ende vuylic-